Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 september 2019
gepubliceerd op 23 oktober 2019

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende het leven lang leren, het werkbaar werk en de arbeidsmarktwerking in de textielsector

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019203734
pub.
23/10/2019
prom.
29/09/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende het leven lang leren, het werkbaar werk en de arbeidsmarktwerking in de textielsector (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende het leven lang leren, het werkbaar werk en de arbeidsmarktwerking in de textielsector.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 september 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, W. BEKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2019 Leven lang leren, werkbaar werk en arbeidsmarktwerking in de textielsector (Overeenkomst geregistreerd op 1 april 2019 onder het nummer 151202/CO/214) I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid (PC nr. 214) en op de bedienden die zij tewerkstellen.

II. - Draagwijdte van de overeenkomst

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt ertoe de inspanningen die de sector in het kader van het paritair uitgebouwde sectoraal opleidingsbeleid de voorbije jaren heeft geleverd, minstens verder te zetten en waar mogelijk te verhogen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de jaren 2019 en 2020 in toepassing van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I) en in toepassing van hoofdstuk II, afdeling I van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk.

III. - Patronale bijdrage

Art. 3.De werkgevers zijn voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" een bijdrage van 0,30 pct. verschuldigd, berekend op grond van het volledig loon van de bedienden, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet.

Deze bijdrage is per kwartaal verschuldigd op de lonen betaald gedurende de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 en wordt door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" geïnd en op de sectie "Opleiding" gestort.

De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" worden in deze zin aangepast.

IV. - Cobot

Art. 4.COBOT blijft de motor van het vormings- en arbeidsmarktbeleid in de sector. De projecten die door COBOT worden uitgevoerd, worden voorafgaandelijk goedgekeurd door de Permanente Beleidsgroep Opleiding waarin de sectorale sociale partners zijn vertegenwoordigd.

V. - Initiatieven ter bevordering van de vorming en tewerkstelling van risicogroepen

Art. 5.Partijen komen overeen om voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 de middelen zoals bepaald in artikel 3 hierboven aan te wenden voor : - de uitwerking van opleidingsprojecten voor personen die behoren tot de risicogroepen zoals omschreven in artikel 6 hierna; - de dekking van de werkingskosten van COBOT; - de ingroeibanen (artikel 7 hierna).

Art. 6.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaan de partijen onder "risicogroepen" : - Alle bedienden die ingevolge de introductie van nieuwe technologieën of elke andere wijziging in hun functie het risico lopen hun tewerkstelling te verliezen; - De bedienden uit ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering die zonder bij- of omscholing het gevaar lopen hun tewerkstelling te verliezen; - De bedienden uit ondernemingen die onderhevig zijn aan de structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen als gevolg van de globalisering die zonder bij- of omscholing het gevaar lopen hun tewerkstelling te verliezen; - De werkzoekenden; - De risicogroepen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, vierde lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), worden beschouwd als risicogroepen : - de werknemers van minstens 50 jaar die in de sector werken; - de werknemers van minstens 40 jaar die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag; - de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indienstneming; - de werkzoekenden die nog geen 26 jaar oud zijn; - de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid; - de jongeren die nog geen 26 jaar zijn en opgeleid worden, hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding, hetzij in het kader van een instapstage.

VI. - Ingroeibanen

Art. 7.De sociale partners van de textielsector engageren zich om jongeren, via een ingroeibaan, werkkansen te bieden in de sector.

Daartoe bedraagt het aandeel van de bijdrage voor de risicogroepen dat besteed wordt aan de jongeren 0,05 pct. van de loonmassa.

Elke jongere komt in aanmerking voor een ingroeibaan ongeacht de aard van de overeenkomst (IBO, duaal of alternerend leertraject, arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde duur, uitzendarbeid,...).

COBOT krijgt de opdracht om in dit kader ondersteunende en bijkomende acties te ontwikkelen. De sectorale sociale partners bepalen in de Permanente Beleidsgroep Opleiding daartoe de nodige modaliteiten en voorwaarden.

VII. - Werkbaar werk

Art. 8.Vanuit COBOT wordt de dienstverlening, begeleiding en ondersteuning met betrekking tot werkbaar werk verder uitgebouwd, ten dienste van de ondernemingen en de werknemers in de textielnijverheid.

Hiertoe wordt zowel voor 2019 als voor 2020 een budget voorzien dat overeenstemt met het budget van 2018.

De sectorale sociale partners bepalen in de Permanente Beleidsgroep Opleiding de opdracht om hieromtrent sectorale expertise op te bouwen, waartoe de nodige middelen, zoals hiervoor aangeduid, vanuit het fonds voor bestaanszekerheid worden ingezet.

De sectorale sociale partners bepalen in de Permanente Beleidsgroep Opleiding de nodige modaliteiten en voorwaarden voor deze dienstverlening, begeleiding en ondersteuning met betrekking tot werkbaar werk. In geval van betwisting over de validatie van een project werkbaar werk, neemt de Permanente Beleidsgroep Opleiding de eindbeslissing.

Eind 2020 zullen de sectorale sociale partners de stand van zaken betreffende het werkbaar werk evalueren.

De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" worden in deze zin aangepast.

VIII. - Sectorale en arbeidsmarktgerichte opleidingen

Art. 9.§ 1. Om de participatiegraad aan opleiding te verhogen, zullen door COBOT vzw aanvragen ingediend worden bij het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid voor de erkenning van sectorale beroepsopleidingen in het stelsel van het betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) of voor goedkeuring door het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid van arbeidsmarktgerichte opleidingen in het stelsel van het Vlaams opleidingsverlof (decreet van 12 oktober 2018). § 2. Voor de uren waarop de bediende deelneemt aan sectorale opleidingen, erkend door het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid als beroepsopleiding in het stelsel van het betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) of arbeidsmarktgerichte opleidingen, goedgekeurd door het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid in het stelsel van het Vlaams opleidingsverlof (decreet van 12 oktober 2018), heeft hij recht op zijn normaal loon, zonder toepassing van de loongrens, zoals voorzien in artikel 114 van het herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen. § 3. Voor de dagen dat de bediende deelneemt aan sectorale opleidingen, erkend door het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid in het stelsel van het betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) of arbeidsmarktgerichte opleidingen, goedgekeurd door het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid in het stelsel van het Vlaams opleidingsverlof (decreet van 12 oktober 2018), heeft hij recht op maaltijdcheques.

IX. - Opleidingsinspanningen en groeipad

Art. 10.De sociale partners voorzien in een groeipad om op termijn het aantal opleidingsdagen te verhogen om aldus bij te dragen tot de interprofessionele doelstelling. Daartoe willen zij de opleidingsinspanning voorzien in artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2017 verhogen met 10 pct..

De realisatie van het groeipad wordt nagestreefd door : - het opleidingsaanbod van COBOT beter en ruimer bekend te maken aan werkgevers en werknemers; - het opleidingsaanbod van COBOT verder uit te breiden; - via COBOT acties te ondernemen om de participatiegraad aan opleidingen te verhogen; - werkgevers aan te moedigen om alle, zowel formele als informele opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren; - de erkenning door het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid van sectorale beroepsopleidingen in het stelsel van het betaald educatief verlof; - de goedkeuring door het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid van arbeidsmarktgerichte opleidingen in het stelsel van het Vlaams opleidingsverlof.

X. - Eindbepalingen

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en is gesloten voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020, met uitzondering van artikel 9 dat van toepassing is gedurende de periode van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2021.

Art. 12.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2019.

De Minister van Werk, W. BEKE

^