Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 april 1999
gepubliceerd op 28 mei 1999

Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van het secretariaatspersoneel van de Kamers van ambachten en neringen

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016137
pub.
28/05/1999
prom.
30/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/30/1999016137/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van het secretariaatspersoneel van de Kamers van ambachten en neringen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1987, 6 april 1995 en 10 februari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 juni 1979 tot regeling van de toepassing van deze wetten;

Gelet op het koninklijk besluit (gewijzigd) van 9 oktober 1967 tot vaststelling van het statuut van het secretariaatspersoneel van de Kamers voor ambachten en neringen, inzonderheid op de artikelen 2, 3de lid, 9 en 12;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, d.d. 15 mei 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 1 februari 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 1 februari 1999;

Gelet op het protocol nr. 97-10-21/26 - 99-03-16/26 van het onderhandelingscomité - Sector V van 16 maart 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat de weddeschalen van het personeel van het secretariaat van de Kamers van ambachten en neringen dienen te worden aangepast aan de nieuwe weddeschalen die aan de rijksambtenaren worden toegekend;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en van Onze Minister van Ambtenarenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De weddeschalen van sommige personeelsleden van het secretariaat der Kamers van ambachten en neringen worden vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De bestuursassistent die geslaagd is in het examen voor verhoging in weddeschaal, bekomt de weddeschaal 20E. De bestuursassistent titularis van de weddeschaal 20 E, die 12 jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 678.382 - 1.019.963 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 9/2 x 24.907

Art. 2.De weddeschalen met betrekking tot de secretaris worden vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bij de berekening der graadanciënniteit, vereist voor de toekenning van de weddeschalen 10B en 13A worden de diensten in aanmerking genomen verricht in de betrekking van secretaris evenals in een betrekking van niveau 1 als rijksambtenaar in een federaal ministerie en als personeelslid van het voormalig Economisch en Sociaal Instituut voor de Middenstand of van de Hoge Raad voor de Middenstand.

Art. 3.Vanaf 1 juni 1994 en tot de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden de weddeschalen met betrekking tot de secretaris vastgesteld als volgt : 826.981 - 1.284.690 3/1 x 24.93 10/2 x 38.291 (Kl. 24j. - N 1 - G.B.) Na 4 jaar graadanciënniteit : 898.575 - 1.394.575 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291 (Kl. 24j. - N 1 - G.B.) Na 18 jaar graadanciënniteit : 1.115.290 - 1.703.009 11/2 x 53.429 (Kl. 24j. - N 1 - G.B.)

Art. 4.Het koninklijk besluit van 11 januari 1974 tot vaststelling van de weddeschalen van het personeel van het secretariaat van de Kamers voor ambachten en neringen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 maart 1992, wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt, behalve artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994.

Art. 6.Onze Minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT

^