Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 april 2001
gepubliceerd op 18 mei 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende permanente vorming

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012313
pub.
18/05/2001
prom.
30/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/30/2001012313/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 APRIL 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende permanente vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende permanente vorming.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 april 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in brandstoffen Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1999 Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 27 januari 2000 onder het nummer 53711/COF/127)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst houdende permanente vorming wordt gesloten in uitvoering van afdeling IV, hoofdstuk II van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, alsook van het koninklijk besluit van 4 juni 1999 houdende vormvoorwaarden waaraan de collectieve arbeidsovereenkomst en het akkoord betreffende vorming en tewerkstelling dienen te voldoen, alsook de procedure tot raadpleging van de werknemers die in acht dient genomen te worden bij de sluiting van een akkoord betreffende vorming en tewerkstelling.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen met inbegrip van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.

Art. 3.De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werkgevers zijn een bijzondere bijdrage van 0,15 pct. verschuldigd, berekend op basis van het volledige loon van de door hen tewerkgestelde werklieden en werksters, voor de jaren 1999 en 2000.

Art. 4.De in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde bijzondere bijdrage wordt geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, ten bate van het sociaal fonds van de sector.

Art. 5.De middelen die aldus ter beschikking worden gesteld, zullen worden aangewend ter verwezenlijking van de doelstellingen van het interprofessioneel akkoord van 1999-2000, meer bepaald tot bevordering van de beroepsbekwaamheid en de permanente vorming van werklieden en werksters tewerkgesteld in de sector.

Art. 6.De raad van beheer van het sociaal fonds van de sector zal nadere regelen bepalen ter uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd.

Zij treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 april 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^