Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 april 2001
gepubliceerd op 09 augustus 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1973 betreffende sociale vorming en voorlichting

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012363
pub.
09/08/2001
prom.
30/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/30/2001012363/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 APRIL 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1973 betreffende sociale vorming en voorlichting (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1973, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de sociale vorming en voorlichting, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 1973, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1973 betreffende sociale vorming en voorlichting.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 april 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 10 april 1973, Belgisch Staatsblad van 6 juni 1973.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1973 betreffende sociale vorming en voorlichting (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nummer 51623/CO/215)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Art. 2.Aan artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1973, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de sociale vorming en voorlichting, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 1973, wordt een nieuw lid toegevoegd luidend als volgt : « Teneinde het verlies voor de werkgever ingevolge de afwezigheid wegens sociale vorming overeenkomstig deze collectieve arbeidsovereenkomst te compenseren, kan de werkgever bij het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" het volledige bedrag van het loon, evenals de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid terugvorderen. »

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1999. Zij wordt voor een onbepaalde duur gesloten en kan door één der partijen worden opgezegd met een vooropzegging van drie maanden, bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 april 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^