Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 augustus 2013
gepubliceerd op 06 september 2013

Koninklijk besluit betreffende de procedures inzake bescherming van de mededinging

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2013011444
pub.
06/09/2013
prom.
30/08/2013
ELI
eli/besluit/2013/08/30/2013011444/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 AUGUSTUS 2013. - Koninklijk besluit betreffende de procedures inzake bescherming van de mededinging


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op boek IV van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 3 april 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/04/2013 pub. 26/04/2013 numac 2013011190 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek IV « Bescherming van de mededinging » en van boek V « De mededinging en de prijsevoluties » in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek IV en aan boek V en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek IV en aan boek V, in boek I van het Wetboek van economisch recht sluiten, artikelen IV.43, eerste lid, IV.45, § 8, en IV.60, § 5;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 31 augustus 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 28 augustus 2013;

Gelet op het advies 53.621/1 van de Raad van State, gegeven op 29 juli 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Boek IV : Boek IV "Bescherming van de mededinging" van het Wetboek van economisch recht ingevoegd door de wetten van 3 april 2013;2° het Auditoraat : het Auditoraat bedoeld bij Titel 2, Hoofdstuk 1, Afdeling 1, Onderafdeling 4 van Boek IV; 3° de auditeur : het personeelslid van het Auditoraat bedoeld in

artikel IV.27, § 2 van Boek IV; 4° de auditeur-generaal : de auditeur-generaal bedoeld in artikel IV.26 § 1 van Boek IV; 5° de Belgische Mededingingsautoriteit : De Belgische Mededingingsautoriteit bedoeld bij artikel IV.16 van Boek IV; 6° het Mededingingscollege : het Mededingingscollege bedoeld in Titel 2, Hoofdstuk 1, Afdeling 1, Onderafdeling 2 van Boek IV;7° de voorzitter : de voorzitter bedoeld bij Titel 2, Hoofdstuk 1, Afdeling 1, onderafdeling 1 van Boek IV; 8° het secretariaat : het secretariaat bedoeld in artikel IV.31 van

Boek IV. HOOFDSTUK II. - Procedure voor het Auditoraat

Art. 2.Voor de noodwendigheden van het onderzoek of binnen het kader van de besprekingen die plaatsvinden tijdens de procedure inzake transacties kunnen de auditeur of het Auditoraat op de datum die zij vaststellen de betrokken natuurlijke of rechtspersonen oproepen.

Art. 3.De opgeroepen natuurlijke of rechtspersonen verschijnen ofwel zelf, ofwel in de persoon van hun wettelijke, statutaire of daartoe gevolmachtigde vertegenwoordigers. Zij kunnen zich laten bijstaan door een raadsman.

Art. 4.Deze personen worden afzonderlijk gehoord, of in aanwezigheid van andere natuurlijke of rechtspersonen. In dit laatste geval wordt rekening gehouden met het rechtmatig belang van de betrokkenen dat hun zakengeheimen niet openbaar worden gemaakt.

Art. 5.Na het verschijnen wordt een proces-verbaal opgemaakt waarin de naam en de hoedanigheid van de aanwezige personen worden vermeld.

De eventuele schriftelijke opmerkingen van de opgeroepen personen worden in bijlage gevoegd evenals elk overgemaakt document.

Een kopie van het proces-verbaal wordt aan de betrokken natuurlijke of rechtspersoon overgemaakt.

Wanneer de opgeroepen persoon opwerpt dat de gegevens vermeld in het proces-verbaal, de bijgevoegde schriftelijke opmerkingen of de overgemaakte documenten, zakengeheimen of andere vertrouwelijke elementen bevatten, rechtvaardigt hij het vertrouwelijk karakter en verstrekt eveneens een niet-vertrouwelijke versie.

De eventuele opmerkingen op het proces-verbaal worden eveneens bij dit laatste gevoegd.

Van het niet-verschijnen van de opgeroepen natuurlijke of rechtspersonen wordt melding gemaakt in het proces-verbaal.

Het niet-verschijnen doet geen afbreuk aan de geldigheid van de procedure. HOOFDSTUK III . - Specifieke procedure voor het Auditoraat inzake restrictieve praktijken en inzake transacties. Afdeling 1. - Inzake restrictieve praktijken

Art. 6.Wanneer het Auditoraat bij toepassing van artikel IV.42 van Boek IV, overweegt te besluiten dat een klacht niet ontvankelijk of ongegrond is, of verjaard is, roept hij desgewenst de klager op voor een hoorzitting.

De klager verschijnt volgens de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van dit besluit.

Art. 7.Van de beslissingen van het Auditoraat bedoeld in artikel IV.42 § 2 van Boek IV wordt een kopie overgemaakt aan de ondernemingen die het voorwerp hebben uitgemaakt van het onderzoek evenals aan de voorzitter.

Deze beslissingen worden door toedoen van het secretariaat bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en op de website van de Belgische Mededingingsautoriteit.

Bij elke bekendmaking of kennisgeving van beslissingen, wordt rekening gehouden met het rechtmatig belang van de natuurlijke of rechtspersonen dat hun zakengeheimen en andere vertrouwelijke gegevens niet openbaar worden gemaakt.

Art. 8.Het antwoord van de ondernemingen en natuurlijke personen op de mededeling van de grieven die aan hen werden overgemaakt door de auditeur-generaal in toepassing van artikel IV.42 § 4 van Boek IV wordt, onverminderd artikel 29 van dit besluit, in elk geval overgemaakt per e-mail met ontvangstbevestiging naar het e-mailadres van het secretariaat.

In hun antwoord kunnen de ondernemingen en natuurlijke personen alle voor hun verweer nuttige middelen en feiten uiteenzetten en alle nuttige documenten bijvoegen tot bewijs van de aangevoerde feiten.

Deze documenten worden eveneens bijgevoegd onder elektronische vorm aan de e-mail bedoeld in voorgaande alinea.

Indien de opmerkingen of de bijgevoegde documenten zakengeheimen of andere vertrouwelijke gegevens bevatten, dienen de ondernemingen en natuurlijke personen het vertrouwelijk karakter te rechtvaardigen en eveneens een niet-vertrouwelijke versie te verstrekken.

De auditeur-generaal kan de door hem op grond van artikel IV.42 § 4 van Boek IV vastgestelde termijn verlengen opeen met redenen omkleed verzoek van de betrokken ondernemingen of natuurlijke personen.

Art. 9.Indien de procedure inzake transacties bedoeld in de artikelen IV.51 tot en met IV.57 van Boek IV wordt opgestart na de mededeling van de grieven bedoeld in artikel IV.42 § 4 van Boek IV, worden de termijnen van de procedure bedoeld in artikel IV.42, § § 4 en 5 van Boek IV geschorst tot op het moment dat het auditoraat beslist om de procedure te stoppen of een beslissing neemt die de procedure beëindigt. Afdeling 2. - Inzake transacties

Art. 10.Het antwoord van de ondernemingen en ondernemingsverenigingen op het verzoek van het auditoraat bedoeld in artikel IV.51 van Boek IV wordt, onverminderd artikel 29 van dit besluit, in elk geval overgemaakt per e-mail met ontvangstbevestiging naar het e-mailadres van het secretariaat.

Dit geldt eveneens voor wat betreft de verklaring met het oog op een transactie van de onderneming of de ondernemingsvereniging bedoeld in artikel IV.53 van Boek IV, alsook voor de bevestiging en aanvaarding van het ontwerp van transactiebeslissing door de onderneming of ondernemingsvereniging, zoals bedoeld in artikel IV.54 van Boek IV.

Art. 11.De termijnen bedoeld in de artikelen IV.51, IV.53 en IV.54 van Boek IV zijn ten minste twee weken. HOOFDSTUK IV. - Specifieke procedure voor het Auditoraat inzake concentratie

Art. 12.§ 1. De informatie die door de auditeur wordt overgemaakt in toepassing van artikel IV.59 van Boek IV, vermeldt de elementen die, naar zijn mening, tot gevolg zouden hebben dat een daadwerkelijke mededinging op de Belgische markt of op een wezenlijk deel ervan op significante wijze wordt belemmerd. § 2. De verbintenissen, bedoeld in de artikelen IV.59. tweede lid en IV.62, § 1, lid 2 van Boek IV evenals hun bijlagen, worden in drie exemplaren meegedeeld ter attentie van de auditeur op het adres van het secretariaat zoals aangeduid op de website van de Belgische Mededingingsautoriteit.

Deze mededeling gebeurt per aangetekend schrijven of per drager tegen ontvangstbewijs gedurende de openingsuren van het secretariaat.

Tegelijkertijd wordt een elektronische versie van de verbintenissen naar het e-mailadressen van de auditeur en van het secretariaat gestuurd. § 3. Zonder verwijl wordt een ontvangstbewijs van de meegedeelde verbintenissen afgeleverd door het secretariaat aan de aanmeldende partijen of aan de gemeenschappelijke vertegenwoordiger per aangetekend schrijven of per e-mail met ontvangstbevestiging. § 4. In overeenstemming met artikel 28 c) van dit besluit is, wat de verbintenissen betreft bedoeld in artikel IV.62, § 1, tweede lid van Boek IV, de dag van de neerlegging van de verbintenissen begrepen in de termijn die door de aanmeldende partijen wordt gebruikt om verbintenissen voor te stellen.

Art. 13.De auditeur roept op de datum die hij bepaalt de ondernemingen die aan de concentratie deelnemen op ten einde hen toe te laten hun verbintenissen voor te stellen overeenkomstig artikel IV.59, derde lid, van Boek IV. HOOFDSTUK V. - Procedure voor het Mededingingscollege

Art. 14.§ 1. In hun opmerkingen kunnen de betrokken ondernemingen of natuurlijke personen alle voor hun verweer nuttige middelen en feiten uiteenzetten. Zij mogen geen bijkomende stukken toevoegen die niet werden neergelegd tijdens het voorafgaande onderzoek, behalve indien het een bewijs van een feit betreft of een antwoord op grieven waarvan zij nog geen kennis kregen. Zij kunnen eveneens voorstellen dat het Mededingingscollege de personen hoort die de ingeroepen feiten kunnen bevestigen. § 2. Indien de ondernemingen of natuurlijke personen in hun opmerkingen zakengeheimen of andere vertrouwelijke gegevens inroepen, rechtvaardigen zij het vertrouwelijk karakter en verstrekken zij eveneens een niet-vertrouwelijk versie.

Art. 15.Om te worden gehoord overeenkomstig artikel IV.45 van Boek IV, richten de klager en de natuurlijke of rechtspersonen die menen blijk te geven van een voldoende belang, de minister, de directeurs economische en juridische studies of de openbare instelling belast met de controle over een economische sector, hun verzoek aan het secretariaat, met vermelding van hun naam, hoedanigheid, en in voorkomend geval de rechtvaardiging van hun belang.

Hetzelfde geldt voor de natuurlijke of rechtspersonen die, in toepassing van artikel IV.60 § 2, derde tot vijfde lid van Boek IV, vragen om te worden gehoord.

Gelijktijdig met het neerleggen van de ontwerp beslissing zoals bedoeld in artikel IV.42, § 5, brengt het secretariaat de minister en de directeurs juridische en economische studies hiervan op de hoogte.

Art. 16.Het Mededingingscollege, of het lid dat daartoe door hem wordt gemachtigd, spreekt zich uit over de ontvankelijkheid van de verzoeken om gehoord te worden van de natuurlijke en de rechtspersonen die menen blijk te geven van een voldoende belang.

Art. 17.§ 1. Het Mededingingscollege roept de te horen personen op voor de datum die hij vaststelt. § 2. De te horen personen verschijnen overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van dit besluit.

Art. 18.De nota van de Minister, van de directeurs economische en juridische studies, van de openbare instellingen belast met de controle over een economische sector, of de schriftelijke opmerkingen van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen of van hen wier vraag om gehoord te worden ontvankelijk werd geoordeeld, worden onverminderd artikel 29 van dit besluit in elk geval overgemaakt per e-mail met ontvangstbevestiging naar het e-mailadres van het secretariaat.

Indien de verstrekte documenten zakengeheimen of vertrouwelijke gegevens bevatten zal ingeval van toepassing van de artikelen IV.45 en IV.60 van Boek IV, een rechtvaardiging van het vertrouwelijk karakter en een niet-vertrouwelijke versie of samenvatting bijgevoegd worden.

Indien noodzakelijk, worden de betrokkenen verzocht bijkomende kopieën te verstrekken.

Art. 19.De zitting is niet openbaar. De natuurlijke of rechtspersonen worden afzonderlijk of in aanwezigheid van andere opgeroepen personen gehoord. In dit laatste geval wordt rekening gehouden met het wettig belang van de natuurlijke of rechtspersonen, opdat hun zakengeheimen en andere vertrouwelijke gegevens niet worden openbaar gemaakt.

Art. 20.Het verzoek om voorlopige maatregelen bedoeld in artikel IV.64 § 1 van Boek IV, kan worden ingediend conform § 2 van hetzelfde artikel ten vroegste vanaf de neerlegging van de betreffende klacht en is gemotiveerd.

Art. 21.De zitting bedoeld in artikel IV.64 § 3 van boek IV vindt plaats overeenkomstig de bepalingen van artikel 22 van dit besluit. De partijen verschijnen overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van dit besluit.

Art. 22.§ 1. In geval van toepassing van artikel IV.41 § 2, derde lid van boek IV juncto artikel IV.73 van boek IV, bepaalt het Mededingingscollege de datum waarop de natuurlijke of rechtspersonen kunnen worden gehoord.

Indien zij gehoord willen worden, dienen de natuurlijke of rechtspersonen hun aanwezigheid op deze zitting per kerende post te bevestigen. § 2. De natuurlijke of rechtspersonen verschijnen overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van dit besluit. HOOFDSTUK V.I - Planning van de werkzaamheden van het Mededingingscollege

Art. 23.Het werkjaar komt overeen met het kalenderjaar.

Art. 24.De vakanties van het Mededingingscollege worden vastgesteld door de voorzitter.

Art. 25.Tijdens de vakanties van het Mededingingscollege kan de voorzitter, in geval van hoogdringendheid, het Mededingingscollege oproepen.

Art. 26.De data van de vakanties van het Mededingingscollege worden jaarlijks gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en op de website van de Belgische Mededingingsautoriteit. HOOFDSTUK VII. - Bepalingen inzake de termijnen op het gebied van restrictieve mededingingspraktijken en concentraties

Art. 27.Bovenop de sluitingsdagen vastgelegd door de minister die bevoegd is voor het Openbaar Ambt of de minister die bevoegd is voor de Economie, worden de volgende dagen niet als werkdagen beschouwd : - 1 januari; - de eerste werkdag van het jaar; - Paasmaandag; - 1 mei; - Hemelvaartsdag; - Pinkstermaandag; - 21 juli; - 15 augustus; - 1 november; - 2 november; - 11 november; - 15 november; - van 25 december tot 31 december.

Art. 28.§ 1. De procestermijnen genoemd in Boek IV en in dit besluit worden berekend als volgt : a) wanneer een in dagen, weken, maanden of jaren omschreven termijn ingaat op het ogenblik waarop een gebeurtenis of een handeling plaatsvindt, wordt de dag waarop deze gebeurtenis of deze handeling plaatsvindt, niet bij de termijn inbegrepen;b) een in weken, maanden of jaren omschreven termijn loopt af bij het einde van de dag die - in de laatste week, de laatste maand of het laatste jaar - dezelfde naam of dezelfde cijferaanduiding heeft als de dag waarop de gebeurtenis of handeling plaatsvindt die de termijn doet ingaan.Indien in de laatste maand van een in maanden of jaren omschreven termijn de dag die bepalend is voor het einde van de termijn, ontbreekt, loopt de termijn af bij het einde van de laatste dag van die maand; c) een in dagen omschreven termijn loopt af bij het einde van de laatste dag begrepen in deze termijn;d) de zaterdagen, zondagen en erkende feestdagen als bedoeld in artikel 27 van dit besluit zijn inbegrepen bij de termijnen die niet in werkdagen zijn uitgedrukt;e) de termijnen worden door de vakanties van het Mededingingscollege niet geschorst. § 2. De termijn, waarvan de laatste dag een zaterdag, een zondag of een erkende feestdag is, verstrijkt aan het einde van de daaropvolgende werkdag. HOOFDSTUK VIII. - Diverse bepalingen

Art. 29.§ 1. Tenzij anders is bepaald, geschieden de toezending van stukken en de oproeping voor de personeelsleden van het Auditoraat, de auditeur, de auditeur-generaal, het Auditoraat, het Mededingingscollege, de voorzitter van het Mededingingscollege, de assessor-ondervoorzitter, de aangewezen assessor of het secretariaat op een van de hiernavolgende wijzen : a) afgifte per drager tegen ontvangstbewijs;b) aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging;c) telefax met verzoek om ontvangstbevestiging;d) elektronische post met verzoek om ontvangstbevestiging. § 2. § 1 is ook van toepassing op de toezending van stukken aan de personeelsleden van het Auditoraat, de auditeur, de auditeur-generaal, het Auditoraat, het Mededingingscollege, de voorzitter van het Mededingingscollege, de assessor-ondervoorzitter, de aangewezen assessor of het secretariaat. § 3. In geval van verzending per telefax of per elektronische post wordt het verzonden stuk geacht op de dag van de verzending te zijn toegekomen bij de geadresseerde. § 4. In alle contacten en briefwisseling met de Belgische Mededingingsautoriteit kan rechtsgeldig gebruik gemaakt worden van de afkortingen `BMA' in het Nederlands en `ABC' in het Frans.

Art. 30.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 31.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 augustus 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, J. VANDE LANOTTE

^