Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 augustus 2017
gepubliceerd op 10 oktober 2017

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de aanvullende pensioenen "vaste bijdragen" ten gunste van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2017010436
pub.
10/10/2017
prom.
30/08/2017
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 AUGUSTUS 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de aanvullende pensioenen "vaste bijdragen" ten gunste van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de aanvullende pensioenen "vaste bijdragen" ten gunste van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 augustus 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2016 Aanvullende pensioenen "vaste bijdragen" ten gunste van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is (Overeenkomst geregistreerd op 10 augustus 2016 onder het nummer 134514/CO/326) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de gebaremiseerde personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is (geregistreerd onder het nr. 72104/CO/326) en op de ondernemingen die hen tewerkstellen. HOOFDSTUK II. - Begrippen en definities

Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder : "gebaremiseerde werknemer", de werknemer : a) aangeworven vanaf 1 januari 2002 bij : - bedrijven ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf vóór 1 januari 2004; - bedrijven, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die voortkomen uit de hiervoor genoemde bedrijven; - bedrijven, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die personeel overnemen, op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis van 7 juni 1985, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de waarborg van rechten van de werknemers in geval van verandering van werkgever wegens een conventionele transfer van onderneming en die de rechten regelt van de werknemers die overgenomen worden in geval van overname van het actief na faillissement of gerechtelijk concordaat door afstand van het actief, en die niet met een contract van onbepaalde duur tewerkgesteld is op 31 augustus 2006 in de intercommunale Sibelga en getransfereerd op 1 september 2006 of later naar de firma Brussels Network Operations; en die niet aangesloten is bij het pensioenplan met vaste prestaties (genaamd "Plan 2000") beheerd door de O.F.P. "Pensioenkas Tractebel" op 30 juni 2008 en die in dienst is, op dezelfde datum of later ten gevolge van een overdracht, van een onderneming van de groep ENGIE; b) aangeworven bij : - bedrijven ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf vanaf 1 januari 2004; - bedrijven, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die voortkomen uit de hiervoor genoemde bedrijven; - bedrijven, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die, op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis, personeel hebben overgenomen, die actief is.

Is gelijkgesteld aan actieve werknemer de werknemer in waarborg van inkomen. "CAO van 29 september 2003" : de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard door koninklijk besluit van 1 september 2004, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 20 oktober 2004 (geregistreerd onder het nr. 72104/CO/326), die de loon- en arbeidsvoorwaarden inrichten voor de gebaremiseerde werknemers van de gas- en elektriciteitsbedrijven aangeworven vanaf 1 januari 2002. "inrichter" : het fonds voor bestaanszekerheid met sociale zetel te 1000 Brussel, Ravensteingalerij 3. HOOFDSTUK III. - Voorwerp

Art. 3.Het voorwerp van deze collectieve overeenkomst is het aanpassen van de organisatie van het financieel beheer van het aanvullend sectoraal pensioenplan in het kapitaalstelsel "vaste bijdragen" beheerd door de O.F.P. Enerbel, het pensioenorganisme aangeduid door artikel 5, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari en 8 november 2007 (geregistreerd onder het nr. 86421/CO/326).

Het aangepast pensioenreglement van de O.F.P. Enerbel wordt bijgevoegd aan de huidige collectieve arbeidsovereenkomst en maakt er integraal deel van uit.

Art. 4.Het sectoraal aanvullend pensioenplan geregeld door het reglement "gecoördineerde versie 2015" gevoegd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2015 (geregistreerd onder het nummer 127426/CO/326) en dat er integraal deel van uitmaakt, wordt niet gewijzigd door de huidige overeenkomst. HOOFDSTUK IV. - Financiering

Art. 5.§ 1. Het deel van de pensioenverplichtingen van de actieve werknemers beheerd door de verzekeraar Contassur n.v. en de reserves reeds opgebouwd bij dit pensioenorganisme in het kader van het aanvullend sectoraal pensioenregime worden overgedragen naar de O.F.P. Enerbel.

De premies met betrekking tot de verplichtingen worden vanaf de datum van de overdracht door de ondernemingen gestort aan de O.F.P. Enerbel. § 2. De opgebouwde reserves geviseerd in § 1 zullen na de overdracht genieten van een rendementsgarantie vanwege de ondernemingen van 3,25 pct. per jaar tot de datum van vertrek of de datum van pensionering.

Art. 6.Op datum van de overdracht worden alle hierboven vermelde verplichtingen en andere verplichtingen naar de verzekeringnemers, de actieve verzekerden, de begunstigden en alle derden met een belang in de uitvoering van de pensioenverplichtingen, zonder aanpassing overgenomen en gerespecteerd door de O.F.P. Enerbel. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde duur en heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2016.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd, door elk van de partijen, middels een opzeggingstermijn van 6 maanden, per aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 augustus 2017.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de aanvullende pensioenen "vaste bijdragen" ten gunste van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is Algemeen pensioenreglement ten gunste van het gebaremiseerd personeel van de vennootschappen uit de gas- en elektriciteitssector O.F.P. Enerbel 2010 Bijlage nr. 1 aan het reglement O.F.P. Enerbel De aangesloten vennootschappen van het O.F.P. Enerbel zijn de volgende :

K.V.B.G. V.Z.W. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

BELPEX N.V. (vanaf 1 januari 2008)

Keizerinlaan, 66

1000 Brussel

BRUSSELS NETWORK OPERATIONS C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2006)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

GDF SUEZ CC C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Troonplein, 1

1000 Brussel

DISTRIGAS N.V. Nijverheidsstraat, 10

1000 Brussel

EANDIS C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2003)

Brusselsesteenweg, 199

9090 Melle

ELECTRABEL N.V. Regentlaan, 8

1000 Brussel

ELIA ASSET N.V. Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ELIA SYSTEM OPERATOR N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ENERGY EUROPE INVEST C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Troonplein, 1

1000 Brussel

E.ON GENERATION BELGIUM N.V. Swinnenwijerweg, 30

3600 Genk

FLUXYS LNG N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Guimardstraat, 4

1040 Brussel

FLUXYS N.V. Kunstlaan, 31

1040 Brussel

GASSCO (ex STATOIL) (vanaf 1 juni 2004)

Barlenhuisstraat, 1

8380 Zeebrugge

INDEXIS C.V.B.A. (vanaf 1 december 2002)

Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

LABORELEC C.V.B.A. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

METRIX C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2005)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

ORES C.V.B.A. (ex Electrabel/ Netmanagement Wallonië) (vanaf 1 oktober 2008)

Jean Monnetlaan, 2

1348 Louvain-la-Neuve


Deze bijlage vernietigt en vervangt elke vorige versie van de bijlage nr. 1.

Opgemaakt te Brussel op 29 april 2010.

Bijlage nr. 1 aan het reglement O.F.P. Enerbel De aangesloten vennootschappen van het O.F.P. Enerbel zijn de volgende :

K.V.B.G. V.Z.W. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

BELPEX N.V. (vanaf 1 januari 2008)

Keizerinlaan, 66

1000 Brussel

BRUSSELS NETWORK OPERATIONS C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2006)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

GDF SUEZ BELGIUM C.V.B.A. Troonplein, 1

1000 Brussel

GDF SUEZ CC C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Troonplein, 1

1000 Brussel

DISTRIGAS N.V. Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

EANDIS C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2003)

Brusselsesteenweg, 199

9090 Melle

ELECTRABEL N.V. Regentlaan, 8

1000 Brussel

ELIA ASSET N.V. Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ELIA SYSTEM OPERATOR N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ENI TRADING AND SHIPPING S.P.A. UBR (vanaf 1 april 2011)

Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

E.ON GENERATION BELGIUM N.V. Swinnenwijerweg, 30

3600 Genk

ENERGY EUROPE INVEST C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Troonplein, 1

1000 Brussel

FLUXYS LNG N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Guimardstraat, 4

1040 Brussel

FLUXYS N.V. Kunstlaan, 31

1040 Brussel

FLUXYS G N.V. (vanaf 1 januari 2011)

Kunstlaan, 31

1040 Brussel

GASSCO (ex STATOIL) (vanaf 1 juni 2004)

Barlenhuisstraat, 1

8380 Zeebrugge

INDEXIS C.V.B.A. (vanaf 1 december 2002)

Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

LABORELEC C.V.B.A. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

METRIX C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2005)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

ORES C.V.B.A. (ex Electrabel/ Netmanagement Wallonië) (vanaf 1 oktober 2008)

Jean Monnetlaan, 2

1348 Louvain-la-Neuve


Deze bijlage vernietigt en vervangt elke vorige versie van de bijlage nr. 1.

Opgemaakt te Brussel op 19 mei 2011.

Bijlage nr. 1 aan het reglement O.F.P. Enerbel De aangesloten vennootschappen van het O.F.P. Enerbel zijn de volgende :

K.V.B.G. V.Z.W. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

BELPEX N.V. (vanaf 1 januari 2008)

Keizerinlaan, 66

1000 Brussel

BRUSSELS NETWORK OPERATIONS C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2006)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

GDF SUEZ CC C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Troonplein, 1

1000 Brussel

ENI GAS & POWER N.V. Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

EANDIS C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2003)

Brusselsesteenweg, 199

9090 Melle

ELECTRABEL N.V. Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ELIA ASSET N.V. Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ELIA SYSTEM OPERATOR N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ENI TRADING AND SHIPPING S.p.A. (vanaf 1 april 2011)

Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

E.ON GENERATION BELGIUM N.V. Willemsstraat (Jan Frans), 200

1800 Vilvoorde

ENERGY EUROPE INVEST C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Troonplein, 1

1000 Brussel

FLUXYS LNG N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Guimardstraat, 4

1040 Brussel

FLUXYS BELGIUM N.V. Kunstlaan, 31

1040 Brussel

FLUXYS N.V. (vanaf 1 januari 2011)

Kunstlaan, 31

1040 Brussel

GASSCO (ex STATOIL) (vanaf 1 juni 2004)

Barlenhuisstraat, 1

8380 Zeebrugge

INDEXIS C.V.B.A. (vanaf 1 december 2002)

Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

LABORELEC C.V.B.A. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

METRIX C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2005)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

ORES C.V.B.A. (ex Electrabel/ Netmanagement Wallonië) (vanaf 1 oktober 2008)

Jean Monnetlaan, 2

1348 Louvain-la-Neuve


Deze bijlage vernietigt en vervangt elke vorige versie van de bijlage nr. 1.

Opgemaakt te Brussel op 23 mei 2013.

Bijlage nr. 1 aan het reglement O.F.P. Enerbel De aangesloten vennootschappen van het O.F.P. Enerbel zijn de volgende :

ATRIAS C.V.B.A. Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

K.V.B.G. V.Z.W. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

BELPEX N.V. (vanaf 1 januari 2008)

Keizerinlaan, 66

1000 Brussel

BRUSSELS NETWORK OPERATIONS C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2006)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

GDF SUEZ CC C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ENI GAS & POWER N.V. Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

EANDIS C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2003)

Brusselsesteenweg, 199

9090 Melle

ELECTRABEL N.V. Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ELIA ASSET N.V. Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ELIA SYSTEM OPERATOR N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ENI TRADING AND SHIPPING S.P.A. (vanaf 1 april 2011)

Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

E.ON GENERATION BELGIUM N.V. Willemsstraat (Jan Frans), 200

1800 Vilvoorde

ENERGY EUROPE INVEST C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

FLUXYS LNG N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Guimardstraat, 4

1040 Brussel

FLUXYS BELGIUM N.V. Kunstlaan, 31

1040 Brussel

FLUXYS N.V. (vanaf 1 januari 2011)

Kunstlaan, 31

1040 Brussel

GASSCO (ex STATOIL) (vanaf 1 juni 2004)

Barlenhuisstraat, 1

8380 Zeebrugge

INDEXIS C.V.B.A. (vanaf 1 december 2002)

Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

LABORELEC C.V.B.A. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

METRIX C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2005)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

ORES C.V.B.A. (ex Electrabel/Netmanagement Wallonië) (vanaf 1 oktober 2008)

Jean Monnetlaan, 2

1348 Louvain-la-Neuve


Deze bijlage vernietigt en vervangt elke vorige versie van de bijlage nr. 1.

Opgemaakt te Brussel op 22 mei 2014.

Bijlage nr. 1 aan het reglement O.F.P. Enerbel De aangesloten vennootschappen van het O.F.P. Enerbel zijn de volgende :

ATRIAS C.V.B.A. Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

K.V.B.G. V.Z.W. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

BELPEX N.V. (vanaf 1 januari 2008)

Keizerinlaan, 66

1000 Brussel

BRUSSELS NETWORK OPERATIONS C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2006)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

GDF SUEZ CC C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ENI GAS & POWER N.V. Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

ENI BELGIAN BRANCH S.p.A. Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

EANDIS C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2003)

Brusselsesteenweg, 199

9090 Melle

ELECTRABEL N.V. Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ELIA ASSET N.V. Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ELIA SYSTEM OPERATOR N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ENI TRADING AND SHIPPING S.P.A. (vanaf 1 april 2011)

Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

E.ON GENERATION BELGIUM N.V. Willemsstraat (Jan Frans), 200

1800 Vilvoorde

ENERGY EUROPE INVEST C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

FLUXYS LNG N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Guimardstraat, 4

1040 Brussel

FLUXYS BELGIUM N.V. Kunstlaan, 31

1040 Brussel

FLUXYS N.V. (vanaf 1 januari 2011)

Kunstlaan, 31

1040 Brussel

GASSCO (ex STATOIL) (vanaf 1 juni 2004)

Barlenhuisstraat, 1

8380 Zeebrugge

INDEXIS C.V.B.A. (vanaf 1 december 2002)

Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

LABORELEC C.V.B.A. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

METRIX C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2005)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

ORES C.V.B.A. (ex Electrabel/Netmanagement Wallonië) (vanaf 1 oktober 2008)

Jean Monnetlaan, 2

1348 Louvain-la-Neuve


Deze bijlage vernietigt en vervangt elke vorige versie van de bijlage nr. 1.

Opgemaakt te Brussel op 20 november 2014.

Bijlage nr. 1 - Lijst van de vennootschappen aangesloten bij O.F.P. Enerbel in het kader van dit plan De aangesloten vennootschappen van het O.F.P. Enerbel zijn de volgende :

ATRIAS C.V.B.A. Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

BELPEX N.V. (vanaf 1 januari 2008)

Keizerinlaan, 66

1000 Brussel

BRUSSELS NETWORK OPERATIONS C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2006)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

EANDIS C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2003)

Brusselsesteenweg, 199

9090 Melle

ELECTRABEL N.V. Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ELIA ASSET N.V. Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ELIA SYSTEM OPERATOR N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ENERGY EUROPE INVEST C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ENGIE CC C.V.B.A. (vanaf 1 juli 2008)

Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ENI BELGIAN BRANCH S.p.A. Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

ENI GAS & POWER N.V. Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

ENI TRADING AND SHIPPING S.p.A. (vanaf 1 april 2011)

Guimardstraat, 1 bus A

1040 Brussel

E.ON GENERATION BELGIUM N.V. Willemsstraat (Jan Frans), 200

1800 Vilvoorde

FLUXYS N.V. (vanaf 1 januari 2011)

Kunstlaan, 31

1040 Brussel

FLUXYS BELGIUM N.V. Kunstlaan, 31

1040 Brussel

FLUXYS LNG N.V. (vanaf 1 januari 2003)

Guimardstraat, 4

1040 Brussel

GASSCO (ex STATOIL) (vanaf 1 juni 2004)

Barlenhuisstraat, 1

8380 Zeebrugge

INDEXIS C.V.B.A. (vanaf 1 december 2002)

Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

K.V.B.G. V.Z.W. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

LABORELEC C.V.B.A. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

LANGERLO S.A. Swinnenwijerweg, 30

3600 Genk

METRIX C.V.B.A. (vanaf 1 januari 2005)

Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

ORES C.V.B.A. (ex Electrabel/ Netmanagement Wallonië) (vanaf 1 oktober 2008)

Jean Monnetlaan, 2

1348 Louvain-la-Neuve


Deze bijlage vernietigt en vervangt elke vorige versie van de bijlage nr. 1.

Opgemaakt te Brussel op 10 december 2015.

Bijlage nr. 1 - Lijst van de vennootschappen aangesloten bij O.F.P. Enerbel in het kader van dit plan De aangesloten vennootschappen van het O.F.P. Enerbel zijn de volgende :

ATRIAS C.V.B.A. Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

BELPEX N.V. Keizerslaan, 66

1000 Brussel

BRUSSELS NETWORK OPERATIONS C.V.B.A. Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

EANDIS C.V.B.A. Brusselsesteenweg, 199

9090 Melle

ELECTRABEL N.V. Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ELIA ASSET N.V. Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ELIA SYSTEM OPERATOR N.V. Keizerslaan, 20

1000 Brussel

ENERGY EUROPE INVEST C.V.B.A. Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ENGIE CC C.V.B.A. Simon Bolivarlaan, 34

1000 Brussel

ENI BELGIAN BRANCH S.p.A. Medialaan, 34

1800 Vilvoorde

ENI GAS & POWER N.V. Medialaan, 34

1800 Vilvoorde

ENI TRADING AND SHIPPING S.p.A. Medialaan, 34

1800 Vilvoorde

FLUXYS N.V. Kunstlaan, 31

1040 Brussel

FLUXYS BELGIUM N.V. Kunstlaan, 31

1040 Brussel

FLUXYS LNG N.V. Guimardstraat, 4

1040 Brussel

GASSCO

Barlenhuisstraat, 1

8380 Zeebrugge

INDEXIS C.V.B.A. Galerij Ravenstein, 4 bus 2

1000 Brussel

K.V.B.G. V.Z.W. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

LABORELEC C.V.B.A. Rodestraat, 125

1630 Linkebeek

LANGERLO N.V. Swinnenwijerweg, 30

3600 Genk

METRIX C.V.B.A. Werkhuizenkaai, 16

1000 Brussel

ORES C.V.B.A. Jean Monnetlaan, 2

1348 Louvain-la-Neuve

UNIPER GENERATION BELGIUM N.V. Willemsstraat (Jan Frans), 200

1800 Vilvoorde


Deze bijlage vernietigt en vervangt elke vorige versie van de bijlage nr. 1.

Opgemaakt te Brussel op 3 juni 2016.

Bijlage nr. 2 aan het reglement O.F.P. Enerbel De evaluatie van de activa gebeurt volgens de regels vermeld in de bijlagen van de rekeningen van het O.F.P. die aan de C.B.F.A. worden voorgelegd.

Diverse kosten en taksen zullen bij hun vervaldag afgehouden worden van de tegoeden van het O.F.P., zoals : - de transactie- en bewaringskosten; - de bijdrage aan de C.B.F.A.; - alle andere kosten van dezelfde aard die geheven zouden kunnen worden in het kader van een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening. HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1.Doel van het reglement Dit reglement is opgemaakt in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 30 juni 2005, 8 februari 2007, 8 november 2007(1) en 24 juni 2010(2) die het sectoraal aanvullend pensioenplan, dat op 1 juli 2005 in voege getreden is, respectievelijk hebben ingevoerd en gewijzigd. Het heeft als doel de rechten en plichten van de aangesloten vennootschappen en van de deelnemers te bepalen inzake aanvullende pensioenen en anderzijds hun relaties met het O.F.P. Enerbel en Contassur te regelen.

Het heeft als doel, tegen betaling van patronale en persoonlijke bijdragen, te voorzien in een pensioentoezegging van het type vaste bijdragen zonder resultaatsverbintenis vanwege het O.F.P. : - Voor de deelnemers 1. Een pensioenkapitaal op het ogenblik van hun opruststelling, dat gelijk is aan de som van de gestorte bijdragen, verhoogd met het rendement dat hen wordt toegekend;2. De toekenning van een invaliditeitsrente bij arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vóór de pensioendatum en de vrijstelling van betaling van de premies van het pensioenplan (pensioen en overlijden). - Voor de begunstigde(n) in geval van overlijden Een overlijdenskapitaal bij overlijden van de deelnemer vóór de pensioendatum. - Voor hun wees/wezen Een wezenrente bij overlijden van de deelnemer vóór de pensioendatum.

Het reglement omvat de berekeningsmodaliteiten en toekenningsvoorwaarden van deze voordelen.

Art. 2.Definities 2.1. Partijen - Het "O.F.P." : het Organisme voor de Financiering van Pensioenen Enerbel. - De "inrichter" : het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het gas- en elektriciteitsbedrijf". - De "aangesloten vennootschappen" : de bijdragende ondernemingen die vermeld staan in bijlage 1 van dit reglement. - De "maatschappij" : Contassur N.V. - De "deelnemers" : de personeelsleden van de aangesloten vennootschappen die aan de aansluitingsvoorwaarden voldoen. - De "begunstigden" : de deelnemers en hun rechthebbenden die de in dit reglement voorziene prestaties ontvangen.

De ex-deelnemers en hun rechthebbenden die verworven rechten hebben krachtens dit reglement. - De "echtgeno(o)t(e)" : de persoon die gehuwd is met de deelnemer, op voorwaarde dat de echtgenoten noch uit de echt, noch van tafel en bed gescheiden zijn. - De "wettelijk samenwonende" : de persoon die leeft met de deelnemer, overeenkomstig de wettelijke bepalingen die de wettelijke samenwoning regelen. - De "partner" : de persoon, met uitsluiting van een persoon die tot de 3de graad inbegrepen een bloedverwantschap heeft met de deelnemer, die onder hetzelfde dak leeft "als koppel" met de deelnemer, op voorwaarde dat noch de deelnemer, noch de partner getrouwd zijn en op voorwaarde dat, op het moment van het overlijden, de ononderbroken samenwoning minstens één jaar duurt. - De "wees" : elk kind van wie de afstamming ten aanzien van de deelnemer kan afgeleid worden uit het burgerlijk wetboek inzake het erfenisrecht en dat recht heeft op kinderbijslag of op bijslag voor gehandicapten op het moment van overlijden. - De "C.B.F.A." : de Commissie voor het Bank, Financie- en Assurantiewezen, zijnde de openbare instelling die waakt over de naleving van de wetgeving inzake aanvullende pensioenen. - De "beleggingsbeheerder" : Contassur Bijstand Advies (C.B.A.) door het O.F.P. belast met het beheer van haar tegoeden. 2.2. Berekeningsgrondslagen, begrippen en afkortingen 2.2.1. Pensioendatum Onder "pensioendatum" verstaat men : de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de 65ste verjaardag van de deelnemer.

Indien de deelnemer evenwel in dienst blijft na die datum, zal de aansluiting verlengd worden tot op het moment dat de deelnemer de onderneming effectief verlaat. Deze datum zal dan beschouwd worden als de datum van pensionering in de zin van dit reglement. 2.2.2. Vervroegde pensionering Onder "vervroegde pensionering" verstaat men in de zin van dit reglement : het vertrek met pensioen vóór de pensioendatum, maar ten vroegste de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de deelnemer de leeftijd van 60 jaar bereikt. 2.2.3. Referentiebezoldiging (T) De referentiebezoldiging (T) wordt door de aangesloten vennootschappen meegedeeld en stemt overeen met de jaarlijkse voltijdse brutobezoldiging van de deelnemer gelijk aan de maandelijkse bezoldiging van januari (basis 100) vermenigvuldigd met de indexcoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldigingen van het personeel van de gas- en elektriciteitssector op 1 januari en vermenigvuldigd met de jaarlijkse coëfficiënt, gelijk aan 13,92.

Ze houdt geen rekening met andere niet-recurrente voordelen, noch met salaristoeslagen, noch met premies.

De jaarlijkse referentiebezoldiging wordt vastgelegd bij de hernieuwing, dit is op 1 juli van elk jaar, en wordt als onveranderd beschouwd tot aan de volgende hernieuwing.

Voor de aansluitingen tijdens het jaar stemt de referentiebezoldiging overeen met de jaarlijkse voltijdse brutobezoldiging van de deelnemer gelijk aan de maandelijkse bezoldiging (basis 100) van de aansluitingsmaand vermenigvuldigd met de indexcoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldigingen van het personeel van de gas- en elektriciteitssector op 1 januari die aan de laatste hernieuwingsdatum voorafgaat en vermenigvuldigd met de jaarlijkse coëfficiënt, gelijk aan 13,92. 2.2.4. Bezoldigingsplafond (T1) Dit is de loongrens waarmee rekening wordt gehouden voor het bepalen van de patronale toelagen, de persoonlijke bijdragen, de overlijdensprestaties, en die tevens in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de uitkeringen "rustpensioenen en overlevingspensioenen" in het kader van de sociale zekerheid.

Deze loongrens bedraagt 47 171,84 EUR op 1 januari 2010 en wordt jaarlijks op dezelfde datum herzien op basis van de evolutie van de gezondheidsindex.

De nieuwe loongrens is van toepassing vanaf de hernieuwingsdatum en blijft onveranderd tot de volgende hernieuwing. 2.2.5. Coëfficiënt van huidige deeltijdse prestatie (tpa) De coëfficiënt van huidige deeltijdse prestatie wordt berekend op basis van de prestaties van de eerste werkdag van de lopende maand.

Hij dient om de patronale toelagen en de persoonlijke bijdragen te berekenen. 2.2.6. Coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie (tpm) De coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie (tpm) wordt berekend op basis van de dienstperiodes tijdens de loopbaan onder arbeidsovereenkomst met onbepaalde duur van de deelnemer in de sector gas en elektriciteit vastgesteld op 30 juni die voorafgaat aan de laatste herberekening van de prestaties. Hij dient om de verzekerde overlijdenskapitalen te wegen, om rekening te houden met de periodes van deeltijdse tewerkstelling.

Hij wordt berekend als volgt : tpm =som in maanden en dagen/30 van alle periodes gewogen door hun effectieve arbeidsratio's/so in maanden en dagen/30 van dezelfde periodes aan het arbeidsratio = 1 2.2.7. De inventarisdatum Het betreft de laatste werkdag van de betrokken maand, ten vroegste vanaf de datum van het in voege treden van dit plan. 2.2.8. Invaliditeit De gezondheidstoestand van de deelnemer die hem/haar in de onmogelijkheid stelt zijn/haar werk op een normale wijze uit te oefenen na het verstrijken van de periode van waarborg van inkomen die van toepassing is op de werknemers van de gas- en elektriciteitssector. 2.2.9. De uittreding De beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, voor zover de werknemer geen nieuwe arbeidsovereenkomst heeft afgesloten met een onderneming die gebaremiseerden tewerkstelt die onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2010 vallen. 2.3. Jaarlijkse herberekening De patronale toelagen en de persoonlijke bijdragen pensioen, alsook de prestaties overlijden en invaliditeit, worden éénmaal per jaar met ingang van 1 juli herbepaald op basis van de wijzigingen die zich voordeden in de referentiebezoldiging, in de burgerlijke staat en de familiale toestand van de deelnemer.

Iedere wijziging in de arbeidsratio zal, wat haar betreft, in aanmerking worden genomen in de berekening van de persoonlijke bijdragen en de patronale toelagen vanaf de eerste van de maand die samenvalt met of die volgt op de inwerkingtreding ervan.

Indien de burgerlijke staat of de familiale toestand van de deelnemer verandert, worden de prestaties overlijden herberekend in de loop van het jaar.

De aangesloten vennootschappen geven met het oog hierop de nodige inlichtingen door aan de pensioeninstelling.

Art. 3.Aansluitingsvoorwaarden Nemen verplicht deel aan dit reglement, de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 met betrekking tot de nieuwe arbeidsvoorwaarden van toepassing is en die onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2010 vallen.

De aansluiting gebeurt de eerste dag van de maand die samenvalt met of die voorafgaat aan de datum van indiensttreding.

De personeelsleden van de aangesloten vennootschappen die tot kaderlid worden bevorderd tijdens hun loopbaan, zijn vanaf de datum van hun promotie niet meer aangesloten aan dit reglement. Vanaf deze datum zullen deze deelnemers aangesloten zijn aan het O.F.P. Powerbel en zullen de reserves verworven in het kader van dit reglement getransfereerd worden naar het O.F.P. Powerbel.

Art. 4.Informatie aan de deelnemers Het reglement alsook de eventuele bijvoegsels worden door de aangesloten vennootschappen, eventueel elektronisch, ter beschikking van de deelnemers gesteld.

Elke deelnemer ontvangt éénmaal per jaar een individuele situatie die de verzekerde bedragen, de prestaties en de verworven reserves meedeelt en tevens alle andere informatie die de wet en de reglementering voorschrijft. HOOFDSTUK II. - Prestaties bij leven van de deelnemer op de pensioendatum

Art. 5.Verzekerde prestaties Bij leven van de deelnemer op de pensioendatum, waarborgt het reglement de storting van een kapitaal waarvan het bedrag het resultaat is van de kapitalisatie van de patronale toelagen en de persoonlijke bijdragen die werden gestort.

Art. 6.Wijze van samenstelling 6.1. Patronale toelagen 6.1.1. Rekening van de deelnemer De patronale pensioentoelagen die maandelijks aan het O.F.P. worden gestort, worden omgezet in rekeneenheden. Deze omzetting gebeurt door middel van de netto inventariswaarde van de rekeneenheid.

Deze rekeneenheden worden toegewezen aan een individueel contract, "rekening van de deelnemer" of "toelagecontract" genaamd. 6.1.2. Waarde van de rekening De waarde van de rekening van de deelnemer is gelijk aan de som van de activa van de deelnemer in het compartiment "Enerbel". Die activa worden vastgelegd door de netto inventariswaarde van de rekeneenheid van het compartiment te vermenigvuldigen met het aantal eenheden dat de deelnemer in dit compartiment bezit.

De netto inventariswaarde van een rekeneenheid van dit compartiment wordt verkregen door de activa van dit compartiment te delen door het totale aantal eenheden van het compartiment dat uitgegeven is of in omloop is gebracht op het moment waarop de inventariswaarde wordt bepaald.

De methode die gebruikt wordt voor de evaluatie van de activa wordt beschreven in bijlage 2.

Deze netto inventariswaarde wordt maandelijks bepaald, op iedere inventarisdatum. 6.1.3. Beheer van de activa De overeenstemmende activa worden beheerd volgens het investeringsbeleid zoals het werd bekrachtigd door de algemene vergadering van het O.F.P. en overeenkomstig de beleggingsregels voorzien in het koninklijk besluit van 12 januari 2007 betreffende het prudentieel toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. 6.2. Persoonlijke bijdragen De persoonlijke bijdragen van de deelnemers worden gestort op een individueel groepsverzekeringscontract bij de maatschappij, waarvan sprake in hoofdstuk VI van dit reglement.

Art. 7.Modaliteiten van uitkering Bij leven van de deelnemer op de pensioendatum is hij de begunstigde van de prestaties.

Deze zullen worden uitgekeerd onder de vorm van een kapitaal. Hij kan evenwel op dat moment ervoor kiezen een deel of heel dit kapitaal om te zetten in een lijfrente. Deze omzetting zal gebeuren volgens de modaliteiten beschreven in artikel 20 van dit reglement.

Het door het O.F.P. verschuldigde kapitaal wordt aan de begunstigde uitbetaald na aftrek van de verplichte afhoudingen, na afgifte van een attest van leven dat zijn geboortedatum vermeldt, samen met een recto-verso kopie van zijn identiteitskaart en zijn SIS-kaart. Indien de begunstigde een elektronische identiteitskaart heeft, dient een kopie van het uittreksel van de chip toegevoegd te worden. HOOFDSTUK III. - Prestaties bij overlijden van de deelnemer vóór de pensioendatum

Art. 8.Verzekerde prestaties 8.1. Kapitaal Overlijden Bij overlijden van de deelnemer vóór de pensioendatum wordt er aan de begunstigde(n) een kapitaal KO toegekend waarvan het bedrag gelijk is aan de waarde van de rekening van de deelnemer bij het O.F.P. met een minimum van : Voor de gehuwde deelnemers of wettelijk samenwonenden of partners : Het minimaal overlijdenskapitaal toegekend aan de begunstigde(n) is gelijk aan 3 maal de jaarlijkse referentiebezoldiging, het geheel gewogen door de coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie, hetzij KO min = 3 T . tpm Voor alleenstaande deelnemers : Het minimaal overlijdenskapitaal is gelijk aan éénmaal de jaarlijkse referentiebezoldiging van de deelnemer, vermenigvuldigd met de coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie, hetzij KO min = 1 T . tpm T en tpm worden gedefinieerd in artikel 2 onder punt 2.2.

Om een prestatie overlijden te kunnen genieten die rekening houdt met de partner, moet de deelnemer het bewijs van minstens één jaar samenwonen voorleggen aan de aangesloten vennootschap die hem tewerkstelt. De aangesloten vennootschap stuurt het door naar het O.F.P..

In dat opzicht moet de deelnemer, op het moment dat hij wenst dat een persoon erkend wordt als partner, een uittreksel uit het bevolkingsregister voorleggen (niet ouder dan twee maand) waaruit blijkt dat hij minstens één jaar hetzelfde domicilie deelt met deze persoon. Dergelijk uittreksel moet om de twee jaar ingediend worden bij de aangesloten vennootschap die hem tewerkstelt.

De hoedanigheid van partner gaat verloren indien de aangesloten vennootschap die hem tewerkstelt niet binnen de gestelde termijnen in het bezit werd gesteld van het uittreksel uit het bevolkingsregister dat aan de hierboven vermelde voorwaarden beantwoordt. 8.2. Wezenrente Het plan voorziet eveneens in de uitbetaling van een jaarlijkse tijdelijke wezenrente (WRT) die als volgt wordt bepaald : 2,25 pct. van het gedeelte van de jaarlijkse referentiebezoldiging begrensd tot het bezoldigingsplafond T1 verhoogd met 11,25 pct. van het gedeelte van deze bezoldiging dat dit plafond overschrijdt, het geheel gewogen door de coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie tpm.

In formulevorm betekent dit : WRT = [ 2,25 pct. min (T, T1) + 11,25 pct. max (0, T - T1) ] . tpm De jaarlijkse tijdelijke wezenrente is minstens gelijk aan 5 pct. van de jaarlijkse referentiebezoldiging van de deelnemer, gewogen door de coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie tpm.

Zij is maandelijks, per twaalfden, achteraf betaalbaar, voor zover er recht is op kinderbijslag of op bijslag voor gehandicapten.

Indien er aan meer dan drie wezen wezenrenten verschuldigd zijn, zal elke wees een rente krijgen die gelijk is aan de som van 3 renten gedeeld door het aantal wezen.

Art. 9.Modaliteiten van uitkering De waarde van de rekening van de deelnemer wordt door het O.F.P. via de maatschappij aan de aangeduide begunstigden gestort overeenkomstig het groepsverzekeringsreglement waarvan sprake in hoofdstuk VI van dit reglement.

De waarde van de rekening wordt berekend op basis van de laatst gekende netto inventariswaarde op het moment van overlijden.

Het eventuele saldo van het minimaal overlijdenskapitaal en de wezenrenten worden door de maatschappij aan de begunstigden betaald na afgifte van de documenten voorzien in het groepsverzekeringsreglement. HOOFDSTUK IV. - Prestaties bij invaliditeit van de deelnemer

Art. 10.Verzekerde prestaties 10.1. Vrijstelling van de premies De patronale toelagen en de persoonlijke bijdragen gestort aan het O.F.P. en aan de maatschappij zullen niet verschuldigd zijn, na de wachttijd van één jaar en evenredig met de invaliditeitsgraad, tijdens de periodes van volledige opschorting van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst die niet gedekt zijn door een gewaarborgd loon en die volledige kalendermaanden dekken tot de 24ste maand inbegrepen.

De toelagen en bijdragen die in het kader van de groepsverzekering gestort worden met betrekking tot de periodes van arbeidsongeschiktheid die voortvloeien uit een ziekte of een ongeval en niet gedekt zijn door een gewaarborgd loon, die volledige kalendermaanden dekken tot en met 24 maanden en die het behoud van de verzekerde prestaties mogelijk maken op het moment waarop de arbeidsongeschiktheid zich voordoet, zullen door de maatschappij ten laste worden genomen overeenkomstig het verzekeringsreglement invaliditeit nr. 3310. 10.2. Invaliditeitsrente De jaarlijkse invaliditeitsrente (Ri), na de wachttijd van één jaar, wordt bepaald als volgt : - Bij ziekte of ongeval in het privéleven 10 pct. van min (T; Pl ZIV) + 70 pct. van max (0; T - Pl ZIV) Pl ZIV is het wettelijk plafond waarop de uitkeringen van het R.I.Z.I.V. worden berekend.

T is de referentiebezoldiging zoals gedefinieerd in artikel 2 onder punt 2.2. - Bij arbeidsongeval of beroepsziekte (na de wachttijd van één jaar) 70 pct. van max (0; T - Pl AO) Pl AO is het wettelijk plafond waarop de uitkeringen inzake arbeidsongevallen worden berekend.

T is de referentiebezoldiging zoals gedefinieerd in artikel 2 onder punt 2.2.

Bij gedeeltelijke invaliditeit zal het bedrag van de rente aangepast worden naargelang de invaliditeitsgraad.

Voor de deelnemers die deeltijds werken, wordt de rente gewogen door een coëfficiënt van huidige deeltijdse arbeid (tpa), zoals gedefinieerd in artikel 2, maar op basis van de dag die voorafgaat aan het begin van de invaliditeit.

Elk terugval of nieuwe ziekte die zich voordoet binnen de 6 maanden vanaf de werkhervatting wordt opgeteld bij de voorgaande afwezigheid om zo te berekenen of de werknemer een afwezigheid van 1 jaar bereikt. 10.3. Uitkeringsmodaliteiten De invaliditeitsrente wordt maandelijks per twaalfden betaald.

Ze eindigt : a) wanneer de invaliditeit ophoudt;b) wanneer de wettelijke uitkering stopt;c) op de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de maand waarin de invalide deelnemer zijn aanvullend pensioen ontvangt en ten laatste in de maand waarin hij recht krijgt op zijn wettelijk pensioen. HOOFDSTUK V. - Contracten en premies

Art. 11.Bijdragen van de deelnemers De deelnemers dragen tot op de pensioenleeftijd bij tot de vorming van de voordelen voorzien in dit reglement door middel van persoonlijke bijdragen die op jaarbasis gelijk zijn aan : - 0,875 pct. (taksen inbegrepen) van het deel van de jaarlijkse referentiebezoldiging T op 1 januari, dat het bezoldigingsplafond T1 niet overschrijdt; verhoogd met - 2,625 pct. (taksen inbegrepen) van het deel van diezelfde bezoldiging dat het plafond overschrijdt.

Bij deeltijdse tewerkstelling wordt het bedrag van de bijdrage dat voortvloeit uit de toepassing van de hierbovengenoemde percentages gewogen door de coëfficiënt van huidige deeltijdse prestatie tpa.

Deze bijdragen worden maandelijks van de bezoldigingen van de deelnemers afgehouden door de aangesloten vennootschappen, die ze daarna aan de maatschappij doorstorten.

De bijdragen blijven verschuldigd tijdens de periode die gedekt is door een gewaarborgd loon of waarborg van inkomen.

Ze zijn niet meer verschuldigd tijdens de periodes van volledige opschorting van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst die niet gedekt zijn door een gewaarborgd loon of door een waarborg van inkomen die volledige kalendermaanden bestrijken.

Bij arbeidsongeschiktheid worden ze door de deelnemer ten laste genomen tijdens de periode die gedekt is door een gewaarborgd loon en door de aangesloten vennootschap tijdens de periode die gedekt is door een waarborg van inkomen. Tijdens de periode van invaliditeit die niet gedekt is door een gewaarborgd loon worden ze ten laste genomen door de maatschappij overeenkomstig het reglement van de verzekering invaliditeit nr. 3310.

Bij thematische verloven tot maximum 24 maanden tijdens de loopbaan van de deelnemer worden de bijdragen, ongeacht het arbeidsratio, eveneens door de werkgever ten laste genomen tijdens de desbetreffende opschorting.

Art. 12.Verbintenissen van de aangesloten vennootschappen De aangesloten vennootschappen storten maandelijks aan het O.F.P. de premies die nodig zijn om de prestaties van dit reglement te verzekeren.

Het bedrag van de pensioentoelagen bedraagt, taksen inbegrepen : - 2,625 pct. van het gedeelte van de jaarlijkse referentiebezoldiging T op 1 januari, dat het bezoldigingsplafond T1 niet overschrijdt; - 7,875 pct. van het gedeelte van diezelfde bezoldiging T dat dit plafond overschrijdt.

Bij deeltijdse arbeid wordt het bedrag van de toelage resulterend uit de toepassing van de hierbovenvermelde percentages gewogen door de coëfficiënt van de huidige deeltijdse prestatie tpa.

Bij arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur die elkaar opvolgen of een verbintenis van onbepaalde duur die volgt op een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, op voorwaarde dat er niet meer dan 3 maanden onderbreking is tussen de verschillende overeenkomsten, kan de werknemer, op het ogenblik van zijn aansluiting aan dit pensioenplan, vragen een éénmalige patronale toelage te mogen genieten die de periode onder arbeidsovereenkomst(en) van bepaalde duur dekt, voor zover hij toestemt om de éénmalige persoonlijke bijdrage te betalen met betrekking tot diezelfde periode, zoals voorzien in dit reglement.

De bezoldiging die als basis dient voor de berekening van deze éénmalige toelage en bijdrage is de referentiebezoldiging T die van toepassing is op het moment van aansluiting aan dit reglement.

De éénmalige bijdrage van de deelnemer zal aan de maatschappij gestort worden, hetzij samen met de eerste bijdrage verschuldigd door de deelnemer, hetzij samen met de betaling van de eerste eindejaarspremie, naar vrije keuze van de deelnemer. De éénmalige toelage zal samen met de éénmalige persoonlijke inhaalbijdrage van de deelnemer gestort worden.

Bij arbeidsongeschiktheid van de deelnemer blijven de toelagen verschuldigd tijdens de periode die gedekt is door het gewaarborgd loon of door de waarborg van inkomen.

Bij thematische verloven tot maximum 24 maanden tijdens de loopbaan van de deelnemer, ongeacht het arbeidsratio, blijven de bijdragen eveneens verschuldigd tijdens de desbetreffende opschorting.

Bij afdanking met onmiddellijke uitwerking stort de betrokken aangesloten vennootschap een éénmalige premie die gelijk is aan de som van de verschuldigde premies (pensioen en overlijden), pro rata temporis, voor de afgedankte deelnemer voor de opzeggingsperiode die gedekt is door een opzeggingsvergoeding of door een forfaitaire vergoeding van conventionele verbreking.

Elk jaar laat de raad van bestuur van het O.F.P. de jaarrekeningen op 31 december opmaken.

De betaling van de maandelijkse toelagen aan het O.F.P. gebeurt op het einde van elke maand. HOOFDSTUK VI. - Verzekeringscontracten Een deel van de prestaties voorzien door dit reglement wordt gedekt door meerdere verzekeringscontracten door de aangesloten vennootschappen aangegaan bij de maatschappij.

Art. 13.Groepsverzekering Dit contract waarborgt 100 pct. van het minimaal overlijdenskapitaal verminderd met de waarde van de rekening van de deelnemer op het moment van overlijden en de wezenrenten en wordt gefinancierd door patronale toelagen.

De patronale premies worden rechtstreeks door de aangesloten vennootschappen aan de maatschappij gestort op individuele groepsverzekeringscontracten, "toelagecontracten" genoemd.

De persoonlijke bijdragen van de deelnemers worden toegewezen aan de pensioenverzekering en maken het voorwerp uit van een individueel groepsverzekeringscontract, "bijdragecontract" genoemd.

Het gedeelte van de prestaties van dit reglement dat niet gedekt is door een groepsverzekering blijft rechtstreeks ten laste van het O.F.P.

Art. 14.Invaliditeitsverzekering Dit contract waarborgt 100 pct. van de invaliditeitsrentes alsook de vrijstelling van pensioen- en overlijdenspremies en wordt gefinancierd door patronale toelagen. HOOFDSTUK VII. - Rechten van de deelnemer

Art. 15.Verworven rechten van de deelnemer 15.1. Verworven reserves en prestaties - Bij uittreding in de zin dit reglement tijdens de loopbaan zijn de verworven reserves van de deelnemer deze die voortvloeien uit de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, en haar koninklijke uitvoeringsbesluiten. - Bij uittreding uit de gas- en elektriciteitssector tijdens de loopbaan om een andere reden dan afdanking om dringende reden in de loop van het eerste aansluitingsjaar aan het plan, is de verworven reserve van het patronale contract gelijk aan de waarde die overeenstemt met het aantal rekeneenheden dat op de rekening van de deelnemer bij het O.F.P. werd geaccumuleerd. - Bij afdanking om dringende reden tijdens het eerste aansluitingsjaar aan het plan, zal de waarde van de rekening van de deelnemer bij het O.F.P. gebruikt worden om de toekomstige toelagen van de betrokken aangesloten vennootschap te verminderen. - De deelnemer kan aanspraak maken op zijn verworven reserves op de datum van het vervroegd pensioen. - De verworven prestaties zijn de prestaties waarop de aangeslotene recht heeft op de datum van vervroegd pensioen, overeenkomstig dit reglement, indien hij, op het moment van uittreding, verworven reserves achterlaat bij het O.F.P. en bij de maatschappij. 15.2. Rendementswaarborg De deelnemer heeft op het moment van zijn uittreding, zijn pensionering, of in het geval van afschaffing van dit pensioenplan, recht op een minimumwaarborg conform de van kracht zijnde wetgeving op de aanvullende pensioenen.

Art. 16.Afkoop Behalve bij niet-betaling van de intresten verschuldigd in het kader van een inpandgeving kan de deelnemer slechts op het ogenblik waarop hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt het recht op afkoop van zijn reserves doen gelden en voor zover hij niet meer in dienst is bij de aangesloten vennootschappen.

De afkoop wordt door de deelnemer in een gedateerd en ondertekend schrijven aangevraagd. De afkoop gebeurt op de datum waarop de afkoopkwijting ondertekend wordt door de deelnemer.

Het recht op afkoop gebeurt overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke bepalingen.

Art. 17.Inpandgevingen De inpandgevingen van pensioenrechten toegestaan om een lening te waarborgen, mogen enkel aan de deelnemer worden toegekend voor het verwerven, het bouwen, het verbeteren, het renoveren of het transformeren van onroerende goederen gelegen in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die belastbare inkomsten opbrengen in België of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

Zodra deze onroerende goederen uit het patrimonium van de deelnemer verdwijnen, moeten deze leningen terugbetaald worden.

Deze inpandgeving wordt toegekend ten belope van de verworven rechten en onder de voorwaarden vastgelegd in de akte van inpandgeving.

Art. 18.Uittreding Bij uittreding worden de individuele contracten premievrij gemaakt. 18.1. Bestemming van de verworven reserves Bij uittreding beschikt de deelnemer over de volgende mogelijkheden : - de verworven reserves bij het O.F.P. behouden in dezelfde beleggingsvorm als op datum van de uittreding.

De sommen die bij het O.F.P. geplaatst zijn zullen verder in rekeneenheden uitgedrukt worden waarvan de waarde mee zal evolueren met de waarde van de overeenstemmende activa; - de verworven reserves met betrekking tot zijn groepsverzekeringscontracten op het moment van de uittreding bij de maatschappij behouden in een combinatie van het type "uitgesteld kapitaal". Op uitdrukkelijk verzoek van de deelnemer kan eveneens een combinatie van het type "gemengd van kapitalen" verkregen worden; - de verworven reserves laten overbrengen naar het pensioenorganisme van de nieuwe werkgever; - de verworven reserves laten overbrengen naar één van de instellingen die aanvullende pensioenen beheren zoals voorzien in het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van extra-legale voordelen aan de werknemers bedoeld in het koninklijk uitvoeringsbesluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, 1ste lid, 1° en 2° van het Wetboek van Inkomensbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst.

In geval van overdracht zal deze verrichting uitgevoerd worden door de maatschappij, nadat de bij het O.F.P. opgebouwde reserves naar haar overdragen zijn.

In geval van overdracht zullen de verworven reserves van het patronale contract gevaloriseerd worden tot aan de datum van overdracht op basis van de laatst gekende netto inventariswaarde van elk compartiment.

Bij behoud van de reserves bij het O.F.P. en/of de maatschappij is het de verantwoordelijkheid van de deelnemer om aan de betrokken instellingen iedere eventuele adreswijziging door te geven en hen de vereffening van de contracten te vragen op de vervaldag. 18.2. Te volgen procedure in geval van uittreding van de deelnemer (de gehele procedure moet schriftelijk gebeuren) - De aangesloten vennootschap verwittigt het O.F.P. binnen de 30 dagen die volgen op de datum van de uittreding; - het O.F.P. deelt de verworven reserves en prestaties van de deelnemer mee aan de aangesloten vennootschap binnen de 30 dagen die op deze mededeling volgen, alsook de verschillende keuzemogelijkheden beschreven onder punt 18.1.; - de aangesloten vennootschap of de door haar aangewezen instelling licht de deelnemer hier onmiddellijk over in; - de deelnemer moet zijn beslissing omtrent de bestemming van de opgebouwde reserves binnen de 30 dagen die volgen meedelen aan de aangesloten vennootschap of aan de door haar aangeduide instelling.

Indien binnen deze termijn geen beslissing werd meegedeeld, blijven de verworven reserves automatisch bij het O.F.P. en/of de maatschappij behouden in dezelfde beleggingscombinatie als vóór de uittreding.

Na afloop van deze termijn van 30 dagen mag de deelnemer echter te allen tijde de overdracht van zijn reserves naar een andere pensioeninstelling vragen; - de aangesloten vennootschap of de door haar aangeduide instelling deelt de beslissing van de deelnemer mee aan het O.F.P. binnen de 15 dagen; - de overdracht, naar keuze van de deelnemer, gebeurt binnen de 30 dagen. HOOFDSTUK VIII. - Diversen

Art. 19.Vrijwillige opschorting van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst Bij vrijwillige en volledige opschorting van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van meer dan één kalendermaand, onder om het even welke vorm (verlof zonder wedde, tijdskrediet, ouderschapsverlof,...), en onder voorbehoud van de opschortingen die beschreven staan in de collectieve arbeidsovereenkomsten van 30 juni 2005, 8 februari en 8 november 2007 en 24 juni 2010 (thematisch verlof tot maximum 24 maanden tijdens de loopbaan van de deelnemer, ongeacht het arbeidsratio), wordt de storting van de patronale toelagen en de persoonlijke bijdragen opgeschort, worden de pensioenprestaties proportioneel herleid en worden de dekkingen overlijden, wezenrenten en invaliditeit geschorst.

De waarde van de rekening van de deelnemer zal mee blijven evolueren met de netto inventariswaarde van de geaccumuleerde rekeneenheden.

Art. 20.Vereffening van de contracten onder de vorm van een rente De prestaties voorzien door dit reglement kunnen, op verzoek van de begunstigden, onder de vorm van een rente worden vereffend, behalve indien het jaarlijks bedrag van de rente van bij het begin minder dan of gelijk is aan het minimumbedrag vastgelegd bij wet van 28 april 2003 op de aanvullende pensioenen.

Het bedrag van de renten die uitgekeerd worden op basis van een bepaald kapitaal hangt af van de leeftijd van de begunstigde op het moment van het ingaan van de renten en verschilt naargelang het om een mannelijke of een vrouwelijke begunstigde gaat.

De renten vangen aan op de eerste dag van de maand die volgt op de gebeurtenis die aanleiding geeft tot de vereffening van de verzekerde prestaties. Ze worden maandelijks vooraf betaald en voor de laatste maal op de maandelijkse vervaldag die het overlijden van de rentenier voorafgaat of op de vastgelegde termijn indien het om tijdelijke renten gaat.

Indien de rente eveneens op het hoofd van de echtgeno(o)t(e) of de samenwonende werd gevestigd, en voor zover deze laatste de rentenier overleeft, zal de eerste hem/haar toekomende rente worden uitbetaald op de vervaldag die volgt op het overlijden van de rentenier.

Art. 21.Niet-betaling van de premies Bij staking van betaling van de bijdragen of toelagen wordt de betrokken aangesloten vennootschap in gebreke gesteld, per aangetekende brief waarin zij wordt zij herinnerd aan de vervaldag en de gevolgen van niet-betaling, ten vroegste 30 dagen te rekenen vanaf de vervaldag.

Indien de situatie niet geregulariseerd is binnen de 3 maanden volgend op de onderbreking van de stortingen, wordt elke deelnemer bij het verstrijken van deze termijn per gewone brief op de hoogte gebracht van de stopzetting van betaling van de bijdragen of toelagen.

Art. 22.Vereffening van het O.F.P. of uittreding van een aangesloten vennootschap 22.1. In geval van vereffening van het O.F.P. of uittreding van één of meerdere aangesloten vennootschappen zal het gedeelte dat door de betrokken aangesloten vennootschap ten gunste van de deelnemers werd opgebouwd in de tegoeden van het O.F.P. gelijk zijn aan de som van de reserves die de bij deze aangesloten vennootschap tewerkgestelde deelnemers hebben verworven, berekend op de datum van vereffening van het O.F.P. of van de uittreding van deze vennootschap(pen). 22.2. Indien de werkgever het plan voortzet, kan het tegoed overgedragen worden naar één of verschillende erkende instellingen.

Deze verrichting is onderworpen aan het akkoord van de deelnemers en aan het akkoord tussen de aangesloten vennootschap en het O.F.P. over de modaliteiten van die overdracht.

Transferkosten mogen in geen geval ten laste worden van de deelnemers gelegd worden.

Art. 23.Fiscale bepalingen Indien de deelnemer en de begunstigde in België gedomicilieerd zijn, op basis van de toestand die van kracht is op de datum van invoegetreding van dit plan, dan is de Belgische wetgeving van toepassing zowel op de bijdragen als op de prestaties. In het tegenovergestelde geval zouden de fiscale en/of sociale lasten kunnen worden toegepast op basis van de buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale verdragen die in dit verband van toepassing zijn.

Op basis van de Belgische fiscale wetgeving die van kracht is op de datum van invoegetreding van dit plan, geven de werkgeverstoelagen recht op aftrekbare beroepskosten en geven de persoonlijke bijdragen recht op een belastingvermindering, binnen de limieten en aan de voorwaarden die vastgelegd zijn door de wet, en meer bepaald de volgende : 1. inpandgevingen kunnen enkel toegestaan worden onder de voorwaarden die beschreven staan in dit plan;2. het bedrag - uitgedrukt in jaarlijkse rente - van : - de prestaties bij pensionering, gewaarborgd door deze overeenkomst, winstdeelname inbegrepen; - de wettelijke pensioenprestaties; - de andere aanvullende prestaties van eenzelfde aard waarop de aangeslotene recht zal hebben, met als enige uitzondering deze die het voorwerp uitmaken van een individueel levensverzekeringscontract dat ten persoonlijke titel werd onderschreven, overschrijdt geen 80 pct. van de laatste normale jaarlijkse brutobezoldiging, rekening houdend met een normale duur van beroepsactiviteit. De overdraagbaarheid ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) (met een maximum van 80 pct.) en de indexering van de voorziene rente (met een maximum van 2 pct.) worden in aanmerking genomen.

De jaarlijkse taksen op de patronale toelagen worden door de aangesloten vennootschappen ten laste genomen. De jaarlijkse taksen op de bijdragecontracten zijn ten laste van de deelnemers. Alle supplementen, zoals taksen en bijdragen, die een weerslag hebben of zouden hebben op het contract zullen verschuldigd zijn volgens de modaliteiten die worden voorzien door de wetgeving die ze invoert.

De belastingen, voorheffingen, rechten, taksen of bijdragen die verschuldigd zijn op de kapitalen, de renten en winstdeelname zijn, als gevolg van hun vereffening, ten laste van de begunstigden.

Art. 24.Geschillen Dit pensioenplan is onderworpen aan het Belgisch recht. Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de Belgische hoven en rechtbanken, kan elk probleem met betrekking tot dit plan voorgelegd worden aan de C.B.F.A., Congresstraat 10-16 te 1000 Brussel.

Art. 25.Inwerkingtreding van dit reglement Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2005. Het is de verderzetting van het algemeen reglement dat in voege is getreden op 1 januari 2002.

Bijvoegsel nr. 1 aan het algemeen pensioenreglement ten gunste van het gebaremiseerd personeel van de vennootschappen van de gas- en elektriciteitssector O.F.P. Enerbel Met dit bijvoegsel wordt bepaald dat artikel 10.3. van het reglement gewijzigd wordt als volgt : 10.3. Uitkeringsmodaliteiten "De invaliditeitsrente wordt maandelijks achteraf betaald, per twaalfden, en wordt jaarlijks op 1 april geïndexeerd vanaf het jaar dat volgt op de aanvang van de invaliditeit volgens het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex.".

De rest van het artikel blijft ongewijzigd.

Opgemaakt te Brussel op 24 november 2011.

Bijvoegsel nr. 2 aan het algemeen pensioenreglement ten gunste van het gebaremiseerd personeel van de vennootschappen van de gas- en elektriciteitssector O.F.P. Enerbel Met dit bijvoegsel wordt bepaald dat, vanaf 1 januari 2011, artikel 10.1. van het reglement gewijzigd wordt als volgt : 10.1. Vrijstelling van de premies "- Tijdens het 1ste jaar arbeidsongeschiktheid (wachttijd) De patronale toelagen en de persoonlijke bij dragen gestort aan het O.F.P. en aan de maatschappij blijven verschuldigd in verhouding tot de invaliditeitsgraad tijdens de periodes van volledige opschorting van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. - Tijdens het 2de jaar arbeidsongeschiktheid De patronale toelagen en de persoonlijke bijdragen met betrekking tot de periodes van arbeidsongeschiktheid die voortvloeien uit een ziekte of een ongeval, die volledige kalendermaanden dekken tot de 24ste maand inbegrepen, en die het behoud van de verzekerde prestaties mogelijk maken op het moment waarop de arbeidsongeschiktheid optreedt, zullen ten laste genomen worden door de maatschappij, in verhouding tot de invaliditeitsgraad, overeenkomstig het invaliditeitsverzekeringsreglement nr. 3310. - Vanaf het 3de jaar arbeidsongeschiktheid De patronale toelagen die bestemd zijn voor de financiering van de prestaties overlijden, die betrekking hebben op de periodes van arbeidsongeschiktheid die voortvloeien uit een ziekte of een ongeval en die volledige kalendermaanden dekken vanaf de 25ste maand arbeidsongeschiktheid tot het einde van de arbeidsongeschiktheid of de pensioendatum, zullen ten laste genomen worden door de maatschappij, in verhouding tot de invaliditeitsgraad, overeenkomstig het invaliditeitsverzekeringsreglement nr. 3310.

De patronale pensioentoelagen en de persoonlijke bijdragen worden niet meer gestort.".

Opgemaakt te Brussel op 22 november 2012. _______ Nota's (1) Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2007 en 8 november 2007 betreffende de wijziging en coördinatie van de arbeidsovereenkomsten van 30 juni en 15 december 2005 over de aanvullende pensioenen van de werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve overeenkomst van 29 september 2003 betreffende de nieuwe arbeidsvoorwaarden.(2) Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2010 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2007 en 8 november 2007. Bijvoegsel nr. 3 aan het algemeen pensioenreglement ten gunste van het gebaremiseerd personeel van de vennootschappen van de gas- en elektriciteitssector O.F.P. Enerbel Door dit bijvoegsel wordt bepaald dat artikelen 1, 2.2., 3, 8, 11 en 12 van dit reglement gewijzigd worden als volgt : - Met ingang van 1 juni 2014

Artikel 1.Doel van het reglement De eerste zin van alinea 1 wordt gewijzigd als volgt : "Dit reglement is opgemaakt in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 30 juni 2005(1), 8 februari en 8 november 2007(2), 24 juni 2010(3), 3 mei 2012(4) en 27 mei 2014(5) die het sectoraal aanvullend pensioenplan, dat op 1 juli 2005 in voege getreden is, respectievelijk hebben ingevoerd en gewijzigd.".

Artikel 3.Aansluitingsvoorwaarden De 1ste alinea wordt gewijzigd als volgt : "Nemen verplicht deel aan dit reglement, de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 met betrekking tot de nieuwe arbeidsvoorwaarden van toepassing is en die onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomsten vermeld in artikel 1 vallen.".

Artikel 8.Verzekerde prestaties 8.2. Wezenrente De laatste zin van punt 2 wordt geschrapt.

Artikel 11.Bijdragen van de deelnemers De voorlaatste zin wordt aangevuld als volgt : "Bij arbeidsongeschiktheid worden ze door de deelnemer ten laste genomen tijdens de periode die gedekt is door een gewaarborgd loon en door de aangesloten vennootschap tijdens de periode die gedekt is door een waarborg van inkomen. Tijdens de periode van invaliditeit die niet gedekt is door een gewaarborgd loon of een waarborg van inkomen worden ze ten laste genomen door de maatschappij overeenkomstig het reglement van de verzekering invaliditeit nr. 3310.". - Met ingang van 1 januari 2014 2.2. Berekeningsgrondslagen, begrippen en afkortingen "2.2.10. De anciënniteit De anciënniteit die gebruikt wordt bij de berekening van de patronale toelagen bij pensionering is samengesteld uit het aantal volledige jaren dienst vervuld onder arbeidsovereenkomst in de gas- en elektriciteitssector (PC 326).".

Artikel 12.Verbintenissen van de aangesloten vennootschappen De tweede alinea wordt gewijzigd als volgt : "Het bedrag van de pensioentoelagen bedraagt, taksen inbegrepen : Voor de werknemers die minstens 5 jaar anciënniteit hebben : - 2,625 pct. van het gedeelte van de jaarlijkse referentiebezoldiging T op 1 januari, dat het bezoldigingsplafond T1 niet overschrijdt; - 7,875 pct. van het gedeelte van dezelfde bezoldiging T dat dit plafond overschrijdt.

Voor de werknemers die minstens 5 jaar en minder dan 10 jaar anciënniteit hebben : - 2,7563 pct. van het gedeelte van de jaarlijkse referentiebezoldiging T op 1 januari, dat het bezoldigingsplafond T1 niet overschrijdt; - 8,2688 pct. van het gedeelte van dezelfde bezoldiging T dat dit plafond overschrijdt.

Voor de werknemers die minstens 10 jaar anciënniteit hebben : - 2,8875 pct. van het gedeelte van de jaarlijkse referentiebezoldiging T op 1 januari, dat het bezoldigingsplafond T1 niet overschrijdt; - 8,6625 pct. van het gedeelte van dezelfde bezoldiging T dat dit plafond overschrijdt.

Het bedrag van de toelagen wordt aangepast vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop de anciënniteit van 5 of 10 jaar bereikt is.".

Opgemaakt te Brussel op 20 november 2014. _______ Nota's (1) Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 over de aanvullende pensioenen van de werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve overeenkomst van 29 september 2003 betreffende de nieuwe arbeidsvoorwaarden.(2) Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2007 en 8 november 2007 betreffende de wijziging en coördinatie van de arbeidsovereenkomsten van 30 juni en 15 december 2005 over de aanvullende pensioenen van de werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve overeenkomst van 29 september 2003 betreffende de nieuwe arbeidsvoorwaarden.(3) Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2010 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2007 en 8 november 2007.(4) Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2012 betreffende de sociale programmatie van de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de nieuwe arbeidsvoorwaarden van toepassing is.(5) Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2014 betreffende de aanvullende pensioenen van de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de nieuwe arbeidsvoorwaarden van toepassing is. Bijvoegsel nr. 4 aan het algemeen pensioenreglement ten gunste van het gebaremiseerd personeel van de vennootschappen van de gas- en elektriciteitssector O.F.P. Enerbel Met dit bijvoegsel wordt bepaald dat, vanaf 1 april 2015, artikel 12 van dit reglement gewijzigd wordt als volgt :

Artikel 12.Verbintenissen van de aangesloten vennootschappen De volgende alinea's worden geschrapt : "Bij arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur die elkaar opvolgen of een verbintenis van onbepaalde duur die volgt op een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, op voorwaarde dat er niet meer dan 3 maanden onderbreking is tussen de verschillende overeenkomsten, kan de werknemer, op het ogenblik van zijn aansluiting aan dit pensioenplan, vragen een éénmalige patronale toelage te mogen genieten die de periode onder arbeidsovereenkomst(en) van bepaalde duur dekt, voor zover hij toestemt om de éénmalige persoonlijke bijdrage te betalen met betrekking tot diezelfde periode, zoals voorzien in dit reglement.

De bezoldiging die als basis dient voor de berekening van deze éénmalige toelage en bijdrage is de referentiebezoldiging T die van toepassing is op het moment van aansluiting aan dit reglement.

De éénmalige bijdrage van de deelnemer zal aan de maatschappij gestort worden, hetzij samen met de eerste bijdrage verschuldigd door de deelnemer, hetzij samen met de betaling van de eerste eindejaarspremie, naar vrije keuze van de deelnemer. De éénmalige toelage zal samen met de éénmalige persoonlijke inhaalbijdrage van de deelnemer gestort worden.".

Opgemaakt te Brussel op 10 december 2015.

Bijvoegsel nr. 5 aan het algemeen pensioenreglement ten gunste van het gebaremiseerd personeel van de vennootschappen van de gas- en elektriciteitssector O.F.P. Enerbel Met dit bijvoegsel wordt bepaald dat, met ingang van 1 juli 2016 en voor de werknemers die onder het toepassingsgebied vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2016 met betrekking tot de overdracht van de pensioenverbintenissen, de volgende artikelen gewijzigd worden als volgt :

Artikel 6.Wijze van samenstelling 6.1. Rekening van de deelnemer "De patronale pensioentoelagen en de persoonlijke bijdragen die maandelijks aan het O.F.P. worden gestort, worden omgezet in rekeneenheden. Deze omzetting gebeurt door middel van de netto inventariswaarde van de rekeneenheid.".

Het vervolg van het artikel blijft onveranderd.

De punten 6.1. "Patronale toelagen" en 6.2. "Persoonlijke bijdragen" worden geschrapt.

De punten 6.1.2. "Waarde van de rekening" en 6.1.3. "Beheer van de activa" worden respectievelijk punt 6.2. en 6.3.

Artikel 11.Bijdragen van de deelnemers De 3de alinea van artikel 11 wordt gewijzigd als volgt : "De bijdragen worden maandelijks door de bijdragende ondernemingen van de bezoldigingen van de deelnemers afgehouden en aan de maatschappij doorgestort.".

Artikel 11bis.Overdracht van de reserves Een artikel 11bis wordt tussengevoegd : "

Art. 11bis.Op 1 juli 2016 gebeurt een overdracht naar O.F.P. Enerbel, op de contracten van de deelnemers, van de in het kader van dit pensioenplan opgebouwde reserves bij de pensioeninstellingen, Ethias en Contassur overeenkomstig artikel 13.

Deze reserves zullen na overdracht evolueren volgens de netto inventariswaarde van de eenheden van het compartiment beheerd in O.F.P. Enerbel. De bijdragende ondernemingen waarborgen echter een minimumrendement van 3,25 pct. per jaar tussen de datum van de overdracht en de pensioendatum.".

Artikel 13.Groepsverzekering De 3de alinea van artikel 13 wordt geschrapt : "De persoonlijke bijdragen van de deelnemers worden toegewezen aan een pensioenverzekering en maken het voorwerp uit van een individueel groepsverzekeringscontract, "bijdragecontract" genoemd.".

Artikel 18.Uittreding Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt : "Bij uittreding worden de individuele contracten premievrij gemaakt. 18.1. Bestemming van de verworven reserves Bij uittreding beschikt de deelnemer over de volgende mogelijkheden : - de verworven reserves bij het O.F.P. behouden zonder wijziging van de pensioentoezegging en ze behouden in dezelfde beleggingsvorm als op datum van de uittreding.

De sommen die bij het O.F.P. geplaatst zijn zullen verder in rekeneenheden uitgedrukt worden waarvan de waarde mee zal evolueren met de waarde van de onderliggende activa. - de verworven reserves met betrekking tot zijn groepsverzekeringscontracten op het moment van de uittreding bij de maatschappij behouden in een combinatie van het type "uitgesteld kapitaal". Op uitdrukkelijk verzoek van de deelnemer kan eveneens een combinatie van het type "gemengd van kapitalen" verkregen worden; - de verworven reserves laten overbrengen naar het pensioenorganisme van de nieuwe werkgever; - de verworven reserves laten overbrengen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen verdeelt in verhouding tot hun reserves en de kosten beperkt volgens de regels die worden vastgesteld bij koninklijk besluit; - de verworven reserves laten overbrengen naar de onthaalstructuur bij de maatschappij.

In geval van overdracht zal deze verrichting uitgevoerd worden door de maatschappij, nadat de bij het O.F.P. opgebouwde reserves naar haar overdragen zijn.

In geval van overdracht zullen de verworven reserves van het patronale en persoonlijke contract gevaloriseerd worden tot aan de datum van overdracht op basis van de laatst gekende netto inventariswaarde van elk compartiment.

Bij behoud van de reserves bij het O.F.P. en/of de maatschappij is het de verantwoordelijkheid van de deelnemer om aan de betrokken instellingen iedere eventuele adreswijziging door te geven en hen de vereffening van de contracten te vragen op de vervaldag.

Opgemaakt te Brussel op 23 juni 2016.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 augustus 2017.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^