Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 december 2005
gepubliceerd op 17 maart 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de terugbetaling van de bijkomende carenzdagen door het fonds voor bestaanszekerheid in uitvoering van punt 2.3 van het nationaal akkoord van 7 april 2003

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012729
pub.
17/03/2006
prom.
30/12/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de terugbetaling van de bijkomende carenzdagen door het fonds voor bestaanszekerheid in uitvoering van punt 2.3 van het nationaal akkoord van 7 april 2003 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de terugbetaling van de bijkomende carenzdagen door het fonds voor bestaanszekerheid in uitvoering van punt 2.3 van het nationaal akkoord van 7 april 2003.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 30 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2004 Terugbetaling van de bijkomende carenzdagen door het fonds voor bestaanszekerheid in uitvoering van punt 2.3. van het nationaal akkoord van 7 april 2003 (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2005 onder het nummer 73933/CO/111) HOOFDSTUK I. - Inleiding 1.1. Toepassingsgebied.

Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders. 1.2. Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering het punt 2.3 van het nationaal akkoord van 7 april 2003. HOOFDSTUK II. - Terugbetaling bijkomende carenzdagen 2.1. Definitie De carenzdag wordt gedefinieerd in artikel 52, § 1, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1975) als de eerste werkdag van een periode van arbeidsongeschiktheid die geen veertien dagen duurt. 2.2. Regeling.

Onverminderd gunstiger regelingen en provinciaal en/of op ondernemingsniveau, worden, in uitvoering van het nationaal akkoord 2003-2004 van 7 april 2003, vanaf 1 januari 2004, alle carenzdagen betaald aan arbeiders met een minimumanciënniteit van drie maanden in de onderneming. Deze regeling is geldig voor onbepaalde duur. 2.3. Terugbetaling bijkomende carenzdag door het fonds voor bestaanszekerheid.

Ondernemingen die ingevolge de toepassing van punt 2.2., gemiddeld en globaal 2 carenzdagen per arbeider en per jaar meer moeten betalen dan volgens hun bestaande regeling van vóór 1 januari 2004, kunnen vanaf het 1e kwartaal 2005 voor deze bijkomende carenzdagen de terugbetaling vragen bij het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de metaalverwerkende nijverheid", volgens onderstaande modaliteiten. De terugbetaling is beperkt tot de boventallige carenzdagen die betaald werden tijdens het kalenderjaar 2004.

Commentaar 1. een onderneming die vóór 1 januari 2004 drie carenzdagen betaalde, kan nationaal akkoord invoering van de nieuwe regeling, voor de kost boven het globaal gemiddelde van 5 carenzdagen per arbeider per jaar de terugbetaling vragen bij het fonds voor bestaanszekerheid;2. een onderneming die vóór 1 januari 2004 twee carenzdagen betaalde, kan invoering van de nieuwe regeling, voor de kost boven het globaal en gemiddelde van 4 carenzdagen per arbeider per jaar de terugbetaling vragen bij het fonds voor bestaanszekerheid;3. een onderneming die vóór 1 januari 2004 één carenzdag betaalde, kan invoering van de nieuwe regeling, voor de kost boven het globaal en gemiddelde van 3 carenzdagen per arbeider per jaar de terugbetaling vragen bij het fonds voor bestaanszekerheid;4. een onderneming die vóór 1 januari 2004 geen carenzdag betaalde, kan invoering van de nieuwe regeling, voor de kost boven het globaal en gemiddelde van 2 carenzdagen per arbeider per jaar de terugbetaling vragen bij het fonds voor bestaanszekerheid. Bijvoorbeeld : een onderneming telt 100 arbeiders en heeft geen regeling inzake de betaling van de carenzdagen. Als blijkt dat in 2004 globaal 280 carenzdagen betaald werden, kan voor de 80 boventallige carenzdagen de terugbetaling gevraagd worden bij het fonds voor bestaanszekerheid. 2.4. Modaliteiten voor terugbetaling. § 1. Elke onderneming die ingevolge de toepassing van punt 2.2., gemiddeld en globaal 2 carenzdagen per arbeider meer moet betalen dan volgens hun bestaande regeling van vóór 1 januari 2004, kunnen op eigen initiatief tussen 1 januari 2005 en 15 juni 2005 aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid" de terugbetaling vragen van deze bijkomende carenzdagen. De terugbetaling geldt enkel voor bijkomende carenzdagen in 2004.

De berekening gebeurt op basis van de gemiddelde tewerkstelling van arbeiders in dienst in 2004 met een arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde duur, deeltijds of voltijds, met uitzondering van interimarissen, studenten en industriële leerlingen, en voorzover deze arbeiders onder het toepassingsgebied vallen van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.

De berekening van deze gemiddelde tewerkstelling gebeurt door het aantal bovengenoemde arbeiders ingeschreven in het electronische personeelsregister op de laatste dag van elke trimester van 2004 samen te tellen en te delen door vier.

De terugbetaling zal enkel gebeuren aan de ondernemingen die volledig in orde zijn met de betaling van alle bijdragen aan het fonds voor bestaanszekerheid. § 2. De aanvraag tot terugbetaling dient vóór 30 juni 2005 schriftelijk gericht te worden aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid", Ravensteingallerij 27/2, te 1000 Brussel.

Bij ontvangst van de aanvraag zal het fonds voor bestaanszekerheid onverwijld een aanvraagformulier overmaken aan de onderneming, die deze volledig ingevuld en ondertekend moet terugzenden aan bovenvermeld fonds voor bestaanszekerheid.

Het aanvraagformulier moet minstens volgende gegevens bevatten : - naam en volledig adres van de onderneming; - Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-nummer van de onderneming; - naam van de eventueel te contacteren verantwoordelijke; - het rekeningnummer van de onderneming; - het op ondernemingsvlak bestaand regime inzake carenzdagen in 2003; - het gemiddeld aantal arbeiders in dienst in 2003 en 2004; - het globaal aantal betaalde carenzdagen in 2003, het globaal aantal niet-betaalde carenzdagen in 2003 en het globaal aantal betaalde carenzdagen in 2004.

Aan het fonds voor bestaanszekerheid moeten, indien gevraagd, de nodige bewijsstukken overgemaakt worden om de waarachtigheid van de overgemaakte gegevens te bevestigen.

Nationaal akkoord goedkeuring door de bevoegde instanties van het fonds voor bestaanszekerheid zal het globale bedrag van de terugbetaling overgeschreven worden op de rekening van de onderneming. 2.5. Bedrag van de terugbetaling Het bedrag van de terugbetaling wordt forfaitair bepaald op 125 EUR per overtollige carenzdag die betaald werden tijdens het kalenderjaar 2004. HOOFDSTUK III. - Opdracht aan het fonds voor bestaanszekerheid Het "Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid" wordt, conform artikel 3, § 2 van zijn statuten, opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2003, belast met de uitvoering van bovenstaande bepalingen.

HOOFDSTUK IV. - Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2005 tot 31 december 200 5.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 december 2005.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^