Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 juli 2008
gepubliceerd op 04 september 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende vorming en opleiding

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013149
pub.
04/09/2008
prom.
30/07/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende vorming en opleiding (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende vorming en opleiding.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2008 Vorming en opleiding (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83832/CO/142.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijk en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Risicogroepen Bijdragen voor risicogroepen

Art. 2.Overeenkomstig hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, en haar uitvoeringsbesluit van 19 maart 2007 ter activering van de inspanning ten voordele van personen die tot de risicogroepen behoren en van de inspanning ten bate van de actieve begeleiding en opvolging van werklozen voor de periode 2007-2008, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 maart 2007, wordt de inning van 0,15 pct. voorzien voor onbepaalde duur, bevestigd.

Gezien deze inspanning, vragen partijen dat de Minister van Werk de sector zou vrijstellen van de stortingen van 0,10 pct. in 2007 en 2008 bestemd voor het "Tewerkstellingsfonds".

Definitie van risicogroepen

Art. 3.Rekening houdende met de bepalingen van hoger genoemd koninklijk besluit, wordt deze inning aangewend tot ondersteuning van vormings- en opleidingsinitiatieven van personen uit risicogroepen, met name langdurig werkzoekenden, kortgeschoolde werkzoekenden, werkzoekenden van 45 jaar en ouder, herintreders en herintreedsters, leefloners, personen met een arbeidshandicap, allochtonen, werkzoekenden in een herinschakelingsstatuut, (deeltijds) lerende jongeren, kortgeschoolde arbeiders, arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologie en arbeiders van 45 jaar en ouder.

Voor deze laatste categorie wordt daarenboven aanbevolen om vooraleer over te gaan tot de afdanking van een arbeider van 45 jaar of meer, contact op te nemen met de vakbondsafvaardiging, of bij ontstentenis hiervan, met één van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het paritair subcomité, teneinde alternatieve mogelijkheden inzake beroepsopleiding of herscholing te onderzoeken (conform de afspraken omtrent de sectorale tewerkstellingscel en de bepalingen rond werkzekerheid - artikel 6 - uit het nationaal akkoord van 30 mei 2005).

Individuele gevallen kunnen overgemaakt worden aan het sociaal fonds, dat in overleg met de sectorale tewerkstellingscel binnen Educam begeleidingsmaatregelen zal voorstellen.

Tewerkstellingscel

Art. 4.In het kader van het nationaal akkoord 2001-2002 van 10 mei 2001 werd binnen de bestaande Educamwerking een sectorale tewerkstellingscel ingevoerd.

Deze tewerkstellingscel zal zich met ingang van 1 juli 2007 meer specifiek inschrijven in de afspraken gemaakt in het generatiepact en in de regelgeving op nationaal en regionaal vlak.

De sociale partners bepalen binnen de instanties van Educam op welke manier Educam een zo groot mogelijke meerwaarde kan bieden aan de bedrijfseigen en overkoepelende tewerkstellingscellen zoals voorzien in de nationale en regionale regelgeving, rekening houdend met de beschikbare middelen. Het uiteindelijk doel is de arbeiders zo efficiënt mogelijk, en gebruik maken van reeds bestaande instrumenten zoals vorming en opleiding, outplacement en loopbaanbegeleiding, te begeleiden naar een wedertewerkstelling, indien mogelijk in de eigen sector.

Daarenboven zal Educam zich specifiek richten op de volledig werklozen binnen het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van metalen", die geen beroep kunnen doen op de tewerkstellingscel.

Daarenboven dient ze middels de wedertewerkstellingsbegeleiding van met ontslag bedreigde en van ontslagen arbeiders - met inbegrip van aanvullende opleidingen en begeleiding in het sollicitatietraject - het behoud van tewerkstelling binnen de sector mogelijk te maken.

De sociale partners engageren zich dat binnen de instanties van Educam de mogelijkheid zal onderzocht worden een database met gegevens over werkgevers van de sector op te stellen, rekening houdend met de beschikbare middelen.

Alternerend opleidingssysteem

Art. 5.In het kader van de opleiding van de deeltijds leerplichtigen engageren de ondertekenende partijen zich tot het verder uitbouwen van een kwalitatief en paritair beheerd alternerend opleidingssysteem.

Voltijds onderwijs

Art. 6.In het kader van een verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, engageren de ondertekenende partijen zich tot het verder uitbouwen van een kwalitatief en paritair beheerd voltijds opleidingssysteem. HOOFDSTUK III. - Recht op permanente vorming Bijdragen voor permanente vorming

Art. 7.De inspanningen op het gebied van de voortdurende vorming van werknemers en werkgevers verder ondersteund worden door de inning van 0,15 pct. van de brutolonen, voorzien voor onbepaalde duur.

Opdrachten aan Educam

Art. 8.De basisopdracht van Educam omvat het ondersteunen van een sectoraal opleidingsbeleid, met name : - het onderzoeken van kwalificaties- en opleidingsnoden; - het ontwikkelen van opleidingstrajecten in functie van de instroom en de permanente vorming; - de kwaliteitsbewaking en certificering van de opleidingsinspanningen ten behoeve van de sector; - het voeren van een promotiebeleid rond de Educam-producten en dienstverlening, in de eerste plaats ten aanzien van de bedrijven die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, alsook ten aanzien van de opleidingsfactoren. Dit promotiebeleid moet bijdragen tot een betere bekendheid van Educam als dusdanig en haar rol in de realisatie van een paritair opleidingsbeleid, alsook tot het imago van de sector in het algemeen; - de samenwerking tussen Educam en de bediendensector (via Cevora), zal verder worden uitgebouwd, teneinde de opleidingsinitiatieven op bedrijfsvlak voor arbeiders en bedienden optimaal te ondersteunen; - het bijstaan van bedrijfsleiders en vakbondsafgevaardigden bij de uitwerking van het opleidingsplan en het competentiebeheer in de ondernemingen; - het bijstaan en adviseren van werkgevers en arbeiders indien er zich op ondernemingsvlak problemen zouden voordoen bij het opmaken en uitwerken van opleidingsplannen voor arbeiders die van hun recht op permanente vorming geen gebruik kunnen of willen maken; - andere door de sector te bepalen opleidingsinitiatieven.

Naast het erkennen van opleidingen dient Educam ook een systeem en een procedure van certificering van werknemers uit te werken. Indien het opleidingsplan in door Educam erkende opleidingen voorziet en indien ze gevolgd worden door een competentietest in het kader van de certificering, dan dient daarover voorafgaand en/of in het kader van het opleidingsplan een akkoord te bestaan tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging (indien aanwezig). In geval van negatieve testresultaten wordt een principe-recht op remediëring voorzien, waarin de werkgever er zich toe verbindt om een niet-geslaagde cursist een éénmalig recht op een remediëringsopleiding aan te bieden.

De ondertekenende partijen ondersteunen de ondernemingen in hun intenties om : - overleg te plegen met de ondernemingsraad, en bij ontstentenis met de vakbondsafvaardiging, omtrent de permanente vorming; - de geleverde inspanningen inzake permanente vorming te plannen en maximaal te spreiden over alle arbeiders.

Opleiding buiten de werkuren

Art. 9.De ondertekenende partijen engageren zich om binnen Educam de erkenningscentra voor opleidingen zo aan te passen, dat ook opleidingen buiten de werkuren in aanmerking komen voor erkenning.

Alleszins is opleiding buiten de werkuren slechts mogelijk mits voldaan aan volgende criteria : - voor specifieke beroepen en activiteiten die vorming tijdens de werkuren onmogelijk maken; - minimum 4 uren en maximum 24 uren per 2 jaar per arbeider; - keuzemogelijkheid door de arbeider tussen recuperatie of uitbetalen van de vormingsuren; - enkel op vrijwillige basis en alleen voor arbeiders met een contract van onbepaalde duur; - onder controle en na een snelprocedure en mits voorafgaande goedkeuring door enerzijds de vakbondsafvaardiging en anderzijds de op te richten vorming, zoals bepaald in artikel 10 van deze overeenkomst.

Paritaire sectorale stuurgroep

Art. 10.De sociale partners richten een paritaire sectorale stuurgroep op, die uitwerking dient te geven aan, onder meer, het beter afstemmen van de opleidingsbehoeften binnen de ondernemingen op het opleidingsaanbod. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid Duur

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2007, en wordt gesloten voor onbepaalde duur met uitzondering van artikel 9 dat slechts voor bepaalde duur gesloten is, en buiten werking treedt op 30 juni 2009.

Zij kan door elk van de ondertekenende organisaties worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^