Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 juni 1999
gepubliceerd op 12 oktober 1999

Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Hoogstraten van algemeen nut wordt verklaard

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1999014195
pub.
12/10/1999
prom.
30/06/1999
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JUNI 1999. - Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Hoogstraten van algemeen nut wordt verklaard


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 juli 1926 houdende oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, inzonderheid op artikel 1bis, vervangen door de wet van 21 maart 1991;

Gelet op de wet van 26 juli 1962 gewijzigd bij de wet van 7 juli 1978 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;

Overwegende dat het HST-project een antwoord biedt op de huidige en verwachte mobiliteitsgroei en een belangrijke schakel vormt in het Europese hogesnelheidsnet;

Overwegende dat de Federale Regering en de Nederlandse Regering op 21 december 1996 gezamenlijk een verdrag hebben ondertekend voor de aanleg van een spoorverbinding voor hogesnelheidstreinen tussen Rotterdam en Antwerpen;

Overwegende dat, wat de hogesnelheidslijn Antwerpen-Nederlandse grens betreft, de Federale Regering geopteerd heeft voor een tracé in bundeling met de autosnelweg E19;

Overwegende dat de Vlaamse Regering op 23 mei 1996 besloten heeft de betrokken gewestplannen te wijzigen ten einde er bovenvermeld hogesnelheidstracé in op te nemen;

Overwegende dat de inbezitneming van de op de plannen nrs. : N6/0E19/075,7/T1 N6/0E19/076,6/T1 N6/0E19/077,8/T1 N6/0E19/078,7/T1 N6/0E19/079,9/T1 N6/0E19/081,0/T1 N6/0E19/081,9/T1 N6/0E19/082,7/T1 aangeduide percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Hoogstraten, nodig is voor de uitbouw van de bedding en de kunstwerken van de eigenlijke hogesnelheidslijn in de doortocht van deze stad en om, ermee verbonden, langs voornoemd baanvak, tussen deze hogesnelheidslijn en de autosnelweg E19, een veiligheidsstrook met of zonder aarden berm aan te leggen, de in de omgeving gelegen wegeninfrastructuur en waterlopen te verplaatsen of aan te passen en de dienstenzone te Minderhout en de parking in de douanezone her in te richten;

Overwegende dat de Federale Regering op 5 juli 1996 het tienjarenplan 1996-2005 der spoorweginvesteringen heeft goedgekeurd en in dit kader een aangepaste kalender ter verwezenlijking van het HST-project heeft aangenomen;

Overwegende dat de planning voor de realisatie van de hogesnelheidslijn naar Nederland gekoppeld is aan internationale afspraken inzake de treindienst;

Overwegende dat ingevolge deze planning de hogesnelheidslijn tussen Antwerpen en Nederland tegen 1 juni 2005 in gebruik dient te worden genomen;

Overwegende dat wegens de vooropstaande duurtijd van de vereiste werkzaamheden derhalve de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemene nutte onontbeerlijk is;

Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van de werken, kaderend in de aanleg van de hogesnelheidslijn tussen Antwerpen en Nederland, de onmiddellijke inbezitneming van de percelen gelegen op het grondgebied van de stad Hoogstraten en opgenomen in de plannen nrs. : N6/0E19/075,7/T1 N6/0E19/076,6/T1 N6/0E19/077,8/T1 N6/0E19/078,7/T1 N6/0E19/079,9/T1 N6/0E19/081,0/T1 N6/0E19/081,9/T1 N6/0E19/082,7/T1, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op voormelde plannen aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid artikel 5.

Art. 3.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN

Bijlage bij het koninklijk besluit van 30 juni 1999 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^