Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 mei 1997
gepubliceerd op 21 oktober 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid"

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012352
pub.
21/10/1997
prom.
30/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/30/1997012352/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 11 december 1979, inzonderheid op de artikelen 3, 14, §§ 2 en 3, en artikel 15;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid".

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1995 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979 houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 24 mei 1995 onder het nummer 37898/CO/109)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters - hierna werklieden genoemd - van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Art. 2.Artikel 3 van de statuten vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" wordt door de volgende bepalingen vervangen : «

Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1° aan de bij artikel 5, b) bedoelde werknemers aanvullende sociale toelagen toe te kennen;2° het financieren van de initiatieven te nemen door de in het paritair comité vertegenwoordigde organisaties, met het oog op de sociale en beroepsopleiding zoals zij door de raad van beheer van het fonds worden omschreven.» 3° het verrichten van de betaling van de aanvullende vergoeding in het kader van het conventioneel brugpensioen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf evenals van de bijzondere werkgeversbijdragen, bepaald bij artikel 268 van de programmawet van 22 december 1989, bij artikel 141 van de wet houdende sociale bepalingen van 29 december 1990 en bij de wet van 1995 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling;4° het innen van de bijdragen nodig voor de werking van het fonds;5° het uitkeren van de in punt 1° bedoelde toelagen en de terugbetaling van de in punt 2° bedoelde initiatieven;6° het uitkeren van de bijdrage, bedoeld bij artikel 14, § 2 van deze statuten, tot stijving van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kleding- en confectiebedrijf", opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 1981, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor het kleding- en confectiebedrijf en vaststelling van zijn statuten;7° het uitkeren van de vergoeding, voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 1991 betreffende een bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid;8° het uitkeren van de vergoeding, voorzien bij de artikelen 3 en 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1995 houdende maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming;9° de uitkering van de bijdrage betaald overeenkomstig artikel 14, § 3 van deze statuten, ter financiering van het "Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie" en ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1995 houdende maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming;10° het financieren van de codex houdende de collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.»

Art. 3.Artikel 14, § 2 van dezelfde statuten wordt door de volgende bepalingen vervangen : « § 2. Ter uitvoering van artikel 3, 6° van deze statuten maakt het fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen, aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kleding- en confectiebedrijf" een als volgt vastgesteld bedrag over : - van 1 juli 1993 tot 30 september 1995 : 0,53 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 oktober 1995 tot 30 juni 1996 : 0,45 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 juli 1996 tot 30 juni 1997 : 0,44 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. »

Art. 4.Artikel 14, § 3 van dezelfde statuten wordt gewijzigd als volgt : « § 3. Ter uitvoering van artikel 3, 9° van deze statuten maakt het fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen, aan het "Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC)" een als volgt vastgesteld bedrag over : - van 1 juli 1993 tot 30 september 1995 : 7,89 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 oktober 1995 tot 30 juni 1996 : 6,82 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 juli 1996 tot 30 juni 1997 : 6,67 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. »

Art. 5.Artikel 15 van dezelfde statuten wordt door de volgende bepalingen vervangen : «

Art. 15.§ 1. Van 1 juli 1993 tot 30 september 1995 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 1,90 pct. van de brutolonen der werklieden. § 2. Van 1 oktober 1995 tot 30 juni 1996 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 2,20 pct. van de brutolonen der werklieden. § 3. Van 1 juli 1996 tot 30 juni 1997 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 2,25 pct. van de brutolonen der werklieden. § 4. Het bedrag van de bijdrage kan alleen worden gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. »

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 1995 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1997.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^