Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 november 2001
gepubliceerd op 13 februari 2002

Koninklijk besluit houdende vaststelling van het aantal verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de provinciegouverneurs en de voorwaarden en modaliteiten van hun aanstelling

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000068
pub.
13/02/2002
prom.
30/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/30/2002000068/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het aantal verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de provinciegouverneurs en de voorwaarden en modaliteiten van hun aanstelling


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de provinciewet, inzonderheid op artikel 134, opgeheven bij de wet van 6 juli 1987, hersteld bij de wet van 7 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 19 april 1999;

Overwegende dat de financiële last verbonden aan de betrekking van verbindingsambtenaar zal gedragen worden door de provincie overeenkomstig artikel 69, 3°, van de provinciewet, gewijzigd bij artikel 225 van de wet van 7 december 1998;

Gelet op het protocol nr. 53 van 7 september 2001 van het onderhandelingscomité van de politiediensten;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 mei 2001;

Gelet op de hoogdringendheid die voortvloeit uit de inwerkingtreding, op 1 januari 2001 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus;

Overwegende dat beoogd wordt de korpsen van lokale politie feitelijk in plaats te stellen in de loop van het kalenderjaar 2001; dat einde 2001 de wettelijke in plaatsstelling dient te volgen; dat de provinciegouverneurs hun medewerking dienen te verlenen aan de verdere uitvoering en de ondersteuning van de politiehervorming op lokaal vlak; dat het daarom noodzakelijk is de gouverneurs dringend de medewerking te verzekeren van verbindingsambtenaren voor de opvolging en de ondersteuning van de politiehervorming; dat niet alle betrekkingen van brigadecommissaris zijn ingevuld; dat de provinciegouverneurs zo snel mogelijk verbindingsambtenaren willen in dienst nemen; dat dit enkel kan gebeuren op basis van dit besluit;

Gelet op advies 32.300/2 van de Raad van State, gegeven op 3 oktober 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de verbindingsambtenaar : de verbindingsambtenaar uit de politiediensten gedetacheerd bij de gouverneur, bedoeld in artikel 134 van de provinciewet;2° de gouverneur : de provinciegouverneur;3° de wet : de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus. HOOFDSTUK I. - Bepalingen met betrekking tot vaststelling van het aantal verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de provinciegouverneurs

Art. 2.Het aantal betrekkingen van verbindingsambtenaar per provincie bedraagt ten hoogste drie. HOOFDSTUK II. - Bepalingen met betrekking tot de voorwaarden en de modaliteiten van de aanstelling van de verbindingsambtenaren

Art. 3.De verbindingsambtenaar wordt door de gouverneur aangewezen voor een hernieuwbare termijn van maximum vijf jaar.

Voor de aanwijzing in deze functie komt uitsluitend in aanmerking een personeelslid van een politiedienst dat : - bekleed is met de graad van hoofdcommissaris van politie, commissaris van politie of hoofdinspecteur van politie en een anciënniteit heeft van ten minste vijf jaar in het midden- en/of officierskader op de dag van de publicatie van de vacante betrekking in het Belgisch Staatsblad; - beantwoordt aan het profiel opgenomen als bijlage bij dit besluit; - geen evaluatie met eindvermelding « onvoldoende » gekregen heeft in de loop van de vijf jaar die de publicatie van de vacante betrekking in het Belgisch Staatsblad voorafgaan; - zich bevindt in een administratieve stand waarin het zijn aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden.

In voorkomend geval kan de gemeenteraad of de politieraad van de politiezone waartoe de verbindingsambtenaar behoort beslissen om hem in bovental te plaatsen.

Na detachering mag het aantal betrekkingen ingenomen in het lokale politiekorps niet lager liggen dan het minimaal effectief van het operationeel personeel van de lokale politie bepaald door de Koning in uitvoering van artikel 38 van de wet.

Art. 4.De te begeven vacante betrekkingen worden door de gouverneur bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en in de oproepen tot mobiliteit gepubliceerd door de door de Minister van Binnenlandse Zaken in uitvoering van artikel VI.II.18 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, aangewezen dienst.

De kandidaturen worden aangetekend verstuurd naar de gouverneur, binnen een termijn van twintig werkdagen die aanvangt op de dag van bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad. Aan iedere kandidaat wordt een ontvangstbewijs toegestuurd.

Met de kandidatuur dienen meegezonden te worden : een curriculum vitae, een bondige uiteenzetting van de bekwaamheden en de motivering van de kandidaat voor de uitoefening van de functie van verbindingsambtenaar.

Art. 5.De kandidaturen, ingediend overeenkomstig artikel 4, worden onderzocht door een selectiecommissie, door de gouverneur samengesteld als volgt : 1° een arrondissementscommissaris van de provincie, voorzitter van de commissie;2° een bestuurlijke directeur-coördinator die zijn functie uitoefent in de provincie;3° een korpschef van een politiezone van de provincie;4° een externe politiedeskundige die geen lid is van een politiedienst, aangeduid door de Minister van Binnenlandse Zaken. De selectiecommissie beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 6.§ 1. De selectiecommissie bedoeld in artikel 5 onderzoekt de ontvankelijkheid van de kandidaturen.

De kandidaten die in aanmerking genomen worden na afloop van het in het eerste lid bedoelde onderzoek, worden gehoord door de selectiecommissie. Zij gaat na of de kandidaten met het profiel overeenstemmen.

Vervolgens rangschikt de selectiecommissie hen in drie categorieën geschiktheid voor de uitoefening van de functie van verbindingsambtenaar : zeer geschikt, geschikt en ongeschikt. § 2. De gouverneur wijst de verbindingsambtenaar aan uit de door de selectiecommissie zeer geschikt bevonden kandidaten.

Bij gebrek aan zeer geschikte kandidaten, kiest de gouverneur onder de geschikte kandidaten.

De aanwijzing wordt ter kennis gebracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Minister van Justitie.

Art. 7.Voor het verloop van elke periode van vijf jaar ononderbroken dienst, wordt de verbindingsambtenaar geëvalueerd door een evaluatiecommissie, samengesteld op dezelfde wijze als de selectiecommissie bedoeld in artikel 5.

De gouverneur kan beslissen om de evaluatiecommissie vervroegd bijeen te roepen.

In geval van ongunstige evaluatie kan de verbindingsambtenaar niet voor een nieuwe termijn aangewezen worden, of wordt, in voorkomend geval, een einde gesteld aan zijn aanwijzing.

Art. 8.De termijn van aanwijzing kan vervroegd beëindigd worden : - door de verbindingsambtenaar, indien deze gebruikt wenst te maken van de mobiliteitsregeling of wenst terug te keren naar zijn oorspronkelijk korps of zijn oorspronkelijke eenheid; - door de gouverneur, wanneer de verbindingsambtenaar ongunstig geëvalueerd wordt door de evaluatiecommissie die vervroegd werd bijeengeroepen door de gouverneur. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen

Art. 9.Zolang het aantal brigadecommissarissen die, in toepassing van artikel 240, eerste lid van de wet, hun betrekking blijven uitoefenen bij de gouverneur hoger ligt dan of gelijk is aan het aantal betrekkingen van verbindingsambtenaar bedoeld in artikel 2, kan geen enkele aanwijzing plaatsvinden op basis van het huidige besluit.

Art. 10.Voor de toepassing van artikel 3 wordt ook de anciënniteit in aanmerking genomen die werd verworven in de graden van de gemeentepolitie, de rijkswacht of de gerechtelijke politie bij de parketten die toegang geven, op 1 april 2001, tot de graden bedoeld in het voormelde artikel, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 12.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage bij het koninklijk besluit van 30 november 2001 Profiel van de verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de gouverneurs I. Algemene functieomschrijving - Ondersteunen van de gouverneur en de arrondissementscommissaris in hun opdrachten inzake veiligheid en politie; - Leiden, opvolgen, begeleiden en evalueren van projecten; - Het onderhouden van externe relaties zoals het contacteren van en het overleggen met federale, regionale of lokale, gerechtelijke, bestuurlijke of politionele autoriteiten; - Het deelnemen aan werkgroepen en vergaderingen; - Aanwenden van bijzondere gespecialiseerde verantwoordelijkheden vast te stellen door de Gouverneur, bijvoorbeeld inzake informatica en telecommunicatie, preventie, politieopleidingen, wapenwetgeving, verkeersbeleid.

II. Specifieke voorwaarden A. Kennis - Grondige kennis van de wettelijke bepalingen m.b.t. het politiewezen; - Grondige kennis van de organisatie, structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de geïntegreerde politiedienst, evenals van de externe partners;

B. Vaardigheden - De bekwaamheid om de verschillende opdrachten van de diverse opdrachtgevers op een coherente wijze tot een goed einde te brengen, en dit met de ter beschikking gestelde werkvormen en middelen; - De bekwaamheid tot organiseren : de bekwaamheid een organisatiestructuur te ontwikkelen voor de efficiënte en effectieve uitvoering van de opdrachten; - Zelfstandige beslissingen kunnen nemen : beslissingen kunnen nemen zonder problemen voor zich uit of in de schoenen van anderen te schuiven; - Initiatief durven nemen; - Bekwaamheid tot samenwerken : samen met de medewerkers bijdragen tot een gezamenlijk resultaat; - Over goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden beschikken; - Probleemoplossend ingesteld zijn : efficiënt zijn in het opsporen van mogelijke oorzaken van problemen alsook bijdragen tot het zoeken naar oplossingen; - Contactvaardig zijn.

C. Attitudes - Dynamisch en creatief zijn : met de nodige verbeeldingskracht nieuwe denkpistes en begrippen kunnen ontwikkelen; - Duidelijkheid, transparantie : zich helder, duidelijk en bevattelijk kunnen uitdrukken; - Stressbestendig zijn; - Innovatief denken; - In alle omstandigheden blijk geven van een correcte ingesteldheid; - Aanpassingsbereid zijn;

D. Specifieke vereiste - Bereid te werken in een permanentiesysteem in het kader van de handhaving van de openbare orde en/of de rampenplanning.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 30 november 2001 houdende vaststelling van het aantal verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de provinciegouverneurs en de voorwaarden en modaliteiten van hun aanstelling.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^