Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 september 2002
gepubliceerd op 07 november 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 20 februari 2001 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 13 maart 2001 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, inzake de vorming op het niveau van de voorzieningen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002013154
pub.
07/11/2002
prom.
30/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/30/2002013154/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 20 februari 2001 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 13 maart 2001 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, inzake de vorming op het niveau van de voorzieningen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 20 februari 2001 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 13 maart 2001 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, inzake de vorming op het niveau van de voorzieningen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 20 februari 2001 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 13 maart 2001 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten Vorming op het niveau van de voorzieningen (Overeenkomst geregistreerd op 15 juli 2002 onder het nummer 63334/CO/319)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder "werknemers" wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Onder "vorming" wordt verstaan alle vormen van permanent formeel en informeel leren die kaderen in het vormings-, trainings- en opleidingsbeleid van een voorziening.

Art. 3.In uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord 2000-2005" worden de voorziene middelen lineair en via de geëigende subsidiekanalen toegekend aan de voorzieningen naar rato van het aantal tewerkgestelde personeelsleden.

Art. 4.In overleg met de werknemers (ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming of vakbondsafvaardiging en bij ontstentenis daarvan het personeel) kunnen meerdere voorzieningen deze middelen gezamenlijk aanwenden om een gemeenschappelijk vormings-, trainings- en opleidingsaanbod te realiseren.

Art. 5.In overleg met de werknemers (ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming of vakbondsafvaardiging en bij ontstentenis daarvan het personeel) wordt de aanwending van deze middelen gekaderd binnen het globale vormings-, trainings- en opleidingsbeleid van de voorziening.

Art. 6.In overleg met de werknemers (ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming of vakbondsafvaardiging en bij ontstentenis daarvan het personeel) voert elke voorziening een aangepast vormings-, trainings- en opleidingsbeleid, waarbij onder meer : - een globaal vormingsplan wordt opgesteld, conform de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen en geïntegreerd in het kwaliteitshandboek; - met het oog op een kwaliteitsvolle dienst- en hulpverlening, alle personeelsleden het recht hebben om binnen het kader van een vormingskrediet (uren en budgetten) een passende vorming te genieten; - in een permanente opvolging en evaluatie voorzien is.

Art. 7.Bij het vormings-, trainings- en opleidingsbeleid op het niveau van de voorziening wordt rekening gehouden met externe vormings-, trainings- en opleidingsmogelijkheden, zoals onder meer geboden door het Sociaal Fonds voor risicogroepen en andere (inter)sectorale vormingen welke complementair aan het eigen aanbod kunnen zijn.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^