Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 september 2010
gepubliceerd op 05 november 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de regeling van afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten, vaderschaps- en adoptieverlof en ouderschapsverlof

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010204988
pub.
05/11/2010
prom.
30/09/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de regeling van afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten, vaderschaps- en adoptieverlof en ouderschapsverlof (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de koopvaardij;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de regeling van afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten, vaderschaps- en adoptieverlof en ouderschapsverlof.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 september 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de koopvaardij Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 2010 Regeling van afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijk opdrachten, vaderschaps- en adoptieverlof en ouderschapsverlof (Overeenkomst geregistreerd op 15 juni 2010 onder het nummer 99848/CO/316)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : - de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de koopvaardij; - de zeelieden, ingeschreven in de "Pool der zeelieden", zowel mannen als vrouwen, die door deze werkgevers zijn tewerkgesteld.

Art. 2.Afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten.

Zeevarenden tewerkgesteld op koopvaardijschepen hebben recht op volgende afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten : 1) Huwelijk van de werknemer : 2 dagen;2) Huwelijk van : - een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)te : 1 dag; - een (schoon)broer, (schoon)zuster, schoon(vader), schoon(moeder), stiefvader of stiefmoeder; - kleinkind van de werknemer. 3) Priesterwijding of kloosterintrede van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) : 1 dag;4) Overlijden van : - de echteno(o)te : 3 dagen; - een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e); - de (schoon)vader en (schoon)moeder; - de stiefvader en de stiefmoeder.

Overlijden van : - een (schoon)broer, (schoon)zuster, grootvader : 2 dagen; - grootmoeder, kleinzoon, kleindochter, schoonzoon of - schoondochter die bij de werknemer inwoont; - de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer. wordt gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werknemer.

Overlijden van : - een (schoon)broer, (schoon)zuster, grootvader : 1 dag; - grootmoeder, kleinzoon, kleindochter, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont; - de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer. wordt gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werknemer. 5) Plechtige communie van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) : 1 dag;6) Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de vrijzinnige jeugd : 1 dag;7) Bijwonen van een familieraad bijeengeroepen door de vrederechter : 1 dag;8) Deelname aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanvraag van de arbeidsrechtbank : de nodige tijd met maximum 5 dagen; De persoon met wie de zeevarende wettelijk samenwoont, zoals geregeld door artikel 1457 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, worden gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e) van de zeevarende.

Indien de zeevarende niet kan afgemonsterd worden zullen de dagen waarop hij recht heeft bijbetaald worden op het einde van de reis.

Indien hij kan afgemonsterd worden betaalt de reder de afmonsteringskosten en de aanmonsteringskosten voor een vervanger. In dit geval vervalt het recht van de zeevarende op inning van de vergoeding voor de dagen klein verlet.

Art. 3.Vaderschapsverlof en adoptieverlof De zeevarende heeft het recht om van het werk afwezig te zijn, ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat, gedurende 10 dagen waarvan de reder 3 dagen ten laste neemt en waarvan de overige 7 dagen (niet verplicht op te nemen) betaald worden door de "Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden".

De zeevarende dient het vaderschapsverlof op te nemen binnen de 4 maanden na de geboorte van het kind. Nochtans kan de zeevarende die aan boord was op het ogenblik van de geboorte van het kind en die niet of niet tijdig kon afgemonsterd worden, het vaderschapsverlof ook nog opnemen na genoemde periode. In dit geval is hij echter verplicht het verlof op te nemen aansluitend aan de reis tijdens dewelke de geboorte plaatsgreep.

De zeevarende dient het vaderschapsverlof op te nemen in een aaneengesloten periode.

De zeevarende heeft het recht om van het werk afwezig te zijn, omwille van het onthaal van een kind in zijn gezin in het kader van een adoptie. Het recht op adoptieverlof bedraagt maximum 6 weken indien het kind bij het begin van het adoptieverlof de leeftijd van 3 jaar niet bereikt heeft en maximum 4 weken indien het kind de leeftijd van 3 jaar bereikt heeft. Het adoptieverlof neemt alleszins een einde op het ogenblik dat het kind de leeftijd van 8 jaar bereikt. Om het recht op adoptieverlof te kunnen uitoefenen moet dit verlof een aanvang nemen binnen de 2 maanden volgend op de inschrijving van het kind als deel uitmakend van het gezin van de werknemer in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar hij zijn verblijfplaats heeft. De eerste 3 dagen zijn ten laste van de reder, de overige dagen (niet verplicht te nemen) worden betaald door de "Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden".

De zeevarende dient het adoptieverlof op te nemen in een aaneengesloten periode. Indien de verzekerde er voor kiest om niet het maximum toegestane aantal weken adoptieverlof op te nemen, dient het verlof tenminste een week of een veelvoud van een week te bedragen.

Indien de zeevarende niet kan afgemonsterd worden zullen de dagen waarop hij lastens de reder recht heeft bijbetaald worden op het einde van de reis.

Indien hij kan afgemonsterd worden betaalt de reder de afmonsteringskosten en de aanmonsteringskosten voor een vervanger. In dit geval vervalt het recht van de zeevarende op inning van de vergoeding voor de dagen die ten laste van de reder vallen.

Indien de zeevarende gebruik wenst te maken van de dagen betaald door de "Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden" meldt hij dit minstens één maand op voorhand aan de reder die op zijn beurt de hulp- en voorzorgskas op de hoogte brengt.

Art. 4.Ouderschapsverlof Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1997 tot instelling van een recht op ouderschapsverlof (koninklijk besluit van 29 oktober 1997, Belgisch Staatsblad van 7 november 1997) gesloten in de Nationale Arbeidsraad hebben zeevarenden bij de geboorte of de adoptie van een kind recht op 3 maanden ouderschapsverlof.

Gedurende deze 3 maanden ontvangt de zeevarende een uitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening of van de Pool van de zeelieden.

Om recht te hebben op ouderschapsverlof moet de zeevarende op het ogenblik van de aanvraag meer dan 12 maanden in dienst zijn bij een rederij.

Ouderschapsverlof kan toegekend worden vanaf de geboorte van een kind en uiterlijk tot het kind 12 jaar wordt. Bij de adoptie van een kind begint het recht te lopen vanaf de inschrijving van het kind als lid van het gezin.

De zeevarende stelt in samenspraak met de reder de periode vast tijdens dewelke het ouderschapsverlof zal opgenomen worden. De rederij brengt de Pool van de zeelieden hiervan op de hoogte.

Art. 5.Het artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten onder de opschortende voorwaarde dat een reglementaire regeling wordt uitgewerkt betreffende de betaling van de dagen door de "Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden".

Het artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten onder de opschortende voorwaarde dat een reglementaire regeling wordt uitgewerkt betreffende de betaling van de dagen door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening of door de Pool der zeelieden.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2004 tot regeling van afwezigheiddagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten, vaderschaps- en adoptieverlof en ouderschapsverlof in de koopvaardijsector (registratienummer 70168/CO/316) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 april 2006 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2004 tot regeling van afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten, vaderschaps- en adoptieverlof en ouderschapsverlof in de koopvaardijsector (registratienummer 79886/CO/316).

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2010 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van twaalf maanden, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de koopvaardij en aan elk van de ondertekenende partijen.

De termijn van twaalf maanden vangt aan vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité is toegestuurd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^