Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 september 2014
gepubliceerd op 06 oktober 2014

Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, wat de omzetting betreft van de aftrek voor uitgaven voor kinderoppas in een belastingvermindering

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2014003382
pub.
06/10/2014
prom.
30/09/2014
ELI
eli/besluit/2014/09/30/2014003382/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, wat de omzetting betreft van de aftrek voor uitgaven voor kinderoppas in een belastingvermindering


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen beoogt het KB/WIB 92 aan te passen ingevolge de omvorming van de aftrek voor uitgaven voor kinderoppas in een belastingvermindering door de wet van 13 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2012 pub. 20/12/2012 numac 2012003381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en financiële bepalingen sluiten houdende fiscale en financiële bepalingen.

De voormelde wet van 13 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2012 pub. 20/12/2012 numac 2012003381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en financiële bepalingen sluiten heeft vanaf aanslagjaar 2013 een aantal van het totale netto-inkomen aftrekbare uitgaven omgevormd in belastingverminderingen (de huidige artikelen 14533, 14535 en 14536, WIB 92). Het gaat met name om de aftrek van giften in geld (artikel 104, 3° tot 5° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 - WIB 92), de aftrek van bezoldigingen betaald of toegekend aan een huisbediende (artikel 104, 6°, WIB 92); de aftrek van uitgaven voor de oppas van één of meer kinderen (artikel 104, 7°, WIB 92) en het niet door subsidies gedekte gedeelte van de uitgaven die de eigenaar van niet verhuurde gebouwde onroerende goederen, delen van gebouwde onroerende goederen of landschappen die zijn beschermd overeenkomstig de wetgeving op het behoud van Monumenten en Landschappen of volgens een gelijkaardige wetgeving in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte, heeft gedaan voor het onderhoud en de restauratie ervan, voor zover die onroerende goederen, delen van onroerende goederen of landschappen, voor het publiek toegankelijk zijn (artikel 104, 8°, WIB 92).

Deze wijzigingen hebben tot gevolg dat uitvoeringsbepalingen in KB/WIB 92 met betrekking tot de uitgaven voor kinderopvang en voor het onderhoud en de restauratie van beschermde monumenten en landschappen en met betrekking tot de giften moeten worden aangepast. Wat de uitgaven voor het onderhoud en de restauratie van beschermde monumenten en landschappen betreft, gebeurde dit reeds in het koninklijk besluit van 30 juni 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/06/2014 pub. 10/07/2014 numac 2014003284 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de belastingverminderingen met betrekking tot de in artikel 5/5, § 4, eerste lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten bedoelde uitgaven sluiten tot wijziging van het KB/ WIB 92 op het stuk van de belastingverminderingen met betrekking tot de in artikel 5/5, § 4, eerste lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten bedoelde uitgaven. Wat de giften betreft, zijn de aanpassingen opgenomen in het koninklijk besluit van 4 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014003329 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, wat betreft de omzetting van de aftrek van giften in een belastingvermindering en wat betreft de bepalingen inzake de erkenning van instellingen die giften kunnen ontvangen sluiten tot wijziging van het KB/WIB 92, wat betreft de omzetting van de aftrek van giften in een belastingvermindering en wat betreft de bepalingen inzake de erkenning van instellingen die giften kunnen ontvangen. Dit besluit bevat de wijzigingen met betrekking tot de uitgaven voor kinderoppas.

Artikel 1 van dit besluit heft in hoofdstuk I van het KB/WIB 92, de afdeling XXIII op die artikel 61 bevat dat het hoogst aftrekbare bedrag van de uitgaven voor kinderoppas vastlegt op 11,20 euro per oppasdag en kind. Bij artikel 2 van dit besluit wordt in hetzelfde hoofdstuk I van het KB/WIB 92 een nieuwe afdeling XXVundecies/2 ingevoegd, die artikel 6318/8 bevat dat het maximumbedrag van de voor de belastingvermindering in aanmerking te nemen uitgaven voor kinderoppas eveneens vastlegt op 11,20 euro per oppasdag en kind Gelet op het advies 56.427/3 van de Raad van State van 27 juni 2014 met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, wat de omzetting betreft van sommige aftrekken van het inkomen in belastingverminderingen en wat de bepalingen betreft inzake de erkenning van instellingen die giften kunnen ontvangen, werd dit besluit om een eventueel vormgebrek te vermijden alsnog aan de Ministerraad voorgelegd, die er mee heeft ingestemd.

De Raad van State heeft in punt 5 van het voormelde advies van 27 juni 2014 opgemerkt dat een belastingaftrek iets anders is dan een belastingvermindering, zodat het vaststellen van een gelijk maximumbedrag voor beide, namelijk 11,20 euro, verschillende gevolgen heeft en meer is dan een louter technische aanpassing.

Eventueel verschillende gevolgen moeten evenwel eerder in verband worden gebracht met de fiscale techniek die wordt gebruikt om het voordeel in kwestie te verlenen (de marginale aanslagvoet voor de aftrek en een vast percentage voor de belastingvermindering) dan met het vastleggen van een maximumbedrag op zich. De onderstaande voorbeelden voor aanslagjaar 2013 (1) illustreren dit. basisveronderstelling : als alleenstaande belaste belastingplichtige die, rekening houdend met de beperking tot 11,20 euro per oppasdag per kind, 1.000 euro uitgaven voor kinderoppas heeft gedaan die recht geven op een fiscaal voordeel. geval 1 : het totaal netto-inkomen van de belastingplichtige bedraagt 25.000 euro - aftrekbare besteding : voordeel : 1.000 x 45 pct. = 450 euro - belastingvermindering : voordeel : 1.000 x 45 pct. = 450 euro geval 2 : het totaal netto-inkomen van de belastingplichtige bedraagt 20.000 euro - aftrekbare besteding : voordeel : 190 x 45 pct. + 810 x 40 pct. = 409,50 euro - belastingvermindering : voordeel : 1.000 x 45 pct. = 450 euro geval 3 : het totaal netto-inkomen van de belastingplichtige bedraagt 40.000 euro - aftrekbare besteding : voordeel : 1.000 x 50 pct. = 500 euro - belastingvermindering : voordeel : 1.000 x 45 pct. : 450 euro De "verplaatsing" van de bepaling die het maximumbedrag van de in aanmerking te nemen uitgaven voor kinderoppas vastlegt in het KB/WIB 92 heeft uitwerking vanaf aanslagjaar 2013, net als de omvorming van de aftrek voor uitgaven voor kinderoppas in een belastingvermindering door de voormelde wet van 13 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2012 pub. 20/12/2012 numac 2012003381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en financiële bepalingen sluiten. De maatregel treedt derhalve retroactief in werking, maar deze retroactiviteit is gerechtvaardigd, gelet op de nood om de continuïteit van de regelgeving te verzekeren en de mogelijke budgettaire kost van een niet-retroactieve inwerkingtreding.

In het kader van het regeerakkoord werd beslist om de aftrekbare uitgaven om te vormen in belastingverminderingen en twee unieke tarieven vast te leggen voor de belastingverminderingen (30 en 45 pct.). De voorwaarden waaronder de voordelen worden verleend, blijven evenwel behouden. Dit blijkt ook uit de memorie van toelichting bij het wetsontwerp houdende fiscale en financiële bepalingen : "De aftrek voor giften, bezoldigingen van een huisbediende, uitgaven voor kinderoppas en de uitgaven voor onderhoud en restauratie van monumenten en landschappen worden vanaf aanslagjaar 2013 omgezet in belastingverminderingen. De voorwaarden waaronder het fiscaal voordeel wordt verleend blijven in principe ongewijzigd. Het tarief waartegen het voordeel wordt berekend, wijzigt wel. Zoals gezegd, werd in het kader van het regeerakkoord beslist om de percentages voor de belastingverminderingen te vereenvoudigen en nog slechts twee percentages te weerhouden : 45 pct. voor de giften en de uitgaven voor kinderopvang en 30 pct. voor de andere" (Parl. St., Kamer, 53-2458/001, p. 15-16).

Het maximumbedrag van 11,20 euro per oppasdag per kind in het kader van het voordeel voor uitgaven voor kinderoppas maakt deel uit van die voorwaarden. Bij de raming van de budgettaire impact van de omvorming van de belastingaftrek in een belastingvermindering (waarvan de opbrengst door het monitoringcomité werd berekend op 56 miljoen euro voor 2013 en 116 miljoen euro voor 2014), werd voor het voordeel voor de uitgaven voor kinderoppas dan ook uitgegaan van een maximumbedrag van 11,20 euro per oppasdag per kind.

Ook uit de bespreking van de wet van 13 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2012 pub. 20/12/2012 numac 2012003381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en financiële bepalingen sluiten houdende fiscale en financiële bepalingen blijkt dat de wetgever het maximumbedrag van 11,20 euro per oppasdag per kind zag als één van de voorwaarden die werden behouden in het kader van de omvorming. Zo werd een amendement om het bedrag van 11,20 euro jaarlijks te indexeren om budgettaire redenen niet aangenomen (Parl. St., Kamer, 53-2458/002, p. 6-8, 53-2458/003, p. 17-18). Het niet vastleggen van een maximumbedrag voor de uitgaven voor kinderoppas voor de aanslagjaren 2013 en 2014 zou derhalve in strijd zijn met de wil van de wetgever en tevens zeer negatieve budgettaire gevolgen hebben. Ik durf dus te stellen dat de argumenten voor de retroactiviteit die hiervoor werden uiteengezet, ingegeven zijn door de wens om het algemeen belang te verdedigen.

In lopende zaken moet de regering zaken waarvoor geen nieuw initiatief van de regering is vereist en die met het oog op de continuïteit van het gezag door de uitvoerende macht moeten worden behandeld, verderzetten om te vermijden dat een voor de burgers nadelig vacuüm zou ontstaan.

Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, K. GEENS _______________ (1) inkomensschijven - belastingtarief aanslagjaar 2013 : 0 - 8350 euro : 25 pct. 8.350 - 11.890 euro : 30 pct. 11.890- 19.810 euro : 40 pct. 19.810- 36.300 euro : 45 pct. 36.300 euro - : 50 pct.

ADVIES 56.602/1/V VAN 3 SEPTEMBER 2014 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN HET KB/WIB 92, WAT DE OMZETTING BETREFT VAN DE AFTREK VOOR UITGAVEN VOOR KINDEROPPAS IN EEN BELASTINGVERMINDERING' Op 25 juli 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen, van rechtswege verlengd tot 9 september 2014, (*) een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het KB/WIB 92, wat de omzetting betreft van de aftrek voor uitgaven voor kinderoppas in een belastingvermindering'.

Het ontwerp is door de eerste vakantiekamer onderzocht op 2 september 2014 .

De kamer was samengesteld uit Geert Debersaques, kamervoorzitter, Bruno Seutin en Wilfried Van Vaerenbergh, staatsraden, Michel Tison, assessor, en Greet Verberckmoes, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Frédéric Vanneste, auditeur.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 3 september 2014.

Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich beperkt tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.

Dat onderzoek geeft geen aanleiding tot opmerkingen. (*) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege wordt verlengd met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus.

De griffier, G. Verberckmoes.

De voorzitter, G. Debersaques.

30 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, wat de omzetting betreft van de aftrek voor uitgaven voor kinderoppas in een belastingvermindering (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 14535, zesde lid, ingevoegd bij de wet van 13 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2012 pub. 20/12/2012 numac 2012003381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en financiële bepalingen sluiten;

Gelet op de wet van 13 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2012 pub. 20/12/2012 numac 2012003381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en financiële bepalingen sluiten houdende fiscale en financiële bepalingen;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 6 februari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, d.d. 13 mei 2014;

Gelet op advies nr. 56.602/1/V van de Raad van State, gegeven op 3 september 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In hoofdstuk I van het KB/WIB 92, wordt Afdeling XXIII. - Aftrek voor uitgaven voor kinderoppas. (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 113, § 2), dat het artikel 61 bevat, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2006 pub. 18/12/2006 numac 2006003580 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 tot uitvoering van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, van diverse bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de wet van 25 juni 2005 tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal type koninklijk besluit prom. 11/12/2006 pub. 18/12/2006 numac 2006012554 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 1994 tot uitvoering van artikel 8, § 1 en § 6 van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten, opgeheven.

Art. 2.In hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt een afdeling XXVundecies/2 ingevoegd, dat het artikel 6318/8 bevat, luidende : "Afdeling XXVundecies/2. - Belastingvermindering voor kinderoppas (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 14535, zesde lid)

Art. 6318/8.Het maximumbedrag van de voor de vermindering in aanmerking te nemen uitgaven voor kinderoppas vermeld in artikel 14535 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, is bepaald op 11,20 EUR per oppasdag en per kind.".

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking vanaf aanslagjaar 2013.

Art. 4.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 september 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, K. GEENS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Wet van 13 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2012 pub. 20/12/2012 numac 2012003381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en financiële bepalingen sluiten, Belgisch Staatsblad van 20 december 2012 (3de uitgave).

Koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I sluiten tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september 1993.

Koninklijk besluit van 11 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2006 pub. 18/12/2006 numac 2006003580 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 tot uitvoering van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, van diverse bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de wet van 25 juni 2005 tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal type koninklijk besluit prom. 11/12/2006 pub. 18/12/2006 numac 2006012554 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 1994 tot uitvoering van artikel 8, § 1 en § 6 van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten, Belgisch Staatsblad van 18 december 2006.

Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

^