Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 augustus 1999
gepubliceerd op 12 oktober 1999

Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012572
pub.
12/10/1999
prom.
31/08/1999
ELI
eli/besluit/1999/08/31/1999012572/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 AUGUSTUS 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er dringend aanleiding toe bestaat de opzeggingstermijnen om economische en sociale redenen te wijzigen in het belang van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren.

Art. 2.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de overeenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten en wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, de opzeggingstermijn vastgesteld op: 1° achtentwintig dagen wat de werklieden betreft die minder dan vijftien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;2° zesenvijftig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijftien en vijfentwintig jaren anciënniteit in de onderneming tellen;3° honderd en twaalf dagen wat de werklieden betreft die vijfentwintig of meer jaren anciënniteit in de onderneming tellen en de opzegging niet wordt betekend in het kader van een overdracht van een onderneming. § 2. In geval van opzegging met het oog op brugpensioen gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 3.De opzeggingen, betekend voor de inwerkingtreding van dit besluit, blijven hun gevolgen behouden.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 augustus 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.

^