Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 januari 2001
gepubliceerd op 28 februari 2001

Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van monstervoorbereiding en criteria voor de analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan mycotoxines in bepaalde voedingsmiddelen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022113
pub.
28/02/2001
prom.
31/01/2001
ELI
eli/besluit/2001/01/31/2001022113/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van monstervoorbereiding en criteria voor de analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan mycotoxines in bepaalde voedingsmiddelen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op de Richtlijn 98/53/EG van de Commissie van 16 juli 1998 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen;

Gelet op de verordening (EG) Nr. 194/97 van de Commissie van 31 januari 1997 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen, gewijzigd bij verordening (EG) Nr 1525/98 van de Commissie van 16 juli 1998;

Gelet op de beslissing van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies 30.865/3 van de Raad van State, gegeven op 12 december 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing voor de voedingsmiddelen waarvoor er maximale gehaltes voor aflatoxines zijn vastgelegd in verordening (EG) nr. 194/97 : aardnoten, noten en gedroogde vruchten, granen met inbegrip van boekweit, melk, en de voedingsmiddelen afgeleid uit één of meerdere van deze voedingsmiddelen.

Art. 2.Bij de bereiding van de monsters en bij de analyses voor de officiële controle (analyse en tegenanalyse) op de aflatoxinegehalten van de in artikel 1 bedoelde producten, houden de laboratoria zich aan de bepalingen vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.

Art. 3.Het koninlijk besluit van 16 september 1977 houdende vaststelling van de geldige referentiemethode voor ontleding van aflatoxine in grondnoten en de daaruit bereide producten wordt opgeheven.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 6 juni 1997 betreffende maximumgehalten aan bepaalde contaminanten in voedingsmiddelen wordt gewijzigd als volgt. Een artikel 1 bis wordt ingevoegd luidende als volgt : « Voor de controle op aflatoxines in aardnoten, noten, gedroogde vruchten en granen die bestemd zijn voor de rechtstreekse consumptie, alsook de ervan afgeleide en samengestelde voedingsmiddelen met relatief grote deeltjes (ongelijkmatige verdeling van de aflatoxineverontreiniging), is de partij niet conform het maximumgehalte zodra één of meer van de drie deelmonsters het maximumgehalte overschrijdt. »

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 januari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

Bijlage Bereiding van de monsters en algemene criteria voor de analysemethoden die worden gebruikt voor de officiële controle op de aflatoxinegehalten van bepaalde voedingsmiddelen 1. Voorzorgsmaatregelen Tijdens de bereiding moet het daglicht zoveel mogelijk worden geweerd, want aflatoxine breekt onder invloed van ultraviolet licht geleidelijk af.2. Berekening van de verhouding tussen dop en kern bij hele noten De maximumgehalten aan aflatoxinen die bij Verordening (EG) Nr. 1525/98 zijn vastgesteld, gelden voor het eetbare gedeelte.

Het aflatoxinegehalte van het eetbare gedeelte kan als volgt worden bepaald : - de hele noten van de monsters worden gedopt en het aflatoxinegehalte wordt bepaald op het eetbare gedeelte, of - voor de bereiding van het monster wordt de hele noot met de dop gebruikt. In dit geval moet worden geraamd wat het gewicht is van de kernen in het verzamelmonster. Daarvoor wordt een coëfficiënt vastgesteld die de verhouding van de kernen op de hele noten weergeeft. De verhouding wordt vastgesteld op basis van een honderdtal hele noten die uit de partij of uit het verzamelmonster worden genomen. Ze worden gewogen en gedopt en nadien worden de doppen en de kernen afzonderlijk gewogen. 3. Behandeling van het monster dat het laboratorium ontvangt Aangezien aflatoxine zeer ongelijkmatig over de partij verdeeld is, moeten de monsters met zeer veel zorg worden bereid (en vooral zeer goed worden gehomogeniseerd).Voor de homogenisatie moet al het materiaal worden gebruikt dat naar het laboratorium is opgestuurd.

Elk monster wordt fijngemalen en zorgvuldig vermengd zodat een volledig homogeen product ontstaat. 4. Door de laboratoria toe te passen analysemethoden De laboratoria moeten een methode gebruiken die aan de volgende criteria voldoet : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Opmerkingen : - De waarden gelden zowel voor B1 als voor de som van B1, B2, G1 en G2. - Als de som van de concentraties van de afzonderlijke aflatoxinen B1, B2, G1 en G2 moet worden geregistreerd, moet voor elk van die soorten aflatoxinen bekend zijn welk terugvindingspercentage de gebruikte analysemethode oplevert, of moeten de terugvindingspercentages van die soorten equivalent zijn. - De limieten van aantoning bij de gebruikte methoden zijn niet aangegeven, aangezien de betrouwbaarheidsparameters voor de betrokken concentraties zijn gegeven. - De betrouwbaarheidsparameters worden berekend met de vergelijking van Horwitz, d.i. : RSDR = 2 (1-0,5 log C) waarbij : - RSDR de relatieve standaardafwijking is, berekend op basis van resultaten die onder reproduceerbaarheidsomstandigheden zijn verkregen [(SR/x) x 100], - C de concentratieverhouding is (1 = 100 g/100 g, 0,001 = 1 000 mg/kg).

Dit is een algemene vergelijking voor de betrouwbaarheid, waarvan wordt aangenomen dat zij voor de meeste routine-analysemethoden niet wordt beïnvloed door de analyt of de matrix, maar alleen door de concentratie. 5. Analyserapport Het analytische resultaat wordt geregistreerd al dan niet met een correctie op basis van de terugvinding.De registratiewijze en het terugvindingspercentage moeten worden vermeld.

Het analytische resultaat wordt uitgedrukt op het eetbare gedeelte, in |gmg/kg. Het percentage eetbare deel (zie punt 2) moet worden vermeld.

Indien er een natte homogenisatie van droge voedingsmiddelen gebeurde, dient het analyserapport tevens te vermelden wat het percentage is van het voedingsmiddel op het homogenisaat, waarbij indien relevant ondubbelzinnig wordt vermeld of het hierbij gaat om de hele noten in de dop of enkel het eetbare deel.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 31 januari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

^