Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 januari 2010
gepubliceerd op 08 februari 2010

Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van overdracht van de personeelsleden en van de goederen, rechten en plichten van het Studiecentrum van de 15e-eeuwse schilderkunst in de Zuidelijke Nederlanden en het Prinsbisdom Luik naar het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium

bron
programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid
numac
2010021011
pub.
08/02/2010
prom.
31/01/2010
ELI
eli/besluit/2010/01/31/2010021011/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van overdracht van de personeelsleden en van de goederen, rechten en plichten van het Studiecentrum van de 15e-eeuwse schilderkunst in de Zuidelijke Nederlanden en het Prinsbisdom Luik naar het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I), inzonderheid op de artikelen 64 tot 66;

Gelet op het advies van de Wetenschappelijke Raad van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, gegeven op 18 juni 2008;

Gelet op het advies van de beheerscommissie van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, gegeven op 22 oktober 2008;

Overwegende dat bij beslissing van 24 november 2008, de algemene vergadering van het Studiecentrum voor de 15e-eeuwse schilderkunst in de Zuidelijke Nederlanden en het Prinsbisdom Luik (afgekort « Centrum ») heeft beslist tot zijn ontbinding over te gaan ten gunste van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium;

Overwegende dat de voorafgaande voorwaarde voor de uitvoering van artikel 65 van voornoemde wet van 24 juli 2008 wordt vervuld;

Overwegende dat de vereffenaar bij nota van 27 maart 2009 de vereffeningsrekeningen van het Centrum op 31 december 2008 heeft neergelegd;

Overwegende dat zij werden goedgekeurd bij beslissing van de buitengewone algemene vergadering van het Centrum op 18 mei 2009;

Overwegende derhalve dat artikel 66 van voornoemde wet van kracht kan laten worden;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 8 september 2009;

Gelet op het protocol nr. 147/2 van 7 januari 2010 van het Sectorcomité I - Algemeen bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de financiële bepalingen van dit besluit al zijn opgenomen in de begrotingswet voor het jaar 2009 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009;

Overwegende dat het noodzakelijk is, om verwarring op administratief vlak te voorkomen, dat de beheersbepalingen van dit besluit terugwerkende kracht hebben op dezelfde datum;

Overwegende dat het voor de juridische veiligheid onontbeerlijk is dat het zo vlug mogelijk wordt bekendgemaakt;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : - « Centrum », de VZW « Studiecentrum voor de 15e-eeuwse schilderkunst in de Zuidelijke Nederlanden en het Prinsbisdom Luik »; - « Instituut », het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.Het patrimonium van het Centrum alsook de voor zijn werking ter beschikking gestelde uitrusting, te weten het meubilair, de wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke uitrusting en de bibliotheek, worden overgedragen aan het Instituut.

Art. 3.Tenzij in dit besluit anders bepaald wordt, neemt het Instituut de opdrachten, rechten en plichten over van het Centrum, met inbegrip van de rechten en plichten die voortvloeien uit de huidige en komende rechtsvorderingen. HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de overdracht van de personeelsleden van het Centrum

Art. 4.De hierna vermelde personeelsleden van het Centrum worden ambtshalve overgedragen aan het Instituut waarin zij worden opgenomen als leden van het contractuele personeel met inachtneming van de bewoordingen van de overeenkomst die hen op 24 november 2008 aan het Centrum bond. De geldelijke anciënniteit verworven in het Centrum wordt beschouwd als een in het Instituut verworven geldelijke anciënniteit.

Naam Nom

Hoedanigheid Qualité

Dominique Deneffe

Wetenschappelijk medewerkster Collaboratrice scientifique

Hélène Mund

Wetenschappelijk medewerkster Collaboratrice scientifique


Art. 5.De personeelsleden als bedoeld in artikel 4 worden overgedragen samen met het meubilair, het materieel, de wetenschappelijke uitrusting en het wetenschappelijke patrimonium, de werken en de tijdschriften te hunner beschikking gesteld in het Centrum voor de uitoefening van hun ambt. HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende de overname van het beheer van het Centrum

Art. 6.Voorafgaandelijk aan de overdrachten als bedoeld in de artikelen 3 en 5, wordt een inventaris van alle betrokken uitrusting in gemeen overleg opgesteld tussen de Algemeen Directeur van het Instituut en de vereffenaar van het Centrum.

De inventaris wordt aan de Minister van Wetenschapsbeleid bezorgd na mededeling aan de beheerscommissie van het Instituut.

Art. 7.§ 1. Het Instituut neemt vanaf 1 januari 2009 het beheer en het drukken van de publicaties van het Centrum voor zijn rekening. § 2. Het Instituut neemt vanaf 1 januari 2009 de abonnementen voor zijn rekening op de tijdschriften en publicaties die door het Centrum genomen zijn voor zover er geen doublures zijn.

Art. 8.De vastgestelde rechten als gevolg van de verkoop van documenten of tijdschriften ten bate van het Centrum of ontvangen bij de toegang tot de bibliotheek van het Centrum en geregistreerd vanaf 1 januari 2009 tot de datum van bekendmaking van dit besluit, worden na inning gestort op een ten gunste van het Instituut geopende rekening.

Art. 9.Alle handelingen betreffende de personeelsleden alsmede de goederen, rechten en plichten, gesteld in het kader van een deugdelijk en redelijk beheer van het Centrum gedurende de periode tussen 24 november 2008 en de datum van bekendmaking van dit besluit, worden geacht te zijn verricht in naam en voor rekening van het Instituut waaraan die personeelsleden worden overgedragen of die goederen, rechten en plichten definitief worden toegekend. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 10.Hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2009 : - de artikelen 64 tot 66 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I); - dit besluit.

Art. 11.Onze Minister van Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 januari 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE

^