Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 mei 2000
gepubliceerd op 23 september 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de sociale maribel in de thuisverplegingssector

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012441
pub.
23/09/2000
prom.
31/05/2000
ELI
eli/besluit/2000/05/31/2000012441/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 MEI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de sociale maribel in de thuisverplegingssector (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de sociale maribel in de thuisverplegingssector.

Art. 2.Onze Minister Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 mei 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 5 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997.

Bijlage Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997 Sociale Maribel - thuisverplegingssector (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 1997 onder het nummer 44395/CO/305.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die thuisverpleging organiseren en/of coördineren en die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en op hun werknemers.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden en bediendenpersoneel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.

De werkgevers, zoals hierboven beschreven in het toepassingsgebied van de overeenkomst, oefenen activiteiten uit die betrekking hebben op de gezondheid zoals die in artikel 1, 1°, van bovenvermeld koninklijk besluit bedoeld worden. Deze activiteiten werden opgenomen in de divisies 85.1 of 85.3 van de statistische nomenclatuur, NACE genoemd.

De activiteitensector "thuisverpleging" ressorteert onder de Federale Minister van Sociale Zaken, welke het voogdijschap van de financiering van deze activiteiten heeft (via de tussenkomst van de ziekteverzekering).

Art. 3.Berekening van de opbrengst van de bijdrageverminderingen en de personeelsverdeling.

Voor de berekening van de opbrengst van de bijdrageverminderingen bepaald in artikel 2 van het bovenvermelde koninklijk besluit baseren de partijen zich op gegevens die in hun bezit zijn. Deze gegevens zijn geen weerspiegeling van de hele betrokken sector en hebben dus maar een indicatieve waarde : - het aantal werknemers gebonden door een arbeidscontract dat minimum halftijdse prestaties voorziet : 6 500; - het bedrag van de vermindering van de werkgeversbijdrage zoals bepaald in het uitvoeringsbesluit van 5 februari 1997 : 13 000 F per jaar; - de raming van de opbrengst van de bijdrageverminderingen : 84 500 000 F per jaar; - indien deze bijdragen worden toegekend voor alle bovenvermelde werknemers, zouden zij toelaten bijkomende werknemers in de volgende mate aan te werven : * indien jaarlijkse gemiddelde kost per werknemer : 800 000 F = 105 aanwervingen * indien jaarlijkse gemiddelde kost per werknemer : 1 000 000 F = 84 aanwervingen * indien jaarlijkse gemiddelde kost per werknemer : 1 200 000 F = 70 aanwervingen.

De partijen gaan de verbintenis aan om de statistische contouren van de sector op paritair niveau uiterlijk voor 30 september 1997 te verduidelijken.

Art. 4.Verdeling van de werknemers.

Er wordt verduidelijkt dat de prestaties verricht door de thuisverpleegkundigen aanleiding geven tot de tussenkomst van de ziekteverzekering, zoals zij georganiseerd wordt door de wet betreffende de verplichte verzekering van geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994. Deze tussenkomsten laten toe om uitsluitend de personeelskosten aangaande de tewerkstelling van het verplegend personeel evenals die van het noodzakelijke administratieve en omkaderingspersoneel te dekken.

Art. 5.Bevordering van de tewerkstelling.

De ondertekenende partijen gaan de verbintenis aan om een bijkomende inspanning te leveren in de vorm van een netto-aangroei van het aantal werknemers en een evenredige vermeerdering van het totale arbeidsvolume, in ruil voor de bijdrageverminderingen die zullen worden toegekend.

De netto-aangroei van het aantal werknemers evenals de evenredige vermeerdering van het arbeidsvolume dienen te worden gerealiseerd in vergelijking met het overeenstemmende kwartaal van het referentiejaar, met name het jaar 1996.

Overigens, zoals bepaald in artikel 4, § 6, van het koninklijk besluit kunnen, in afwijking van wat in dit koninklijk besluit voorzien is, de termen "netto-aangroei van het aantal werknemers" en "arbeidsvolume" door de Ministers van Arbeid en Tewerkstelling, van Sociale Zaken en van Volksgezondheid gedefinieerd worden.

Met het oog hierop zullen de ondertekenende partijen een gezamenlijke demarche doen ten aanzien van de betrokken ministers opdat deze rekening houden met de elementen die een invloed uitoefenen op de evolutie van het tewerkstellingsbestand en op het arbeidsvolume in de loop van de kwartalen voor welke de bijdragevermindering zou worden toegekend.

Art. 6.Categorieën van de aan te werven werknemers.

De werkgevers die van de verminderingen van de sociale bijdragen genieten, zullen bijkomend personeel aanwerven op basis van de volgende criteria : 1° functie : de werknemers aangeworven in het kader van deze overeenkomst zullen functies vervullen die zullen bijdragen tot een opwaardering van een versterking van de georganiseerde diensten voor thuisverpleging.De inhoud van deze functies zal verder door de partijen gepreciseerd worden bij onderzoek van de individuele toetredingsaanvragen voor deze overeenkomst.

Er wordt evenwel gepreciseerd dat het personeel dat in dit kader zou worden aangeworven, niet mag worden toegewezen aan zorgactiviteiten waarvoor er een tussenkomst van de ziekteverzekering (R.I.Z.I.V.) is. 2° arbeidsregime : meer dan 50 pct.van de werknemers tewerkgesteld in de thuisverplegings-sector leveren deeltijdse prestaties. Bijgevolg dienen de werkgevers die "MARIBEL"-werknemers aanwerven, zich niet te houden aan het quota van minimum 25 pct. deeltijdse werknemers.

Art. 7.Driemaandelijkse loonkost.

Teneinde te bepalen of het om een nettoverhoging gaat van het aantal werknemers tewerkgesteld door de werkgevers bepaald in het artikel 9 van de overeenkomst, wordt de driemaandelijkse loonkost van bijkomende werknemers als volgt geschat : a) - verzorgend hulppersoneel : 260 000 F - administratief personeel : 275 000 F b) verpleegkundig personeel/-personeel-vorming, onderzoek-ontwikkeling : 300 000 F Art.8. Toekenning van bijdrageverminderingen.

Het bedrag van de verminderingen van de sociale bijdragen, beoogd door het uitvoeringsbesluit van 5 februari 1997, zal door de Rijksdienst voor sociale zekerheid afgehouden worden van de gewone bijdragen, per kwartaal betaald door de werkgevers die in het toepassingsgebied van de overeenkomst vallen en daarna gestort worden in een ad hoc-fonds.

De partijen zullen bijgevolg een fonds oprichten, genaamd "Sociaal Fonds voor de thuisverpleging", waarvan zij de werking en het reglement van inwendige orde zullen bepalen (o.a. wat betreft de punten vermeld in de artikelen 3, 5, 6, 9, 10 en 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst).

Art. 9.Toetredingsprocedure.

De werkgevers die wensen gebruik te maken van de in het fonds beschikbare financiële middelen, zullen hiervoor een aanvraag indienen door middel van het document "toetredingsakte/intrekkingsakte" dat bij deze collectieve arbeidsovereenkomst is gevoegd.

Door deze toetreding, betekend door een werkgever of een groepering van werkgevers, verbinden de betrokken werkgevers er zich toe de hen ter beschikking gestelde financiële middelen toe te wijzen aan de creatie van bijkomende netto-arbeidsplaatsen en aan de evenredige vermeerdering van het arbeidsvolume, zoals bedoeld onder artikel 5 hierboven.

De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe dat de middelen toegekend door het fonds aan elke werkgever die hieromtrent een aanvraag doet, evenredig equivalent zijn aan het bedrag van de bijdragevermindering berekend op basis van het personeelsbestand door deze werkgever tewerkgesteld.

Art. 10.Controle.

Teneinde vast te stellen of er een netto-aangroei van het bestand en een evenredige vermeerdering van het arbeidsvolume plaatsgevonden heeft, dient de controle gericht te zijn op : - het geheel van de werkgevers dat in het toepassingsgebied valt van deze collectieve arbeidsovereenkomst en waarop de bijdrageverminderingen werden afgehouden om het fonds, bedoeld onder artikel 8, te spijzen; - de individuele werkgever die toegetreden is; - de groepering van werkgevers, wanneer het gaat om een gezamenlijke toetreding van verschillende werkgevers.

De volgende schikkingen worden bovendien getroffen : buiten de werknemerscategorieën bepaald in artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit van 5 februari 1997, worden evenmin beschouwd als bijkomende werknemers, de werknemers aangeworven in het kader van de tewerkstellingsakkoorden afgesloten in toepassing van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997).

Art. 11.Tijdschema van realisaties.

De werkgever die een toetredingsaanvraag doet, bepaalt vanaf welk kwartaal hij van de maribel-hulp wenst te genieten en dit ten vroegste vanaf het 2de kwartaal van het jaar 1997.

Hij zal moeten overgaan tot het netto aanwerven van bijkomend personeel vanaf het volgende kwartaal en dit telkens ten belope van het bedrag van de voor het vorige kwartaal verkregen hulp.

Art. 12.Halfjaarlijks verslag.

Overeenkomstig de bepalingen van het artikel 3, § 6, van het koninklijk besluit van 5 februari 1997, zullen de ondertekenende partijen om de zes maanden een verslag opstellen over de manier waarop de werkgevers die tot de overeenkomst toegetreden zijn, de middelen gebruikt hebben die hen toegewezen werden door het fonds.

Hiertoe zullen de nodige gegevens door de betrokken werkgevers worden overhandigd aan de voorzitter van het paritair subcomité.

Er zal een eerste verslag opgesteld worden zes maanden na het einde van het kwartaal zoals bedoeld in artikel 11, eerste alinea.

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking vanaf 1 april 1997 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

Ze mag worden herzien of opgezegd op initiatief van de meest gerede partij op voorwaarde dat een opzegging van drie maanden wordt betekend door middel van een aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 mei 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997, betreffende de sociale maribel in de thuisverplegingssector Toetredingsakte/Intrekkingsakte (*) Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de thuisverplegingssector, geregistreerd onder het nummer 44395/CO/305.02.

Gegevens van de werkgever : - benaming : . . . . . - sociale zetel : . . . . . - juridisch statuut : . . . . . - R.S.Z.-stamnummer : . . . . . - voornaamste uitgeoefende activiteit : . . . . . - totaal aantal werknemers dat tenminste halftijds tewerkgesteld wordt : . . . . . - indien de bovenvermelde werkgever solidair met andere werkgevers handelt in het kader van deze toetredingsakte, gelieve de namen van die andere werkgevers hier te vermelden (**) I. Toetreding De bovenvermelde werkgever verklaart kennis te hebben genomen van de hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997 alsook van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector en hiertoe toe te treden.

Hij verklaart bovendien het volgende : 1. kwartaal vanaf hetwelk hij vraagt om van financiële hulp, beheerd door het sectorale fonds, te genieten :......kwartaal 19.... (***) 2. Bedrag en toewijziging van de gevraagde hulp : aantal arbeidsplaatsen waarvan de creatie overwogen wordt :.............. voor elke bijkomende arbeidsplaats die de werkgever wenst te creëren, preciseren in de bijlage : - functiebeschrijving en vereiste kwalificaties; - wekelijks arbeidsregime; - gemiddelde totale loonkost per kwartaal (dit bedrag kan niet hoger zijn dan de bedragen vastgesteld in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997); - voorziene duur van het arbeidscontract. 3. Verbintenis De werkgever gaat de verbintenis aan om de opbrengst van de bijdrageverminderingen waarvan hij zal genieten, toe te wijzen aan bijkomende aanwervingen onder de voorwaarden zoals die bedoeld worden in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997. Het aantal bijkomende te creëren arbeidsplaatsen wordt, voor elke functie, verkregen door deling van het door het fonds toegekende bedrag door het bedrag bepaald in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997.

Indien het gaat om een gezamenlijke toetreding van verschillende werkgevers, zal de controle betreffende de netto-aangroei van arbeidsplaatsen en de vermeerdering van arbeidsvolume uitgevoerd worden op basis van de samengevoegde gegevens van deze werkgevers.

De werkgever gaat trouwens de verbintenis aan om regelmatig voor de nodige gegevens te zorgen, die de ondertekenende partijen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997 moeten toelaten het in artikel 12 van deze overeenkomst bedoelde verslag op te stellen.

Deze gegevens zullen aan de volgende specificiteiten beantwoorden : - periodiciteit : om de zes maanden en voor het eerst zes maanden vanaf het einde van het kwartaal waarin de maribel-hulp voor het eerst werd toegekend. - bestemmeling van de gegevens : voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten. - inhoud van de gegevens, per kwartaal welke aanleiding heeft gegeven tot het toewijzen van de hierboven bedoelde hulp : bedrag van de ontvangen hulp, aantal bijkomend aangeworven werknemers op basis van deze hulp en het respectievelijke arbeidsregime alsook de functie vervuld door deze werknemers, bewijs van de netto-aangroei van het aantal werknemers en van het arbeidsvolume.

De werkgever gaat de verbintenis aan om zijn toetredings- en/of intrekkingsaanvraag voor akkoord aan de ondernemingsraad voor te leggen of, bij ontstentenis ervan, aan het comité voor veiligheid en gezondheid of, bij ontstentenis ervan aan de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis ervan aan de vrijgestelde(n) van de representatieve werknemersorganisaties.

II. Toetredingsintrekking De hierbovenvermelde werkgever verklaart hiermee zijn toetreding tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997 terug te trekken, welke gedaan werd in de toetredingsakte van...............

Derhalve ziet hij af om van de verminderingen van de sociale bijdragen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 27 februari 1997 te genieten.

De opzegging van de bijdrageverminderingen treedt in werking vanaf......... kwartaal van het jaar........

Dit document dient overhandigd te worden aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, Belliardstraat 51 te 1040 Brussel.

Opgesteld te................................................ op..................... handtekening (+ naam en hoedanigheid).

Orgaan dat het personeel vertegenwoordigt : de werkgever : _______ Nota (*) schrappen wat niet past. (**) indien het een toetreding betreft van aparte werkgevers die samen handelen, dient niettemin elke individuele werkgever dit formulier in te vullen. (***) ten vroegste vanaf 2de kwartaal 1997.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 mei 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^