Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 mei 2001
gepubliceerd op 26 juli 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012483
pub.
26/07/2001
prom.
31/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/31/2001012483/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 september 1991, laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 1995, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 januari 1996;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar, met uitzondering van de bepalingen die in strijd zijn met artikel 4, tweede lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ponza, 31 mei 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Koninklijk besluit van 13 september 1993, Belgisch Staatsblad van 15 november 1993.

Koninklijk besluit van 22 januari 1996, Belgisch Staatsblad van 14 februari 1996.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 Verlenging van het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 23 september 1997 onder het nummer 45312/CO/207) Voorwerp

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel, de regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 (koninklijk besluit van 13 september 1991, Belgisch Staatsblad van 15 november 1991) gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, voor een bepaalde duur te verlengen van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1998.

Toepassingsgebied

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing : 1° op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, die niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten voor een onderneming, voor een groep van ondernemingen, voor een gewest of een subsector, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers in geval van ontslag;2° op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door voornoemd paritair comité. Modaliteiten

Art. 3.De in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van aanvullende vergoeding wordt uitgebreid tot de bedienden die beoogd zijn in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst en die : 1° de leeftijd van 58 jaar en meer hebben bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 1998;2° voldoen aan de terzake geldende voorwaarden voorzien in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992);3° ontslagen worden, behoudens wegens dringende reden zoals bedoeld in de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten. De betrokken bedienden zullen desgevallend door hun werkgever uitgenodigd worden tot een onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad; er zal desgevallend, tot de ontslagprocedure worden overgegaan.

Om te genieten van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de betrokken bedienden hun akkoord moeten betuigen met de opzeggingstermijn vastgesteld in artikel 82, § 2, eerste en tweede lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zijnde met een opzeggingstermijn van drie maanden per voltooide of begonnen schijf van vijf jaar dienst bij de door het vorig lid van dit artikel beoogde werkgever.

Art. 4.Voor de betrokken bedienden en zonder afbreuk te doen aan artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, gelden dezelfde voorwaarden en procedures als deze bepaald in de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zal berekend worden zoals bepaald in de artikelen 5, 6 en 7 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

Bijgevolg zal deze aanvullende vergoeding gelijk zijn aan de helft van het verschil tussen het netto (begrensd) referteloon van de betrokken bediende en de werkloosheidsuitkering die hem zal toegekend worden.

Art. 5.De in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt toegekend vanaf het einde van de opzeggingstermijn tot en met de maand waarin de bruggepensioneerde bediende de leeftijd bereikt waarop zijn rustpensioen ingaat.

Art. 6.De in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Dit bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad : - gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen; - herzien overeenkomstig de herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale Arbeidsraad, jaarlijks vastgesteld in functie van de evolutie van de regelingslonen.

Art. 7.De betrokken bruggepensioneerde bedienden verbinden zich ertoe hun laatste werkgever onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit hernemen. Hernemen zij een andere activiteit dan deze die aan de bruggepensioneerden door de wetgeving toegelaten is, dan wordt de uitbetaling van de in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding opgeschort.

In elk geval zullen zij om de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.

Duur

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt geloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 1997 en eindigt op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 mei 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^