Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 mei 2001
gepubliceerd op 19 september 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1998, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de sport, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de betaalde voetballer

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012513
pub.
19/09/2001
prom.
31/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/31/2001012513/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1998, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de sport, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de betaalde voetballer (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars;

Gelet op het verzoek van het Nationaal Paritair Comité voor de sport;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1998, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de sport, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de betaalde voetballer.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ponza, 31 mei 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 24 februari 1978, Belgisch Staatsblad van 9 maart 1978.

Bijlage Nationaal Paritair Comité voor de sport Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1998 Arbeidsvoorwaarden van de betaalde voetballer (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 1998 onder het nummer 48740/CO/223) HOOFDSTUK I. - Inleiding

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de sport.

Zij is van toepassing op de betaalde voetballers en hun werkgevers.

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst beoogt de arbeidsverhoudingen tussen werkgevers en werknemers te harmoniseren en te codificeren met eerbiediging van de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen inzake het gemene arbeidsrecht en het specifieke recht van toepassing op de betaalde sportbeoefenaar.

Art. 3.Zij is, vanaf haar inwerkingtreding, van toepassing op de lopende contracten, behoudens de specifieke afwijkingen waarin deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziet.

Art. 4.Zij treedt in werking na goedkeuring in het Nationaal Paritair Comité voor de sport en is van toepassing op de lopende contracten vanaf 1 september 1998. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt de algemene samenwerkingsprincipes te bepalen en de minimale arbeidsvoorwaarden te preciseren die de arbeidsverhoudingen moeten regelen.

Art. 6.De in deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen bepalingen maken integrerend deel uit van de individueel tussen werkgever en werknemer afgesloten arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Iedere met deze collectieve arbeidsovereenkomst strijdige bepaling in de arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement is van rechtswege nietig voor zover ze de rechten van de werknemer inkrimpt of zijn verplichtingen verzwaart. HOOFDSTUK III. - Toepassingsgebied

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle contracten die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, afgesloten tussen de betaalde voetballers en hun werkgevers die deel uitmaken van de vereniging zonder winstoogmerk Liga Beroepsvoetbal. HOOFDSTUK IV. - Verzoeningscommissie

Art. 9.De ondertekenende partijen komen overeen een paritaire verzoeningscommissie op te richten die de problemen in verband met de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet onderzoeken en moet toezien op de naleving ervan. In haar schoot moet de taalpariteit worden gerespecteerd.

Art. 10.Behoudens de voorzitter en de secretaris van het Nationaal Paritair Comité voor de sport bestaat de verzoeningscommissie uit minstens zes leden van het Nationaal Paritair Comité voor de sport, waarvan er drie de vakorganisaties vertegenwoordigen en drie de werkgeversorganisaties, en die gekozen zijn uit de effectieve of plaatsvervangende vertegenwoordigers van voornoemde organisaties.

Art. 11.§ 1. Indien zich binnen een club-werkgever een geschil voordoet over de interpretatie van de collectieve arbeidsovereenkomst, over de toepassing van de daarin aangegane verbintenissen en/of de fundamentele principes die een weerslag kunnen hebben op alle clubs, legt de meest gerede partij de voorzitter van de commissie het onderwerp van het geschil schriftelijk voor. § 2. Die laatste roept de commissie samen binnen een termijn van maximum zeven werkdagen ingaand op de dag waarop het geschil bij hem aanhangig is gemaakt. De uitnodiging vermeldt het onderwerp van het geschil. § 3. De commissie put, indien mogelijk in één zitting, alle middelen tot bemiddeling en verzoening die zich aanbieden uit door elk voorstel of elke suggestie van de betrokken partijen te onderzoeken of door er zelf te formuleren. § 4. De voorzitter kan beslissen de zaak verder te onderzoeken in de loop van een latere zitting die binnen drie werkdagen moet plaatsvinden indien hij, in akkoord met de partijen, van oordeel is dat niet alle middelen tot verzoening zijn uitgeput. § 5. Van elke zitting van de commissie worden notulen opgemaakt, die het precieze onderwerp van het geschil vermelden en het bereikte akkoord of, wanneer de partijen niet tot een akkoord komen, de nauwkeurige standpunten van de partijen op het moment dat de mislukking van de verzoening werd vastgesteld gedetailleerd beschrijft. HOOFDSTUK V. - Model van arbeidsovereenkomst

Art. 12.De ondertekenende partijen komen overeen om op een zo kort mogelijke termijn een collectieve arbeidsovereenkomst te onderhandelen en af te sluiten over een model van arbeidsovereenkomst tussen de betaalde sportbeoefenaar en zijn werkgever. HOOFDSTUK VI. - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Art. 13.§ 1. De speler van wie het contract conform de contractuele bepalingen afloopt, is vrij een arbeidsovereenkomst af te sluiten met de club van zijn keuze. § 2. De bewegings- en onderhandelingsvrijheid van de speler mag op geen enkele manier belemmerd worden. § 3. Geen enkel geschil tussen clubs, oude en nieuwe werkgever, mag die fundamentele vrijheid van de speler aantasten. § 4. In geval van voortijdige en eenzijdige verbreking van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, zonder dringende reden, moeten de voetballer en zijn werkgever de wettelijke bepalingen terzake naleven. HOOFDSTUK VII. - Fundamentele rechten

Art. 14.§ 1. De arbeidsovereenkomst mag geen afbreuk doen aan de fundamentele rechten van de partijen, met name inzake de vrijheid van meningsuiting, de keuze van geneesheer en therapie, de eerbiediging van het privéleven en het recht op beeld. § 2. Bij de uitoefening van die rechten moeten de partijen rekening houden met wederzijdse redelijke belangen. § 3. De aandacht die de media toekennen aan het beroepsvoetbal moet hen, met het oog op die belangen, wederzijds tot enige terughoudendheid aanzetten.

Art. 15.Er wordt dan ook gepreciseerd wat volgt : A. Vrijheid van meningsuiting.

Spelers en werkgevers, door een wederzijdse overeenkomst gebonden, mogen vrij hun mening uiten in de media.

Zij zullen zich onthouden van elke nadelige uitlating over hun medecontractanten, collega's, medewerkers en/of aangestelden.

B. Arbeidsongevallen en beroepsziekten. Vrije keuze van geneesheer en kosteloze medische bijstand.

Inzake de keuze van de geneesheer en de medische bijstand kiest de speler vrij tussen één van twee volgende alternatieven : 1. De speler raadpleegt de geneesheer van zijn keuze.Hij draagt de kosten en de risico's van de zo voorgeschreven en gevolgde therapie.

De club-werkgever dient enkel de wettelijke en reglementaire bepalingen na te leven. 2. De speler raadpleegt de medische staf van zijn club.De club draagt de kosten en de risico's van de therapie waaraan de speler zich onderwerpt. De speler geniet in dit geval van de in het contract vastgelegde eventuele bijkomende voordelen.

C. Eerbiediging van het privéleven.

Wat de diëtetiek betreft, kan de speler in zijn club raadgevingen genieten die nuttig zijn voor de beoefening van zijn specifieke sportactiviteit.

De speler mag elke andere sportactiviteit van zijn keuze beoefenen.

Hij dient er evenwel op te letten, zonder dat dit echter een contractuele fout is, behoudens in geval van zware fout, dat de uitoefening van die activiteit zijn fysieke integriteit en zijn mogelijkheid zijn contractuele verplichtingen na te komen niet in gevaar brengt.

Behalve wanneer anders overeengekomen, dient de club in geval van ongeval enkel de wettelijke en reglementaire verplichtingen inzake de gevolgen van arbeidsongeschiktheid na te leven.

D. Recht op beeld.

De speler beschikt vrij over zijn beeld.

Hij kan vrij elk reclamecontract afsluiten onder voorbehoud van hiernavolgende preciseringen en behalve met : - derden die concurrenten zijn van de sponsors van de club; - derden die producten verkopen of commercialiseren die strijdig zijn met het imago van de sport (tabak, alcohol).

De speler moet vooraf zijn toestemming geven en een overeen te komen vergoeding ontvangen wanneer een werkgever, sponsor of vereniging van werkgevers een overeenkomst sluit met derden waarbij zijn naam of beeld individueel wordt gebruikt.

De betaalde speler mag voor zijn persoonlijke reclameactiviteiten geen gebruik maken van de uitrusting van de club.

De club mag gratis gebruik maken van de naam en het beeld van de betaalde speler als het gaat om : - de afbeelding van een sportactiviteit die bedoeld is ter informatie van het publiek en die zijn privé-leven niet schaadt; - foto's van de ploeg of van de spelers afzonderlijk, maar enkel in het kader van een globale campagne van de club-werkgever en/of de Liga waarvan die laatste lid is.

Het gebruik moet beperkt blijven tot de werkgever, de Liga en hun sponsors.

Teneinde de correcte naleving van bovenvermelde bepalingen te verzekeren, zal de club voor de aanvang van elk sportseizoen en tijdens het sportseizoen schriftelijk meedelen met welke sponsors hij overeenkomsten heeft afgesloten. HOOFDSTUK VIII. - Dwingende contractuele bepalingen

Art. 16.De arbeidsovereenkomst moet schriftelijk worden opgesteld in evenveel exemplaren als er partijen zijn en uiterlijk op het moment dat hij in dienst treedt door de speler worden ondertekend en gedateerd.

Art. 17.Contractuele bepalingen die strijdig zijn met volgende principes zijn van rechtswege nietig : - de speler mag zich bij de onderhandeling, afsluiting, uitvoering en opzegging van de overeenkomst laten bijstaan door een syndicaal of juridisch raadsman van zijn keuze; - de verbintenissen mogen de vijf jaar niet overschrijden, zonder afbreuk te doen aan het wettelijk hernieuwbaar karakter van de overeenkomsten; - de beëindiging van de verhoudingen wordt geregeld door de wet van 24 februari 1978 en door de wettelijke en/of reglementaire bepalingen die genomen werden in uitvoering van die wet; - het minimumloon moet overeenkomen met het loon dat jaarlijks bij koninklijk besluit wordt vastgesteld na advies van het Nationaal Paritair Comité voor de sport; - het vast maandelijks loon is betaalbaar en opeisbaar op basis van twaalf maanden per voetbalseizoen, voor zover de overeenkomst een volledig seizoen dekt. HOOFDSTUK IX. - Loon, contractuele vergoedingen en voordelen

Art. 18.§ 1. Het loon van de betaalde voetballer bestaat uit volgende elementen : - het vast en onveranderlijk bruto maandelijks loon; - de veranderlijke wedstrijdpremies; - de onvoorwaardelijke contractuele vergoedingen; - de werkgeversbijdragen in het pensioenfonds; - de verschillende contractuele voordelen in natura, zoals onder meer het ter beschikking stellen van een woning (al dan niet bemeubeld, huurlasten al dan niet inbegrepen) een voertuig of een ander vervoermiddel. § 2. Het effectief betaald maandloon moet, op zijn minst, gelijk zijn aan het theoretisch minimum maandloon, zoals dat jaarlijks wordt vastgelegd op advies van het Nationaal Paritair Comité voor de sport op grond van de wet van 24 februari 1978. § 3. De eventuele compensatie tussen het effectief ontvangen maandloon en het totale jaarlijkse minimale loon, gedeeld door twaalf maanden, gebeurt maandelijks en, in laatste instantie, wanneer het loon van de laatste maand van de overeenkomst betaald wordt. § 4. De hierboven vermelde elementen moeten schriftelijk vastgelegd worden, ofwel in de overeenkomst zelf, ofwel in een addendum, en dienen gedateerd en ondertekend door beide partijen. § 5. Het totale loon is onderworpen aan een belastingaangifte en vormt de grondslag van de personenbelasting, overeenkomstig de terzake geldende bepalingen. HOOFDSTUK X. - Onaantastbaarheid van het loon

Art. 19.Het loon, zoals samengesteld uit elementen vermeld in Hoofdstuk IX van deze collectieve arbeidsovereenkomst, is onaantastbaar voor zover het ten minste voldoet aan de voorwaarden van voornoemd Hoofdstuk IX voor de volledige duur van de arbeidsovereenkomst, behoudens akkoord van de partijen om over te gaan tot een herziening naar boven toe, zonder afbreuk te doen aan de originele contractuele bepalingen inzake een heraanpassing ingeval van degradatie van de club naar een lagere afdeling ten gevolge van zijn sportuitslagen. HOOFDSTUK XI. - Verplaatsingskosten

Art. 20.§ 1. De arbeidsovereenkomst dient het bedrag te vermelden van de aan de speler toegekende verplaatsingsvergoedingen, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en met de door de belastingdiensten in aanmerking genomen parameters. § 2. De betaling van deze vergoedingen zal worden vermeld op de maandelijkse loonfiche, alsook op het jaarlijkse overzicht. § 3. Voormelde kosten moeten reëel zijn, zoniet zal de betaalde voetballer er de fiscale gevolgen van dragen. HOOFDSTUK XII. - Syndicale rechten

Art. 21.Deze materie zal worden behandeld in een bijkomende collectieve arbeidsovereenkomst waarover de ondertekenende partijen dienen te onderhandelen. HOOFDSTUK XIII. - Werkonbekwaamheid

Art. 22.Behoudens gunstiger bepalingen dient de speler de uitkeringen en vergoedingen te ontvangen waarin de wet en de reglementen inzake arbeidsongeschiktheid die gelden voor de betaalde sportbeoefenaars voorzien. HOOFDSTUK XIV. - Boetes en sancties

Art. 23.§ 1. De disciplinaire boetes en sancties die worden opgelegd door de werkgever moeten vermeld worden in het arbeidsreglement, de werkovereenkomst of in een bijlage daarvan door de speler getekend. § 2. Het samengevoegde bedrag van de sancties met een financieel karakter mag niet groter zijn dan het wettelijk toegestane maximum, zoals vermeld in de wet op de bescherming van het loon. § 3. Het arbeidsreglement en de arbeidsovereenkomst moeten de wijze van kennisgeving van de sancties vermelden, alsook de procedure en termijnen van beroep. § 4. De speler is als lid van de vereniging zonder winstoogmerk Koninklijke Belgische Voetbalbond bovendien onderworpen aan de reglementaire bepalingen van deze vereniging inzake sportdiscipline. HOOFDSTUK XV. - Intentieverklaring

Art. 24.De partijen verbinden er zich formeel toe alles in het werk te stellen binnen de kortst mogelijke termijn een doeltreffende oplossing te vinden voor de hieronder vermelde problemen : - oprichting van een sociaal fonds; - het statuut van de sportbeoefenaar die zijn sport beoefent in het kader van een deeltijdse arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK XVI. - Duur van de collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 25.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 1998.

Ze loopt af op 30 juni 2000.

De partijen verbinden zich ertoe iedere onderhandeling aan te gaan die nodig zou blijken met het oog op de verlenging, vernieuwing of afsluiting van een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst, uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 mei 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^