Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 25 november 2010

Bindende unanieme beslissing nr. 31 van de stuurgroep van de provinciale registratiecommissies genomen in uitvoering van artikel 15 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het We Advies m.b.t. de toepassing van de « overgangsregeling » in het kader van de mededelingsplicht van (...)

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2010022423
pub.
25/11/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID


Bindende unanieme beslissing nr. 31 van de stuurgroep van de provinciale registratiecommissies genomen in uitvoering van artikel 15 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders Advies m.b.t. de toepassing van de « overgangsregeling » in het kader van de mededelingsplicht van de geregistreerde aannemers. 1. Probleemstelling. Een aannemer die in toepassing van de overgangsregeling werd geregistreerd, verkreeg deze registratie voor alle categorieën. Moet de registratiecommissie, wanneer de aannemer kennis geeft van een wijziging krachtens de mededelingsplicht, nagaan voor welke werkzaamheden de aannemer ingeschreven is bij de K.B.O., om in de nieuwe beslissing slechts de overeenkomstige registratiecategorieën toe te kennen ? 2. Antwoord. I. Toepasselijke wettelijke bepalingen.

Artikel 4 van het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 bepaalde : « Zij die sedert 1 januari 1972 ononderbroken in België een in artikel 1 bedoelde werkzaamheid uitoefenen, worden slechts als aannemer geregistreerd indien zij voldoen aan de in artikel 2, § 1, 1°, 5°, 9°, 10° en 11°, bedoelde voorwaarden en bovendien sedert 1 januari 1972;1° ononderbroken voor een in artikel 1 bedoelde werkzaamheid ingeschreven zijn in het handelsregister of in het beroepsregister volgens de eisen van de wetgeving van de lidstaat waar zij zijn gevestigd;2° ononderbroken in België geregistreerd zijn als belastingplichtige voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde;3° in voorkomend geval, ononderbroken ingeschreven zijn als werkgever volgens de eisen van de wetgeving van de lidstaat waar zij zijn gevestigd ». Art. 35 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 bepaalt : « De beslissingen die zijn genomen in uitvoering van de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 400 tot 404 en van artikel 408, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 30 bis en 30 ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, en van het koninklijk besluit van 26 december 1998 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, blijven geldig. » Artikel 30bis, § 2, 10e lid van de wet van 27 juni 1969 en artikel 401, § 3 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen bepalen : « De publicatie van de registratie als aannemer vermeldt de toegekende categorieën van werken en of de aannemer al dan niet de hoedanigheid van werkgever heeft. » Het koninklijk besluit van 26 december 1998 voorzag in de uitvoering van deze bepaling, door in zijn artikel 3 te verwijzen naar de registratiecategorieën, die opgenomen waren in de bijlage bij dat koninklijk besluit.

In het koninklijk besluit van 27 december 2007 werden de uitvoeringsbepalingen betreffende de registratiecategorieën echter niet weerhouden.

Door artikel 42 van koninklijk besluit van 27 december 2007 werd het koninklijk besluit van 26 december 1998 opgeheven, zonder enige overgangsbepaling omtrent het gebruik en de toekenning van de registratiecategorieën.

De stuurgroep boog zich al eerder over de gevolgen van deze lacune in de wetgeving en nam aan dat, op grond van een benadering van deze kwestie met gezond verstand, in de praktijk kon worden teruggegrepen naar de categorieën die vermeld werden in de bijlage bij het koninklijk besluit van 26 december 1998.

Artikel 6 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 aangaande de meldingsplicht bepaalt het volgende : « § 1. Voorzover de hierna vermelde inlichtingen niet reeds zijn opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen of in enige andere voor de registratiecommissies toegankelijke gegevensbank van openbare diensten, is de geregistreerde aannemer verplicht de provinciale registratiecommissie van het gebied waar, al naargelang het geval, zijn woonplaats, zijn maatschappelijke zetel of zijn voornaamste inrichting gelegen is, of de centrale registratiecommissie, binnen vijftien dagen kennis te geven van de volgende inlichtingen : 1°de wijziging van zijn woonplaats, zijn maatschappelijke zetel of zijn voornaamste inrichting, de verplaatsing van zijn voornaamste inrichting, de wijziging van de woonplaats of de maatschappelijke zetel van een vennoot, wat een maatschap betreft, of de wijziging van het adres waar hij, overeenkomstig artikel 2, § 5, in België woonplaats heeft gekozen; 2° de wijziging in de benaming waaronder hij zijn werkzaamheden verricht;3° de gehele of gedeeltelijke stopzetting van zijn werkzaamheden;4° ingeval het om een rechtspersoon gaat, de overdracht van de werkelijke bestuursbevoegdheid van de onderneming in andere handen;5° het feit dat hij werkgever is geworden;6° de hernieuwing van de erkenning bedoeld in artikel 5, § 1, 6°, van een sociale economiebedrijf;7° de intrekking van de erkenning bedoeld in artikel 5, § 1, 6°, van een sociale economiebedrijf;8° de hernieuwing van de erkenning bedoeld in artikel 5, § 1, 8°, van een uitzendkantoor in de bouwsector;9° de intrekking van de erkenning bedoeld in artikel 5, § 1, 8°, van een uitzendkantoor in de bouwsector;10° de omvorming van een geregistreerd inschakelingsbedrijf tot een vennootschap met een sociaal oogmerk. De kennisneming door de bevoegde registratiecommissie van de in het eerste lid, 4° en 10°, vermelde inlichtingen via de Kruispuntbank van Ondernemingen, via enige andere voor de registratiecommissies toegankelijke gegevensbank van openbare diensten of ten gevolge van de kennisgeving door de aannemer geldt als een nieuwe aanvraag tot registratie overeenkomstig artikel 3. In afwachting van een nieuwe beslissing van de commissie blijft de oorspronkelijke registratie van kracht. § 2. Wanneer een geregistreerde aannemer zijn werkzaamheden stopzet en die werkzaamheden worden voortgezet door de echtgenoot of door één of meer erfgenamen of erfgerechtigden in de rechte lijn van die aannemer, moet degene die de werkzaamheden voortzet daarvan binnen vijftien dagen kennis geven aan de bevoegde registratiecommissie. Die kennisgeving geldt als een aanvraag tot registratie overeenkomstig artikel 3. In afwachting van een beslissing van de commissie wordt de oorspronkelijke registratie geacht geldig te blijven ten name van degene die de werkzaamheden voortzet. § 3. Wanneer een geregistreerde aannemer zijn eenmanszaak omvormt tot een vennootschap waarin hij de enige vennoot is, moet die vennootschap binnen vijftien dagen nadat de oprichtingsakte van de vennootschap is verleden, de bevoegde registratiecommissie inlichten.

Die kennisgeving geldt als een nieuwe aanvraag tot registratie overeenkomstig artikel 3. In afwachting van een beslissing van de commissie wordt de oorspronkelijke registratie geacht geldig te blijven ten name van de vennootschap. » II. Benadering in de praktijk De kennisgeving van bepaalde inlichtingen aan de registratiecommissie, die de geregistreerde aannemer verplicht is te doen op grond van zijn mededelingsplicht, kan aanleiding geven tot twee mogelijke situaties : => Een loutere administratieve aanpassing van het registratiedossier; => Behandeling als nieuwe aanvraag in de volgende gevallen : ? ingeval het om een rechtspersoon gaat, de overdracht van de werkelijke bestuursbevoegdheid van de onderneming in andere handen; ? bij omvorming van een geregistreerd inschakelingsbedrijf tot een vennootschap met een sociaal oogmerk; ? wanneer de werkzaamheden worden voortgezet door de echtgenoot of door één of meer erfgenamen of erfgerechtigden in de rechte lijn van die aannemer; ? wanneer de eenmanszaak wordt omgevormd tot een vennootschap waarin de aannemer de enige vennoot is. 1) Loutere administratieve aanpassing van het registratiedossier. In het eerste geval is het gevolg een louter administratieve formaliteit voor het aanvullen van de gegevens in het dossier.

Ongeacht het geldende regime waarin de aannemer zijn registratie verwierf, blijft de bestaande registratie behouden. Concreet betekent dit voor de aannemer die in toepassing van de overgangsregeling werd geregistreerd, zonder meer de registratie behoudt voor alle hem toegekende categorieën. 2) Behandeling als nieuwe aanvraag Wanneer de kennisgeving beschouwd moet worden als een nieuwe aanvraag, dient de registratiecommissie het nieuwe dossier evenwel opnieuw te beoordelen. In het algemeen geldt de regel dat wanneer de mededeling van de geregistreerde aannemer krachtens de toepasselijke wettelijke bepaling beschouwd moet worden als een nieuwe aanvraag, er geen verworven rechten behouden blijven waarop de aannemer zich kan beroepen. 3) Bijzonder geval : schrapping. Wanneer het registratienummer van de aannemer, ongeacht of het hem werd toegekend in toepassing van de overgangsregeling of niet, door de registratiecommissie werd geschrapt omwille van wettelijk voorziene redenen, kan hij zich niet beroepen verworven rechten uit de vorige beslissing.

Indien een nieuwe aanvraag tot registratie volgt op een periode tijdens dewelke de registratie van de aannemer geschrapt was, zal de registratie dan ook slechts kunnen worden toegekend voor die categorieën waarvoor hij in de K.B.O. is ingeschreven en waarvoor hij derhalve bewijs heeft moeten leveren van de noodzakelijke beroepsbekwaamheid. 3. Conclusie De registratiecommissie kan het aantal toegekende registratiecategorieën niet verminderen van een aannemer, aan wie het registratienummer werd toegekend in het kader van de overgangsregeling.Hij werd geregistreerd voor alle categorieën en dat geldt als een verworven recht. Indien echter de activiteit wordt overgenomen door een andere rechtspersoon met een ander ondernemingsnummer, kunnen geen verworven rechten worden geput uit de overgangsregeling. In dat geval betreft het, voor wat die aannemer betreft, een geheel nieuw onderzoek van een dossier door de PRC naar de toekenning of de weigering van de registratie.

In het algemeen geldt de regel dat, wanneer de mededeling van de geregistreerde aannemer krachtens de toepasselijke wettelijke bepaling beschouwd moet worden als een nieuwe aanvraag, er geen verworven rechten behouden blijven waarop de aannemer zich kan beroepen.

Ook wanneer het registratienummer van de aannemer, dat hem in toepassing van de overgangsregeling werd toegekend, werd geschrapt, kan deze geen rechten meer putten uit een voorgaande beslissing en zal hij slechts een registratie verkrijgen voor die categorieën waarvoor hij in de KBO is ingeschreven en waarvoor hij derhalve bewijs heeft moeten leveren van de noodzakelijke beroepsbekwaamheid.

Voor de stuurgroep : De voorzitter, S. LEO

Samenstelling van de stuurgroep : - Een vertegenwoordiger van de Federatie van Algemene Bouwaannemers - Een vertegenwoordiger van het ACLVB - Een vertegenwoordiger van CSC Bâtiment - industrie & énergie - Een vertegenwoordiger van ACV Bouw - industrie & énergie - Een vertegenwoordiger van Agoria - Een vertegenwoordiger van Bouwunie - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Financiën - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid - Twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie - Een vertegenwoordiger van CGSLB - Een vertegenwoordiger van de Centrale générale FGTB - Een vertegenwoordiger van de Confederatie Bouw - Een vertegenwoordiger van het ABVV

^