Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit
gepubliceerd op 16 juni 2004

Kwaliteit en Veiligheid. - Dienst der Springstoffen Lijst der ambtelijke erkende springstoffen De lijst die bij het ministerieel besluit van 3 november 1958 houdende ambtelijke erkenning en indeling van de springstoffen - in randnummer A4-1, cijfer 8, w), toevoegen : 6. EMULSION RP Deze emulsie moet een specif(...)

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2004011257
pub.
16/06/2004
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE


Kwaliteit en Veiligheid. - Dienst der Springstoffen Lijst der ambtelijke erkende springstoffen De lijst die bij het ministerieel besluit van 3 november 1958 houdende ambtelijke erkenning en indeling van de springstoffen (Belgisch Staatsblad van 24 december 1958) gevoegd was, moet als volgt aangevuld worden, op grond van twee ministeriële besluiten van 20 april 2004 houdende ambtelijke erkenning van zes springstoffen vervaardigd door de Duitse firma « WESTSPRENG GmbH » te Finnentrop-Fretter : - in randnummer A4-1, cijfer 8, w), toevoegen : 6. EMULSION RP Deze emulsie moet een specifiek gewicht van minstens 1,30 kg/liter hebben. Ze is niet toegelaten voor springwerk en enkel bestemd voor de voorbereiding ter plaatse van speciale springstoffen in de zin van het artikel 283 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen. 7. EMEX RP AN 8.EMEX RP 8 AN 9. ANFOMEX 50 10.ANFOMEX 75 11. ANFOMEX 850 Deze sprinstoffen zijn speciale springstoffen, bestemd voor het storten in bulk in de mijngaten, geboord met een werktuig van minstens 90 mm doorsnede voor springwerk in open lucht. Ze mogen niet vervoerd worden.

Voor « EMEX RP 8 AN », mogen de mijngaten onder water staan.

Voor "EMEX RP AN", « ANFOMEX 50 », « ANFOMEX 75 » en « ANFOMEX 850 », mogen de mijngaten vóór het storten wel vochtig zijn, maar niet onder water zijn.

Elk lading van « EMEX » of « ANFOMEX » moet in een mijngat punctueel met een aanzetpatroon van minstens 500 gram aangezet worden. Het aanzetten met slagkoord alleen is verboden.

De lijst die bij het ministerieel besluit van 3 november 1958 houdende ambtelijke erkenning en indeling van de springstoffen (Belgisch Staatsblad van 24 december 1958) gevoegd was, moet als volgt aangevuld worden, op grond van een ministerieel besluit van 17 november 2003 houdende ambtelijke erkenning van een springstof vervaardigd door de Franse firma « NITROCHIMIE Snc » te Parijs : - in randnummer A4-1, cijfer 8, t), toevoegen : 20. EXPLUS Ze wordt aanvaard in gepatroneerde vorm voor springwerk als springstof type E die het UN-identificatienummer 0241 draagt. De patronen met « EXPLUS » hebben een nominale diameter van ten minste 30 (dertig) millimeter. De nominale massa van deze patronen moet een veelvoud van 50 (vijftig) gram zijn met een toegelaten afwijking van 3 % en mag niet 8 (acht) kilogram overschrijden.

Ze mogen dienen als aanzetpatroon geschikt om een slagpijpje toegelaten voor dat gebruik te krijgen.

De springstof mag onder water gebruikt worden.

Ze mag gebruikt worden voor springwerk op werkterreinen, zowel in open lucht als ondergronds.

De lijst die bij het ministerieel besluit van 3 november 1958 houdende ambtelijke erkenning en indeling van de springstoffen (Belgisch Staatsblad van 24 december 1958) gevoegd was, moet als volgt aangevuld worden, op grond van een ministerieel besluit van 21 oktober 2002 houdende ambtelijke erkenning van twee springstoffen vervaardigd door de Duitse firma « WESTSPRENG GmbH » te Finnentrop-Fretter : - in randnummer A4-1, cijfer 8, w), toevoegen : 5. EMULGIT LWC en EMULGIT LWC 20 AN Ze worden aanvaard in gepatroneerde vorm voor springwerk als springstof type E die het UN-identificatienummer 0241 draagt. De patronen met « EMULGIT LWC » en « EMULGIT LWC 20 AN » hebben een nominale diameter van ten minste 50 (vijftig) millimeter. De nominale massa van deze patronen moet een veelvoud van 50 (vijftig) gram zijn met een toegelaten afwijking van 3 % en mag niet 8 (acht) kilogram overschrijden.

Ze mogen dienen als aanzetpatroon geschikt om een slagpijpje toegelaten voor dat gebruik te krijgen.

De springstoffen mogen onder water gebruikt worden.

Ze mogen alleen gebruikt worden voor springwerk op werkterreinen in open lucht.

^