Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 01 december 1997
gepubliceerd op 05 december 1997

Ministerieel besluit tot goedkeuring van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 6 november 1997 tot wijziging van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten

bron
ministerie van financien
numac
1997003620
pub.
05/12/1997
prom.
01/12/1997
ELI
eli/besluit/1997/12/01/1997003620/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 DECEMBER 1997. Ministerieel besluit tot goedkeuring van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 6 november 1997 tot wijziging van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten


De Minister van Financiën, Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende de organisatie van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 14 september 1997, inzonderheid op artikel 4, alinea 1, Besluit :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegd besluit van het Comité van het Rentenfonds van 6 november 1997 tot wijziging van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 november 1997.

Brussel, 1 december 1997.

Ph. MAYSTADT Bijlage bij het ministerieel besluit van 1 december 1997 Besluit van het comite van het rentenfonds tot wijziging van het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten Het Comite van het Rentenfonds, Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, inzonderheid op artikel 32, §2;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende de organisatie van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 24 januari 1996;

Overwegende dat een koninklijk besluit van 14 september 1997 het voornoemd koninklijk besluit van 22 december 1995 gewijzigd heeft en het aangewezen is het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt dienovereenkomstig aan te passen;

Overwegende dat de Staat binnenkort lineaire obligaties luidend in de munteenheid van andere Lid-Staten van de Europese Gemeenschap zal uitgeven; dat die effecten onder het toepassingsgebied vallen van de secundaire buiten-beursmarkt conform de artikelen 1 en 2 van het voornoemd koninklijk besluit van 22 december 1995; dat het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt dient aangepast te worden aan de specificiteiten van die effecten, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Artikel 1, 6° van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, wordt vervangen door de volgende tekst : « 6° bemiddelaar : elk lid van de markt bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit; » § 2. Artikel 1 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld als volgt : « 12° bankwerkdag : een dag waarop de financiële markt van het land van de munteenheid waarin de effecten luiden open is. »

Art. 2.Een artikel 21bis, opgesteld als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : «

Art. 21bis.Artikel 17, lid 2, artikel 20 en artikel 21 zijn uitsluitend van toepassing op de effecten luidend in Belgische frank. »

Art. 3.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 24.§ 1. De bedragen te storten in Belgische frank bij de vereffening van de transacties worden afgerond : - op de lagere frank indien de fractie minder dan 50 centiemen bedraagt; - op de hogere frank indien de fractie 50 centiemen of meer bedraagt. § 2. De bedragen te storten in een andere munteenheid dan de Belgische frank worden, in functie van de gebruikelijke praktijk op de financiële markt van het land van die munteenheid afgerond. »

Art. 4.In de artikelen 27, 32 en 33 van hetzelfde besluit worden de woorden « te Brussel » telkens weggelaten.

Art. 5.In artikel 35 van hetzelfde besluit wordt het eerste gedachtenstreepje vervangen door een gedachtenstreepje dat luidt als volgt : « - van aankopen/verkopen, cessies-retrocessies en swaps verricht op de markt, uitgesplitst in de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, en waarbij desgevallend, binnen die drie categoriën van effecten een onderscheid wordt gemaakt volgens de valuta waarin zij luiden; »

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag dat het ministerieel besluit dat het goedkeurt van kracht wordt.

Brussel, 6 november 1997.

De Voorzitter van het Comité, G. BROUHNS

^