Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 02 maart 2005
gepubliceerd op 08 maart 2005

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2005003123
pub.
08/03/2005
prom.
02/03/2005
ELI
eli/besluit/2005/03/02/2005003123/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 MAART 2005. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen


De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Gelet op de Verordening (EG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), laatst gewijzigd door Verordening (EG) nr. 2700/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2000 (2), inzonderheid op artikel 62;

Gelet op Verordening (EG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (3), laatst gewijzigd door Verordening (EG) nr. 2286/2003 van de Commissie van 18 december 2003 (4), inzonderheid op artikel 205;

Gelet op Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lid-Staten van de Gemeenschap (5), inzonderheid op artikel 2 en bijlage 1, deel A, cijfers 1 tot en met 3;

Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977 (6), inzonderheid op de artikelen 9 en 10, laatst gewijzigd door de wet van 30 juni 2000 (7);

Gelet op het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen (8), inzonderheid op de artikelen 12, 14, 15 en 18, laatst gewijzigd door het ministerieel besluit van 18 december 2003 (9);

Gelet op de ingebrekestelling van de Europese Commissie van 7 mei 2004, nr. 2004/2087;

Gelet op het dringend karakter gezien het feit dat ingevolge deze ingebrekestelling, het noodzakelijk is om, voor het verrichten van de meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken vanuit Belgische havens, zowel het gebruik van de in bijlage II bij Richtlijn 2002/6/EG opgenomen formulieren toe te laten, als de door de Administratie der douane en accijnzen aangepaste formulieren ingevoerd met het ministerieel besluit van 18 december 2003 tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, dat die toelating voor dit gebruik snel moet worden gegeven om welwillend te antwoorden op die ingebrekestelling; dat onder die omstandigheden dit besluit zonder uitstel dient te worden genomen;

Overwegende dat vermits de formulieren ook moeten kunnen worden gebruikt in het kader van de regeling communautair douanevervoer zij daartoe schriftelijk zullen moeten worden aangepast;

Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie, gegeven op ...;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Een artikel 12bis, luidend als volgt wordt in het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen ingevoegd : « Art 12bis. § 1. Indien de generale verklaring waarvan sprake in bijlage I, deel A, cijfer 1, van Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende de meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lid-Staten van de Gemeenschap niet overeenkomstig artikel 12 wordt ingediend, moet de generale verklaring met gebruikmaking van het formulier dat overeenstemt met het model van bijlage XXIV bij onderhavig besluit bij de douanediensten worden ingediend.

Het in lid 1 bedoelde formulier wordt ingevuld en gebruikt overeenkomstig de toelichtingen in bijlage XV bij onderhavig besluit. » § 2. Teneinde de zich aan boord van schepen bevindende goederen onder de regeling communautair douanevervoer te kunnen laten vervoeren tussen de haven van binnenkomst en een losplaats in België moet de douane op de keerzijde van de generale verklaring de hierna volgende tekst aanbrengen, ondertekenen en waarmerken met de kantoorstempel.

Bij vertrek in de haven van binnenkomst : « Het schip is heden vertrokken naar ............... » Bij aankomst op de losplaats : « Het schip is heden aangekomen te ............... en ingeschreven in het register 125A van de losplaats onder nummer .........................., het triplicaat werd teruggezonden aan het kantoor van binnenkomst. »

Art. 2.Een artikel 14bis, luidend als volgt wordt in het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen ingevoegd : «

Art. 14bis.Indien de scheepsvoorradenaangifte waarvan sprake in bijlage I, deel A, cijfer 2, van Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende de meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lid-Staten van de Gemeenschap niet overeenkomstig artikel 14 wordt ingediend, moet de scheepsvoorradenaangifte met gebruikmaking van het formulier dat overeenstemt met het model van bijlage XXV van onderhavig besluit bij de douanediensten worden ingediend. »

Art. 3.Een artikel 15ter, luidend als volgt wordt in het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen ingevoegd : «

Art. 15ter.Indien de verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden waarvan sprake in bijlage I, deel A, cijfer 3, van Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende de meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lid-Staten van de Gemeenschap niet overeenkomstig artikel 15 wordt ingediend, moet de verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden met gebruikmaking van het formulier dat overeenstemt met het model van de bijlage XXVI van onderhavig besluit bij de douanediensten worden ingediend. »

Art. 4.Artikel 18, § 1, van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen als volgt : «

Art. 18.§ 1. Voor het drukken van de in de artikelen 10, 12, 12bis, 14, 14bis, 15, 15ter en 17, § 1, bedoelde formulieren wordt wit papier gebruikt, dat zodanig is gelijmd dat het goed is te beschrijven en dat ten minste veertig gram per vierkante meter weegt.

Dit papier is zo ondoorzichtig dat de gegevens die op de ene zijde voorkomen de leesbaarheid niet aantasten van de gegevens die op de andere zijde voorkomen en is zo stevig dat het bij normaal gebruik niet scheurt noch kreukt.

De formulieren moeten in het zwart worden gedrukt. »

Art. 5.Aan het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen worden toegevoegd : - de bijlage XXIV opgenomen als bijlage A bij dit besluit; - de bijlage XXV opgenomen als bijlage B bij dit besluit; - de bijlage XXVI opgenomen als bijlage C bij dit besluit.

Art. 6.Dit artikel treedt in werking na publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 2 maart 2005.

D. REYNDERS _______ Nota's (1) PBEG van 19 oktober 1992, nr.L302. (2) PBEG van 12 december 2000, nr.L311. (3) PBEG van 11 oktober 1993, nr.L253. (4) PBEG van 31 december 2003, nr.L343. (5) PBEG van 9 maart 2002, nr.L067. (6) Belgisch Staatsblad van 21 september 1977.(7) Belgisch Staatsblad van 12 augustus 2000.(8) Belgisch Staatsblad van 5 november 1998.(9) Belgisch Staatsblad van 8 januari 2004. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 2 maart 2005.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 2 maart 2005.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 2 maart 2005.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 2 maart 2005.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 2 maart 2005.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^