Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 03 maart 2003
gepubliceerd op 01 april 2003

Ministerieel besluit houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake het vervoer van zaken over de weg

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2003014067
pub.
01/04/2003
prom.
03/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/03/2003014067/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 MAART 2003. - Ministerieel besluit houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake het vervoer van zaken over de weg


De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Gelet op de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg;

Gelet op het ministerieel besluit van 8 mei 2002 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 2, wordt verstaan onder : 1° « vervoervergunning » : zowel het origineel als de kopieën van de vergunning nationaal vervoer en van de vergunning communautair vervoer, en eveneens de vergunning internationaal vervoer;2° « ambtenaren » : zowel de statutaire als de contractuele ambtenaren.

Art. 2.§ 1. Aan de voor het vervoer van zaken over de weg bevoegde directeur-generaal en, tijdens zijn afwezigheid of in geval van verhindering, aan de hiervoor bevoegde directeur, wordt delegatie verleend om : 1° na het overlijden of het onbekwaam worden van de houder van het getuigschrift of bewijs van vakbekwaamheid onder welbepaalde voorwaarden toe te staan dat de leiding van de vervoerwerkzaamheden van de onderneming wordt voortgezet door een andere persoon die geen houder is van een getuigschrift of bewijs van vakbekwaamheid;2° in geval van beroep de ongunstige beslissing te herzien wegens het onvoldoende daadwerkelijk en permanent leiden van de vervoerwerkzaamheden door de houder van het getuigschrift van vakbekwaamheid (na gemotiveerd advies van de Commissie goederenvervoer over de weg);3° de ernst te beoordelen van bepaalde strafrechtelijke veroordelingen opgelopen door de personen die belast zijn met de leiding van de onderneming of van haar vervoerwerkzaamheden (na gemotiveerd advies van de Commissie goederenvervoer over de weg);4° in geval van beroep, de ongunstige beslissing te herzien aangaande het niet hebben van een reële bedrijfszetel in België (na gemotiveerd advies van de Commissie goederenvervoer over de weg);5° de beroepsorganisaties in het Overlegcomité goederenvervoer over de weg te informeren over elke kwestie die de sector van het vervoer van zaken over de weg kan aanbelangen. § 2. Aan de ambtenaren van de Directie Goederenvervoer van ten minste rang 13, wordt delegatie verleend om : 1° alle getuigschriften van vakbekwaamheid voor goederenvervoer over de weg af te geven. De materiële afgifte van de getuigschriften van vakbekwaamheid kan echter worden gedelegeerd aan ambtenaren die zijn bekleed met een graad van minstens niveau C of D; 2° termijnen van minder dan 6 maanden te bepalen om te voorzien in de vervanging van de houder van het getuigschrift van vakbekwaamheid in geval van ontslagneming of ontslagverlening;3° een verslag over te maken aan de Commissie goederenvervoer over de weg vóór elk advies betreffende de onvoldoende naleving van de voorwaarden van betrouwbaarheid, vakbekwaamheid en bedrijfszetel;4° een fotokopie van de borderellen van afgifte van de vrachtbrieven aan de beroepsorganisaties te vragen. § 3. Aan de ambtenaren van de Directie Goederenvervoer van ten minste rang 10, wordt delegatie verleend om : 1° alle attesten af te geven bestemd om als bewijs van vakbekwaamheid in de andere lidstaten van de Europese Unie te dienen;2° de opmerkingen van de onderneming te vragen vóór elke weigering of intrekking van een vervoervergunning;3° elke vervoervergunning te weigeren of in te trekken. De materiële intrekking van de vervoervergunningen behoort echter tot de bevoegdheid van de ambtenaren die werden aangesteld om de inbreuken op de wet en op haar uitvoeringsbesluiten op te sporen en vast te stellen; 4° elke vervoervergunning toe te kennen. De materiële afgifte van de vervoervergunningen, alsook de waarmerking van de kopieën van die documenten kunnen echter worden gedelegeerd aan ambtenaren die zijn bekleed met een graad van niveau C of D; 5° een termijn van 6 maanden te verlenen om te voorzien in de vervanging van de houder van het getuigschrift van vakbekwaamheid ingeval van ontslagneming of ontslagverlening;6° aanspraak te maken op de borgtocht ten einde de door de ondernemingen verschuldigde achterstallige zegelrechten en retributies te innen;7° elk bestuurdersattest te weigeren of in te trekken. De materiële intrekking van de bestuurdersattesten behoort echter tot de bevoegdheid van de ambtenaren die werden aangesteld om de inbreuken op de wet en op haar uitvoeringsbesluiten op te sporen en vast te stellen; 8° elk bestuurdersattest toe te kennen. De materiële afgifte van de bestuurdersattesten kan echter worden gedelegeerd aan ambtenaren die zijn bekleed met een graad van niveau C of D; 9° de borderellen van afgifte van de vrachtbrieven, alsook het gebruik van deze laatste te controleren. § 4. Aan de ambtenaren van de Directie Goederenvervoer, van ten minste niveau C, wordt delegatie verleend om : 1° de kennisgevingen van de ondernemingen betreffende elke ontslagneming, elke ontslagverlening, elk overlijden, elke lichamelijke of wettelijke onbekwaamheid van de personen die belast zijn met de leiding van de vervoerwerkzaamheden te ontvangen en te behandelen;2° de kennisgevingen van de borgen omtrent iedere afneming op de borgtocht, iedere opzegging of gedeeltelijke vermindering van de borgtocht, iedere overname van verplichtingen van borgen die zich vooraf van hun verplichtingen hebben ontdaan, te ontvangen en te behandelen;3° een kopie van de kennisgeving van elke afneming op de borgtocht aan de betrokken schuldeisers over te maken;4° elke afneming op, opzegging of gedeeltelijke vermindering van de borgtocht mee te delen aan de ondernemingen;5° de overname van de verplichtingen door een borg mee te delen aan de borg die zich van zijn verplichtingen heeft ontdaan;6° elk document te vragen dat de controle van bovengenoemd koninklijk besluit mogelijk maakt, met het oog op de afgifte van de vervoervergunningen;7° de verklaring die vereist is in geval van vervanging van tijdelijk buiten dienst zijnde voertuigen te ontvangen;8° het vereiste attest te ontvangen in geval van vernietiging, verlies of diefstal van een vervoervergunning;9° ingetrokken vervoervergunningen, onleesbare of onjuiste vervoervergunningen, alsook vervoervergunningen van voertuigen die definitief buiten gebruik werden gesteld, te ontvangen;10° de vervoervergunningen te ontvangen die werden gevonden in het bezit van een andere persoon dan de houder of zijn aangestelde en die werden afgenomen door de bevoegde ambtenaren;11° alle in artikel 35 van het koninklijk besluit bedoelde inlichtingen, over de vervoerondernemingen te verstrekken;12° elke statistisch gegeven over de transportactiviteiten aan de ondernemingen te vragen;13° het vereiste attest te ontvangen in geval van vernietiging, verlies of diefstal van een bestuurdersattest;14° de opmerkingen van de onderneming te vragen vóór elke weigering of intrekking van een bestuurdersattest;15° ingetrokken bestuurdersattesten en onleesbare of onjuiste bestuurdersattesten te ontvangen.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering van artikel 2, § 3, 7° en 8° en § 4, 13°, 14° en 15°, dat in werking treedt op 19 maart 2003.

Brussel, 3 maart 2003.

De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

^