Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 03 maart 2006
gepubliceerd op 21 april 2006

Ministerieel besluit betreffende de slachtpremie voor kalveren

bron
vlaamse overheid
numac
2006035583
pub.
21/04/2006
prom.
03/03/2006
ELI
eli/besluit/2006/03/03/2006035583/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 MAART 2006. - Ministerieel besluit betreffende de slachtpremie voor kalveren


De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1418/2005 van de Commissie van 29 augustus 2005;

Gelet op Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1701/2005 van de Commissie van 18 oktober 2005;

Gelet op Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 436/2005 van de Commissie van 17 maart 2005;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IVbis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2005 van de Commissie van 4 juli 2005;

Gelet op Verordening (EG) nr. 118/2005 van de Commissie van 26 januari 2005 tot wijziging van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 en tot vaststelling, overeenkomstig die verordening, van begrotingsmaxima voor een gedeeltelijke of facultatieve uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling en van jaarlijkse totaalbedragen voor de regeling inzake één enkele areaalbetaling, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 570/2005 van de Commissie van 14 april 2005;

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 tot instelling van bepaalde rundvleespremies, inzonderheid op de artikelen 7, 8 en 9;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 december 2001 betreffende de slachtpremie in de rundvleessector, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 november 2003 en 17 maart 2005;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 30 maart 2004 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid op 25 juli 2005, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie voor het Landbouwbeleid van 23 september 2005;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 september 2005;

Gelet op het advies van de Raad van State 39.300/3, gegeven op 17 november 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° besluit van de Vlaamse Regering : het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 tot instelling van bepaalde rundvleespremies;2° de bevoegde instantie : de instantie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die belast is met de uitvoering van de steunmaatregelen inzake landbouwproductiebeheer; 3° het F.A.V.V. : de dienst van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, belast met de uitvoering van de taken en maatregelen inzake de Dierengezondheid; 4° veebeslag : het geheel van runderen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;5° verantwoordelijke : de persoon zoals gedefinieerd in artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van runderen;6° paspoort : het document, vermeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;7° Sanitel : geautomatiseerd systeem voor gegevensverwerking in verband met de identificatie en de registratie van de runderen;8° karkas van het kalf : het geslachte kalf, na het villen en het uitbloeden, ontdaan van de ingewanden, de lever, de geslachtsorganen, de uier en het uiervet, de kop en de uiteinden van de ledematen (afgesneden bij het carpaal respectievelijk tarsaal gewricht), met de staart, de nieren en het niervet;9° karkasgewicht van het kalf : het koud gewicht van het karkas van het kalf, uitgedrukt in een tiende kg.In geval van warme weging van het karkas wordt hiertoe een reductie van 2 % toegepast.

Art. 2.Met toepassing van artikel 6 en 7 van het besluit van de Vlaamse Regering zijn de voorwaarden en nadere regels voor het aanvragen en de toekenning van de slachtpremie voor kalveren de volgende : 1° voor de landbouwer : a) de landbouwer dient een premieaanvraag in door middel van een officieel formulier, verkrijgbaar bij de buitendiensten van de bevoegde instantie;b) de premieaanvraag wordt per aangetekende brief ingediend of tegen ontvangstbewijs worden afgegeven op de buitendienst van de bevoegde instantie;c) de premieaanvraag ten gunste van de landbouwer kan ook worden ingediend door een gevolmachtigde van de landbouwer.In dat geval wordt het bewijs van de volmacht aan de bevoegde instantie voorgelegd; d) per landbouwer wordt slechts één aanvraag aanvaard per slachtdatum, per slachthuis en per veebeslag;e) de premieaanvraag wordt ingediend binnen de zes maanden die volgen op de slachtdatum, en uiterlijk eind februari van het jaar dat volgt op de slachting;f) bij de aanvraag wordt een document gevoegd met de vereiste slachtgegevens verstrekt door het slachthuis;g) bij de aanvraag wordt een kopie van de paspoorten van de aangegeven kalveren gevoegd, behalve als de identificatiegegevens en de slachtgegevens van de kalveren op informaticadrager ter beschikking worden gesteld; h) als de kalveren levend worden uitgevoerd naar een land buiten de E.U. wordt bij de premieaanvraag een exportbewijs met vermelding van de exportdatum gevoegd; 2° voor de kalveren : a) de kalveren in kwestie moeten geïdentificeerd en geregistreerd zijn conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;b) de karkassen van de in België geslachte kalveren beantwoorden aan de karkaspresentatie, vermeld in artikel 1, 8°;c) de kalveren, vermeld in punt b) hebben een karkasgewicht van ten hoogste 181,5 kg; d) het karkasgewicht van de kalveren, geslacht in een andere E.U.-lidstaat in een slachthuis dat een andere karkaspresentatie toepast dan die welke bepaald is in dit besluit, moet worden vastgesteld en meegedeeld overeenkomstig artikel 122 van Verordening (EG) nr. 1973/2004; e) voor kalveren die levend worden uitgevoerd naar een land buiten de E.U. mag het levend gewicht niet meer dan 300 kg bedragen; f) de in artikel 123 van Verordening (EG) nr.1973/2004 vermelde toekenningsvoorwaarden worden geverifieerd op basis van de in Sanitel geregistreerde gegevens; 3° voor de slachthuizen : het slachthuis dient eenmalig een deelnameverklaring in door middel van een officieel formulier dat verkrijgbaar is bij de bevoegde instantie.De deelnameverklaring wordt volledig ingevuld en ondertekend, per aangetekende brief ingediend bij de bevoegde instantie of er tegen ontvangstbewijs afgegeven. Door de deelnameverklaring verbindt de verantwoordelijke van het slachthuis zich ertoe om : a) op de achterzijde van de paspoorten van de geslachte kalveren minstens de volgende gegevens te vermelden : de identificatie van het slachthuis en het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum van het kalf, de stempel en handtekening van de keurder van het F.A.V.V.; b) alle paspoorten systematisch te bezorgen aan het F.A.V.V. overeenkomstig de geldende voorschriften terzake; c) op de dag van de slachting van de kalveren in kwestie aan de landbouwer of aan zijn gevolmachtigde per premieaanvraag een ondertekend document af te geven met vermelding van de volgende gegevens over de geslachte kalveren : de identificatie van het slachthuis en het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum, het veebeslag, het producentnummer, het volgnummer in de premieaanvraag, de officiële identificatienummers, de interne slachtnummers en de karkasgewichten van de kalveren;d) als hij de betreffende optie op het deelnameformulier aankruist, de in c) vermelde gegevens eveneens op informaticadrager ter beschikking van de bevoegde dienst te stellen bij de indiening van de premieaanvraag, overeenkomstig de instructies van de bevoegde instantie;e) aan de verantwoordelijke van de slachtkalveren, die voor de slacht in België zijn binnengebracht vanuit een andere EU-lidstaat waar de slachtpremie voor kalveren nog wordt toegepast, en die geslacht worden in zijn slachthuis, een slachtcertificaat ter beschikking te stellen met minstens de volgende gegevens : de identificatie van het slachthuis en het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer, het officiële identificatienummer van het kalf, de beschrijving van de toegepaste karkaspresentatie en het karkasgewicht (met vermelding of het gaat om koud dan wel warm gewicht);f) een kopie van de slachtcertificaten gedurende vijf jaar chronologisch geordend te bewaren in het slachthuis.

Art. 3.De bevoegde instantie controleert of de landbouwers de voorschriften van de slachtpremie voor kalveren naleven.

Art. 4.Op straffe van onontvankelijkheid wordt het bezwaar tegen beslissingen genomen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering en van de uitvoeringsbesluiten ervan met een aangetekende brief ingediend bij de bevoegde instantie binnen een maand die volgt op de mededeling van de beslissing. Het indienen van een bezwaar houdt geen opschorting in van een eventuele vraag tot terugstorting van onterecht uitbetaalde bedragen.

Art. 5.§ 1. De bevoegde instantie is belast met de uitbetaling van de premies alsmede met de terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen. § 2. De ten onrechte betaalde bedragen worden teruggevorderd, vermeerderd met een intrest berekend tegen de wettelijke rentevoet.

Als onterecht betaalde bedragen, na de ingebrekestelling door de bevoegde dienst, niet tijdig worden terugbetaald, kan de bevoegde instantie overgaan tot verrekening met nog uit te betalen steunbedragen van het lopende kalenderjaar of van de volgende kalenderjaren, ongeacht de steunregeling waarvoor ze verschuldigd zijn. § 3. De leidend ambtenaar van de bevoegde instantie kan nadere regels bepalen waaraan een eventuele overeenkomst van overdracht van schuldvordering op de uitbetaling van de premie moet voldoen.

Art. 6.Het ministerieel besluit van 3 december 2001 betreffende de slachtpremie in de rundvleessector, gewijzigd bij de ministeriële besluit van 28 november 2003 en 17 maart 2005 wordt opgeheven.

Art. 7.Het ministerieel besluit van 3 december 2001 betreffende de slachtpremie in de rundvleessector blijft van toepassing voor de premieaanvragen voor de campagnes die de campagne 2005 zijn voorafgegaan.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005.

Brussel, 3 maart 2006.

Y. LETERME

^