Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 03 mei 2002
gepubliceerd op 13 juli 2002

Ministerieel besluit houdende vaststelling van nadere regels voor de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035820
pub.
13/07/2002
prom.
03/05/2002
ELI
eli/besluit/2002/05/03/2002035820/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw


3 MEI 2002. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van nadere regels voor de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd


De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 12, derde lid;

Gelet op het decreet van 21 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002, inzonderheid op artikel 90;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 9 juli 2001, Besluit : HOOFDSTUK I. - Afbakening subsidieerbare materie Afdeling I. - Preventie van afvalstoffen

Artikel 1.Het algemene subsidiepercentage van de hieronder vermelde items bedraagt : 1° 70 % in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004;2° 50 % in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2007. Onderafdeling 1. - Voorzieningen voor thuis- of wijkcompostering

Art. 2.§ 1. Diverse voorzieningen voor thuiscompostering met toebehoren komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. De maximale subsidieerbare bedragen zijn : 1° compostvaten of -opstellingen : 75 euro per m3;2° wormenbakken : 35 euro per stuk. § 3. De minimumaantallen per subsidieaanvraag bedragen voor : 1° compostvaten of -opstellingen : 1 000 stuks;2° wormenbakken : 100 stuks.

Art. 3.§ 1. Omheinde demonstratieplaatsen ten behoeve van thuiscompostering met toebehoren komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Het maximale subsidieerbaar bedrag is 1.900 euro per demonstratieplaats. § 3. Het minimumaantal per subsidieaanvraag is drie demonstratieplaatsen. Als er voor minder dan drie demonstratieplaatsen subsidies worden aangevraagd, dan moet deze gecombineerd worden met een aanvraag voor wijkcomposteerplaatsen (als bedoeld in artikel 4) of voor een containerpark (als bedoeld in artikel 15).

Art. 4.§ 1. Omheinde wijkcomposteerplaatsen met toebehoren ten behoeve van de naburige wijk komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Het maximale subsidieerbaar bedrag is 1.900 euro per wijkcomposteerplaats. § 3. Het minimumaantal per subsidieaanvraag is drie composteerplaatsen. Als er voor minder dan drie wijkcomposteerplaatsen subsidies worden aangevraagd, dan moet deze gecombineerd worden met een aanvraag voor demonstratieplaatsen voor thuiscompostering (als bedoeld in artikel 3) of voor een containerpark (als bedoeld in artikel 15). § 4. Daarnaast gelden de volgende bijzondere bepalingen : 1° wijkcomposteerplaatsen kunnen enkel en alleen ingeplant worden ten behoeve van inwoners in hoogbouwwijken, wijken met dichte bebouwing en sociale wijken, waar de bewoners niet over de mogelijkheid beschikken om organisch afval thuis te composteren;2° de totale opslagcapaciteit (samen met de opgeslagen hoeveelheid afval, hout, enzovoort) van de wijkcomposteerplaats bedraagt niet meer dan 25 m3. Onderafdeling 2. - Diftar-systemen

Art. 5.§ 1. Diverse voorzieningen die deel uitmaken van een diftar-systeem voor ophaling van huishoudelijke en hiermee gelijkgestelde afvalstoffen komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Bij de berekening van de subsidie voor diftar-systemen worden, overeenkomstig de bepalingen in artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 betreffende de subsidiering van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd, de coëfficiënten C1 en C2 mee in rekening gebracht. Deze bepaling geldt enkel voor de beladingssystemen op de vrachtwagens en de hard- en software; ze geldt niet voor de containers met toebehoren. § 3. De maximale subsidieerbare bedragen zijn : 1° 7 euro per aansluitpunt ten behoeve van het diftar-systeem (beladingsysteem, soft- en hardware, enzovoort);2° 13 euro per recipiënt van 120 liter of een equivalent ervan, met inbegrip van de identificatiemogelijkheid. § 4. Het minimumaantal per subsidieaanvraag is 7 000 aansluitpunten. § 5. Als bijzondere bepaling geldt dat er door de subsidieaanvrager detailinformatie wordt verschaft aan de bevoegde administratie, zoals nader bepaald wordt in de goedkeuringsbrief van het ontwerpdossier. § 6. De subsidies worden als volgt uitbetaald : 1° tot 70 % van de toegezegde subsidie bij het indienen van de vorderingsstaten en de eindafrekening;2° tot 80 % van de toegezegde subsidie na voorlegging en goedkeuring van de gevraagde detailinformatie, zoals bedoeld in § 5, verkregen via het diftar-systeem van het eerste volledige jaar van werking;3° tot 90 % van de toegezegde subsidie na voorlegging en goedkeuring van de gevraagde detailinformatie, zoals bedoeld in § 5, verkregen via het diftar-systeem van het tweede volledige jaar van werking;4° tot 100 % van de toegezegde subsidie na voorlegging en goedkeuring van de gevraagde detailinformatie, zoals bedoeld in § 5, verkregen via het diftar-systeem van het derde volledige jaar van werking.

Art. 6.§ 1. Diverse uitrustingen ten behoeve van een diftar-systeem voor gemeentelijke of intercommunale containerparken komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Als bijzondere bepaling geldt dat er door de subsidieaanvrager detailinformatie wordt verschaft aan de bevoegde administratie, zoals nader bepaald wordt in de goedkeuringsbrief van het ontwerpdossier. § 3. De subsidies worden uitbetaald in fasen op dezelfde manier als beschreven in artikel 5, § 6.

Art. 7.§ 1. De ondergrondse afvalcontainers, bedoeld in artikel 16 van dit besluit, die voorzien zijn van een diftar-systeem dat toelaat de hoeveelheid afval per gebruiker of per groep van gebruikers te meten en overeenkomstig te tariferen, komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Het maximale subsidieerbaar bedrag is 4.350 euro per container met diftar-systeem, plaatsingskosten inbegrepen. § 3. Als bijzondere bepaling geldt dat er door de subsidieaanvrager detailinformatie wordt verschaft aan de bevoegde administratie, zoals nader bepaald wordt in de goedkeuringsbrief van het ontwerpdossier. § 4. De subsidies worden uitbetaald in fasen op dezelfde manier als beschreven in artikel 5, § 6.

Onderafdeling 3. - Diverse voorzieningen ter preventie

Art. 8.§ 1. Herbruikbare luiers, overbroekjes en onderleggers komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. De maximale subsidieerbare bedragen zijn : 1° 5,50 euro per luier of overbroekje;2° 11 euro per onderlegger. § 3. Het minimumaantal per subsidieaanvraag bedraagt : - 1° 1 000 luiers en 350 overbroekjes; - 2° 350 onderleggers.

Art. 9.§ 1. Herbruikbare bekers uit hoogwaardige kunststof die veelvuldig kunnen worden afgewassen, komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Het maximale subsidieerbaar bedrag is 30 cent per beker. § 3. Het minimumaantal per subsidieaanvraag is 5 000 bekers.

Art. 10.§ 1. Een afwasmachine voor het reinigen en drogen van de herbruikbare bekers, genoemd in artikel 9, komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Het maximale subsidieerbaar bedrag is 3.750 euro per eenheid. § 3. Als bijzondere bepaling geldt dat de afwasmachine uitgerust is met een systeem voor onmiddellijke droging van de afgewassen kunststofbekers.

Art. 11.§ 1. Drinkwaterfonteinen die aangesloten zijn op het waterleidingnetwerk, die al dan niet gekoeld water geven en die zo geconcipieerd zijn dat er gemakkelijk rechtstreeks aan de waterstraal kan worden gedronken, komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. De maximale subsidieerbaar bedragen zijn : 1° 275 euro per eenheid voor niet gekoelde drinkwaterfonteinen;2° 500 euro per eenheid voor gekoelde drinkwaterfonteinen. § 3. Het minimumaantal per subsidieaanvraag is 10 drinkwaterfonteinen.

Art. 12.§ 1. Duurzaam en milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal dat de hoeveelheid verpakkingsmateriaal doet verminderen komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Het minimumaantal per subsidieaanvraag is 2 000 eenheden.

Art. 13.§ 1. Mobiele tentoonstellingssystemen en educatief materiaal komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Het maximale subsidieerbaar bedrag is 750 euro per pakket educatief materiaal of per tentoonstellingssysteem. § 3. Het minimumaantal per subsidieaanvraag is vier eenheden. Als er voor minder dan vier eenheden subsidies worden gevraagd, dan moet deze gecombineerd worden met een aanvraag voor andere items. § 4. Als bijzondere bepaling geldt dat het mobiele tentoonstellingssysteem en het educatieve materiaal moeten worden aangewend voor sensibiliseringsacties rond afvalvoorkoming. Afdeling 2. - Installaties voor afvalstoffenbeheer

Art. 14.Het algemeen subsidiepercentage voor de hierna vermelde items bedraagt : 1° 50 % gedurende de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004;2° 35 % gedurende de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2007. Onderafdeling I. - Aanleg van nieuwe en uitbreiding van bestaande containerparken

Art. 15.§ 1. De infrastructuurwerken en de uitrusting van nieuwe en bestaande containerparken, nodig om huishoudelijke afvalstoffen of hiermee gelijkgestelde afvalstoffen op een efficiënte manier te verzamelen en te sorteren, komen in aanmerking voor subsidiëring. Het betreft volgende percelen : 1° infrastructuurwerken en receptie-infrastructuur;2° voorzieningen voor de tijdelijke opslag van recycleerbare afvalstoffen;3° opslagruimte voor KGA;4° toestellen die het afval verkleinen of het volume ervan reduceren, met uitzondering van hakselaars. § 2. Voor de berekening van het subsidieerbaar bedrag worden volgende beperkingen in acht genomen : 1° infrastructuurwerken en receptie-infrastructuur : 83 euro per m2, met een maximum van 2 000 m2 verharde oppervlakte per pakket;2° voorzieningen voor de tijdelijke opslag van recycleerbare afvalstoffen : 125 euro per m3, met een maximum van 240 m3 per pakket;3° opslagruimte voor KGA, met een maximum van 40 m2 per pakket dat voldoet aan de Vlarem reglementering; 4° toestellen die het afval verkleinen of het volume ervan reduceren, met uitzondering van hakselaars : 17.000 euro per pakket. § 3. Daarnaast gelden de volgende bijzondere bepalingen : 1° gemeenten van minder dan 7 500 inwoners hebben recht op één pakket, overeenkomstig de hierboven vermelde onderdelen van een containerpark. Voor de andere gemeenten mag per schijf van 7 500 inwoners één pakket worden aangevraagd, hetzij als nieuw containerpark hetzij als uitbreiding van een bestaand containerpark; 2° er wordt rekening gehouden met de eerder ontvangen subsidies; 3° de uitrusting en de infrastructuur ten behoeve van vergelijkbaar bedrijfsafval, afkomstig van de K.M.O.'s, die in meer worden voorzien in combinatie met een nieuw of bestaand gemeentelijk containerpark, komen eveneens in aanmerking voor subsidiëring. Deze subsidies worden verleend in meer ten opzichte van het normaal vooropgestelde equivalent en stemmen overeen met 1 pakket per 15 000 inwoners; 4° kustgemeenten en andere gemeenten die aantonen dat ze een belangrijke toeristische activiteit hebben, kunnen een overeenkomstige verhoging verkrijgen t.o.v. het vermelde quotum.

Onderafdeling 2. - Diversificatie van de brengmethode

Art. 16.§ 1. Ondergrondse inzamelsystemen die een alternatief vormen voor de huis-aan-huis-inzameling op moeilijk toegankelijke of esthetisch verantwoorde plaatsen of bij appartementsgebouwen komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Het maximale subsidieerbaar bedrag is 4.350 euro per eenheid, plaatsingskosten inbegrepen.

Art. 17.§ 1. Selectieve verzamelcontainers die bedoeld zijn als verzameleenheden die gemakkelijk toegankelijk zijn en waarin diverse kleine containers voor selectieve inzameling geplaatst worden, komen in aanmerking voor subsidiëring. § 2. Het maximale subsidieerbaar bedrag is 4.350 euro per verzamelcontainer. § 3. Het minimumaantal per subsidieaanvraag is twee verzamelcontainers.

Onderafdeling 3. - Composteerinstallaties

Art. 18.§ 1. Installaties voor de terugwinning of het hergebruik van selectief ingezamelde organische huishoudelijke afvalstoffen, komen in aanmerking voor subsidiëring : 1° composteerinstallaties voor groenafval die geschikt zijn voor de aërobe compostering van groen- of tuinafval;2° vergistingsinstallaties voor GFT-afval die geschikt zijn voor de anaërobe compostering van GFT-afval, eventueel aangevuld met organisch-biologisch bedrijfsafval. De subsidieerbare materie omvat alle infrastructuur- en uitrustingswerken die noodzakelijk zijn om een bedrijfsklare installatie te realiseren. § 2. In afwijking van het algemene percentage geldt hier een subsidiepercentage van 35 % gedurende de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004. § 3. Bij de berekening van de subsidie worden, overeenkomstig artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd, de coëfficiënten C1 en C2 in rekening gebracht. § 4. Als bijzondere bepaling geldt dat er door de subsidieaanvrager detailinformatie wordt verschaft aan de bevoegde administratie, zoals nader bepaald wordt in de goedkeuringsbrief van het ontwerpdossier. § 5. De subsidies worden als volgt uitbetaald : 1° tot 70 % van de toegezegde subsidie bij het indienen van de vorderingsstaten en de eindafrekening;2° tot 80 % van de toegezegde subsidie na voorlegging en goedkeuring van de gevraagde detailinformatie, bedoeld in § 4, over de verwerkte afvalstromen van het eerste volledige jaar van werking;3° tot 90 % van de toegezegde subsidie na voorlegging en goedkeuring van de gevraagde detailinformatie, bedoeld in § 4, over de verwerkte afvalstromen van het tweede volledige jaar van werking;4° tot 100 % van de toegezegde subsidie na voorlegging en goedkeuring van de gevraagde detailinformatie, bedoeld in § 4, over de verwerkte afvalstromen van het derde volledige jaar van werking. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 19.De hierboven vermelde minimum aantallen zijn richtinggevend.

Er kan slechts van worden afgeweken nadat de bevoegde administratie een gemotiveerd verzoek heeft goedgekeurd.

Brussel, 3 mei 2002.

De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA

^