Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 03 mei 2017
gepubliceerd op 13 juni 2017

Ministerieel besluit houdende erkenning voor onbepaalde duur van het OCMW Sankt Vith als inrichtende macht van een noodopvangwoning gelegen te 4780 Sankt Vith, Malmedyer Str. 173

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2017202946
pub.
13/06/2017
prom.
03/05/2017
ELI
eli/besluit/2017/05/03/2017202946/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 MEI 2017. - Ministerieel besluit houdende erkenning voor onbepaalde duur van het OCMW Sankt Vith als inrichtende macht van een noodopvangwoning gelegen te 4780 Sankt Vith, Malmedyer Str. 173


De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Gelet op het decreet van 9 mei 1994 betreffende de noodopvangwoningen, artikel 5, gewijzigd bij decreet van 16 juni 2008 en bij decreet van 25 februari 2013;

Gelet op het besluit van de Regering van 1 december 1994 betreffende de noodopvangwoningen;

Gelet op het besluit van de Regering van 30 juni 2014 houdende verdeling van de bevoegdheden onder de ministers;

Gelet op het besluit van de Regering van 30 juni 2014 houdende overdracht van beslissingsbevoegdheden aan de ministers;

Gelet op de aanvraag die het OCMW Sankt Vith op 16 januari 2017 heeft ingediend om als inrichtende macht van een noodopvangwoning te worden erkend;

Overwegende dat de gegevens vastgelegd in het decreet van 9 mei 1994 volledig konden worden ingediend;

Besluit :

Artikel 1.Het OCMW Sankt Vith wordt voor onbepaalde duur erkend als inrichtende macht van een noodopvangwoning gelegen te 4780 Sankt Vith, Malmedyer Str. 173.

Art. 2.Het OCMW Sankt Vith is bevoegd voor de sociale begeleiding van de personen die in de noodopvangwoning ondergebracht zijn.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2017.

Art. 4.De inrichtende macht van de bovenvermelde noodopvangwoning krijgt een afschrift van dit besluit.

Eupen, 3 mei 2017.

De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden A. ANTONIADIS

^