Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 04 augustus 2008
gepubliceerd op 13 augustus 2008

Ministerieel besluit betreffende de gesteldheid van de gerechtsbrief

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2008002095
pub.
13/08/2008
prom.
04/08/2008
ELI
eli/besluit/2008/08/04/2008002095/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 AUGUSTUS 2008. - Ministerieel besluit betreffende de gesteldheid van de gerechtsbrief


De Minister van Overheidsbedrijven, Gelet op artikel 46, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek aangepast door de wet van 24 mei 1985 en gewijzigd door de wet van 21 maart 1991, dat stelt dat de Minister, tot wiens bevoegdheid het bestuur van de posterijen behoort, het formaat en de dienstaanwijzingen die op de omslag en op het ontvangstbewijs moeten voorkomen bepaalt;

Gelet op het ministerieel besluit van 15 januari 1987 betreffende de gesteldheid van de gerechtsbrief;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, van 15 januari 2008, van 11 maart 2008 en van 31 maart 2008;

Gelet op het akkoord van de Minister van Budget, gegeven op 1 augustus 2008;

Overwegende dat er een wijziging moet worden aangebracht aan de bepalingen die de behandeling van de gerechtsbrieven regelen om ze aan te passen aan de nieuwe realiteit van de gerechtelijke procedure en meer bepaald aan de modernisering ervan;

Overwegende dat de aanpassing van de bepalingen een vlottere voorbereiding van de zendingen, een verbetering van de kwaliteit van de uitreiking van de gerechtsbrieven en van de terugzending van de ontvangstbewijzen zal mogelijk maken;

Gelet op het advies 44.596/2 van de Raad van State, gegeven op 20 juni 2008, in toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Voor de kennisgeving per gerechtsbrief wordt gebruik gemaakt van een éénkleurige omslag die niet wit is. Die omslag wordt gekozen en geleverd door de Minister gemachtigde ambtenaar. § 2. De omslag moet op de adreszijde vermelden : 1° bovenaan « Gerechtsbrief » gevolgd door « RP-AR »;2° een unieke streepjescode ter identificatie, die beantwoordt aan de technische voorschriften van De Post;3° het adres van de dienst van afzending op een plaats die overeenstemt met de technische voorschriften van De Post.

Art. 2.De gerechtsbrieven moeten vergezeld zijn van een bericht van ontvangst, vastgehecht aan deze brief.

Op dat lichtblauwe bericht, dat los wordt verzonden, moet : « Bericht van ontvangst » worden vermeld.

Art. 3.Het ministeriële besluit van 15 januari 1987 betreffende de gesteldheid van de gerechtsbrief, wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2008.

Brussel, 4 augustus 2008.

Mevr. I. VERVOTTE

^