4 FEBRUARI 1999. - Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 4 februari 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de carrière Buitenlandse Dienst en de Kanselarijcarrière

De Minister van Buitenlandse Zaken, Gelet op het koninklijk besiuit van 4 februari 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de carrière Buitenlandse Dienst en de Kanselarijcarrière;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 maart 1997;

Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité 500, gegeven op 4 maart 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 22 juli 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 22 juli 1997, Besluit :

Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 4 februari 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de carrière Buitenlandse Dienst en de Kanselarijcarrière worden onderverdeeld als volgt : - 28 van de 112 betrekkingen behorend tot de 3e administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst worden bezoldigd in de weddeschaal 13B; - 57 van de 164 betrekkingen behorend tot de 4e administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst worden bezoldigd in de weddeschaal 10C. De betrekkingen opgenomen in artikel 2 van hetzelfde besluit worden onderverdeeld als volgt : - 3 van de 10 betrekkingen behorend tot de 1e administratieve klasse van de Kanselarijcarrière worden bezoldigd in de weddeschaal 13B; - 19 van de 54 betrekkingen behorend tot de 2e administratieve klasse van de Kanselarijcarrière worden bezoldigd in de weddeschaal 10C; - 12 van de 44 betrekkingen behorend tot de 3e administratieve klasse van de Kanselarijcarrière worden bezoldigd in de weddeschaal 22B.

Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 7 oktober 1996 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van de carrière Buitenlandse Dienst en de Kanselarijcarrière wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 4 februari 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de carrière Buitenlandse Dienst en de Kanselarijcarrière.

Brussel, 4 februari 1999.

E. DERYCKE