Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 04 juli 2008
gepubliceerd op 10 juli 2008

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2008022377
pub.
10/07/2008
prom.
04/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/04/2008022377/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2008. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden


De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 37, § 12, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995;

Gelet op het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden;

Gelet op de voorstellen van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 18 februari en 8 april 2008;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 april 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 20 mei 2008;

Gelet op het advies 44.661/1 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2, § 2, van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 16 februari 2007, worden de volgende aanpassingen aangebracht : 1° het volgende streepje wordt toegevoegd aan de punten a) en b) : « - 1,4 lid van het personeel voor reactivering per 30 patiënten die verblijven in een erkend bed voor kortverblijf (liaisonfunctie);»; 2° het volgende streepje wordt toegevoegd aan de punten c), d) en e) : « - bijkomend 1,4 lid van het personeel voor reactivering per 30 patiënten die verblijven in een erkend bed voor kortverblijf (liaisonfunctie);».

Art. 2.In artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 16 februari 2007, worden de volgende aanpassingen aangebracht : 1° het volgende streepje wordt toegevoegd aan het punt a) : « - 0,10 lid van het personeel voor reactivering dat een bekwaming heeft in palliatieve zorg, ter ondersteuning van de verzorging van de terminale patiënten;»; 2° het volgende streepje wordt toegevoegd aan de punten b) en c) : « - bijkomend 0,10 lid van het personeel voor reactivering dat een bekwaming heeft in palliatieve zorg, ter ondersteuning van de verzorging van de terminale patiënten;».

Art. 3.Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 16 februari 2007 en 10 maart 2008, wordt vervangen als volgt : «

Art. 6.De volledige tegemoetkoming bevat de volgende onderdelen : a) Deel A1 : de financiering van het genormeerde personeel volgens de bepalingen van hoofdstuk II;b) Deel A2 : een tegemoetkoming als aanmoediging voor bijkomende zorginspanningen;c) Deel B1 : de financiering van het verzorgingsmateriaal zoals bedoeld in artikel 147, §§ 1 en 2, van het hiervoor vermeld koninklijk besluit van 3 juli 1996;d) Deel B2 : de financiering voor producten en materiaal ter voorkoming van nosocomiale ziekten;e) Deel C : de financiering van de palliatieve functie;f) Deel D : een partiële tegemoetkoming in de beheerskost en in de kost voor de gegevensoverdracht;g) Deel E : het functiecomplement voor de hoofd- verpleegkundige in RVT;h) Deel F : de tegemoetkoming voor de coördinerend en raadgevend arts in RVT;i) Deel G : de bijkomende financiering van het kortverblijf;j) Deel H : de financiering van de bijkomende vorming van het personeel op het vlak van dementie;k) Deel Z1 : de financiering van de liaisonfunctie voor kortverblijf voor de periode van 1 juli 2008 tot 31 december 2009;l) Deel Z2 : de financiering van personeel ter ondersteuning van de verzorging van de terminale patiënten in RVT voor de periode van 1 juli 2008 tot 31 december 2009.».

Art. 4.In artikel 8, § 2, b) van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 oktober 2004 en van 16 februari 2007, wordt het volgend streepje tussen het tweede en derde streepje ingevoegd : « - of de vervangers van de werknemers van minstens 50 jaar, die van de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan niet genieten, maar die van een bijkomend verlof genieten in het kader van het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de Federale Regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers; ».

Art. 5.Artikel 18, §§ 1 en 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 16 februari 2007, wordt vervangen als volgt : «

Art. 18.§ 1. Het bedrag per dag en per rechthebbende zoals bedoeld in artikel 17 wordt aangepast indien in de inrichting, tijdens de referentieperiode of tijdens de periode die zich situeert tussen de referentie- en de factureringsperiode, een wijziging van de erkende bedden plaatsvindt.

Het bedrag van de aanpassing is gelijk aan : [(aantal RVT-bedden na aanpassing/totaal aantal bedden na aanpassing) - (aantal RVT-bedden voor aanpassing / totaal aantal bedden voor aanpassing)] x 16,78 euro x [(aantal dagen tussen de begindatum van de referentieperiode en de datum van de aanpassing met een maximum van het aantal kalenderdagen in de factureringsperiode) / aantal dagen in de factureringsperiode] + [(aantal bedden kortverblijf na aanpassing/totaal aantal bedden na aanpassing) - (aantal bedden kortverblijf voor aanpassing / totaal aantal bedden voor aanpassing)] x 5,05 euro x [(aantal dagen tussen de begindatum van de referentieperiode en de datum van de aanpassing met een maximum van het aantal kalenderdagen in de factureringsperiode) / aantal dagen in de factureringsperiode]. § 2. Het bedrag per dag en per rechthebbende zoals bedoeld in artikel 17 wordt aangepast indien tijdens de factureringsperiode een wijziging van de erkende bedden plaatsvindt. Deze aanpassing gebeurt van zodra deze wijziging plaatsvindt.

Het bedrag van de aanpassing is gelijk aan : [(aantal RVT-bedden na aanpassing/totaal aantal bedden na aanpassing) - (aantal RVT-bedden voor aanpassing / totaal aantal bedden voor aanpassing)] x 16,78 euro + [(aantal bedden kortverblijf na aanpassing / totaal aantal bedden na aanpassing) - (aantal bedden kortverblijf voor aanpassing / totaal aantal bedden voor aanpassing)] x 5,05 euro ».

Art. 6.Hoofdstuk III, sectie 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 28 februari 2005, wordt vervangen als volgt : « Sectie 3 : Deel B1 : de financiering voor het verzorgingsmaterieel

Art. 21.De kost per dag huisvesting en per rechthebbende voor het verzorgingsmateriaal zoals bedoeld in artikel 147, §§ 1 en 2, van het hiervoor vermeld koninklijk besluit van 3 juli 1996 bedraagt : [(0.13 euro x aantal rechthebbenden Cat 0) + (0,26 euro x aantal rechthebbenden Cat A) + (0,39 euro x aantal rechthebbenden Cat B) + (0,53 euro x aantal rechthebbenden Cat C en Cat Cd) + (8,60 euro x aantal rechthebbenden Cat Cc)] / aantal rechthebbenden.

Sectie 3bis : Deel B2 : de financiering voor producten en materiaal ter voorkoming van nosocomiale ziekten

Art. 21bis.De tegemoetkoming per dag huisvesting en per rechthebbende voor producten en materiaal ter voorkoming van nosocomiale ziekten bedraagt 0,054 euro.

De instelling moet het bewijs kunnen geven dat het interne richtlijnen hanteert en dat er regelmatig gebruik is van producten en materieel dat leidt tot een betere hygiëne, in het bijzonder van de handen, ter voorkoming van nosocomiale ziekten. Het correcte gebruik, overeenkomstig de richtlijnen, van deze producten en dit materieel, is een voorwaarde voor de toekenning van de tegemoetkoming zoals bedoeld in dit hoofdstuk. ».

Art. 7.Hoofdstuk III van hetzelfde besluit, aangevuld bij het ministerieel besluit van 10 maart 2008, wordt aangevuld met volgende bepalingen : « Sectie 10 : Deel Z1 : de financiering van de liaisonfunctie voor kortverblijf voor de periode van 1 juli 2008 tot 31 december 2009.

Art. 29quater.Voor de periode van 1 juli 2008 tot 31 december 2008 bedraagt de financiering van de liaisonfunctie voor kortverblijf per rechthebbende en per dag : [(5,05 euro x gemiddeld aantal bedden in kortverblijf tijdens de referentieperiode) / (totaal aantal gefactureerde dagen in de referentieperiode / aantal kalenderdagen in de referentieperiode)].

Voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 december 2009 bedraagt deze financiering per rechthebbende en per dag : [(5,62 euro x gemiddeld aantal patiënten in kortverblijf tijdens de referentieperiode) / (totaal aantal gefactureerde dagen in de referentieperiode/aantal kalenderdagen in de referentieperiode)].

Sectie 11 : Deel Z2 : de financiering van personeel ter ondersteuning van de verzorging van de terminale patiënten in het RVT voor de periode van 1 juli 2008 tot 31 december 2009.

Art. 29quinquies.Voor de periode van 1 juli 2008 tot 31 december 2009 bedraagt de financiering van personeel ter ondersteuning van de verzorging van de terminale patiënten in het RVT, per rechthebbende en per dag : [0,40 euro x aantal gefactureerde dagen in RVT tijdens de referentieperiode / totaal aantal gefactureerde dagen in de referentieperiode] ».

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2008, met uitzondering van artikel 4 dat uitwerking heeft op 1 oktober 2007.

Brussel, 4 juli 2008.

Mevr. L. ONKELINX

^