Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 04 juni 2021
gepubliceerd op 04 juni 2021

Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2021031616
pub.
04/06/2021
prom.
04/06/2021
ELI
eli/besluit/2021/06/04/2021031616/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JUNI 2021. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, artikel 4;

Gelet op de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, artikelen 11 en 42;

Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 181, 182 en 187;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 mei 2021;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 19 mei 2021;

Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, gegeven op 25 mei 2021;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de noodzakelijkheid om maatregelen te overwegen die gegrond zijn op epidemiologische resultaten die van dag op dag evolueren en waarvan de laatste de maatregelen hebben gerechtvaardigd die werden beslist tijdens het Overlegcomité dat is bijeengekomen op 11 mei 2021; dat zodoende op korte termijn bepaalde maatregelen moeten worden genomen en anderen moeten worden aangepast; dat de eerste reeks versoepelingen in werking zal treden op 9 juni 2021; dat, opdat de sectoren zich zouden kunnen voorbereiden, het ministerieel besluit evenwel een voldoende aantal dagen voordien officieel dient te worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad;

Gelet op het advies 69.444/VR van de Raad van State, gegeven op 31 mei 2021 en ontvangen op 2 juni 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (zie bijlage);

Overwegende het overleg tussen de regeringen van de deelstaten en de bevoegde federale overheden in frequent gehouden Overlegcomités, in het bijzonder de Overlegcomités van 11 mei 2021 en 4 juni 2021 voor de in het besluit genomen maatregelen;

Overwegende de adviezen van de RAG en van de GEMS;

Overwegende het advies van de Hoge Gezondheidsraad van 9 juli 2020;

Overwegende artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dat het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen verankert; dat dit beginsel inhoudt dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;

Overwegende artikel 6, 1. c) en e) van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

Overwegende de Grondwet, artikel 23;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano;

Overwegende de wet van 9 oktober 2020 houdende instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020;

Overwegende het Samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers komende van buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België;

Overwegende de wet van 8 april 2021 houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021;

Overwegende het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;

Overwegende het ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;

Overwegende de protocollen bepaald door de bevoegde ministers in overleg met de betrokken sectoren;

Overwegende de Aanbeveling (EU) van 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie;

Overwegende de Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad van 30 juni 2020 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking;

Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;

Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een pandemie door de WHO op 11 maart 2020;

Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau heeft uitgeroepen aangaande het coronavirus COVID-19 dat de wereldeconomie destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld;

Overwegende de inleidende toespraak van de directeur-generaal van de WHO van 12 oktober 2020 die aangaf dat het virus zich voornamelijk verspreidt tussen nauwe contacten en aanleiding geeft tot opflakkeringen van de epidemie die onder controle zouden kunnen worden gehouden door middel van gerichte maatregelen;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 15 oktober 2020, die onder meer aangaf dat de overdracht en besmettingsbronnen plaatsvinden in de huizen, binnen in publieke plaatsen en bij de personen die de zelfbeschermingsmaatregelen niet correct naleven;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO van 26 oktober 2020, die aangaf dat alles in het werk moet worden gesteld om de medewerkers van de zorgsector te beschermen; dat scholen en bedrijven kunnen openblijven maar daarvoor compromissen moeten worden gesloten; dat de directeur-generaal bevestigde dat het virus kan worden onderdrukt door snel en bewust in te grijpen;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 29 april 2021, die aangaf dat individuele en collectieve gezondheidsmaatregelen dominante factoren blijven bij het bepalen van het verloop van de pandemie; dat we ons bewust moeten zijn van het feit dat vaccins alleen de pandemie niet zullen beëindigen; dat in de context van de pandemie het een combinatie van vaccins en krachtige gezondheidsmaatregelen is die ons de duidelijkste weg naar het normale biedt;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 20 mei 2021, die aangaf dat het aantal besmettingen en doden daalt maar dat waakzaamheid geboden blijft; dat in de komende maanden de toegenomen mobiliteit, fysieke interacties en bijeenkomsten kunnen leiden tot meer overdracht in Europa; dat indien de sociale maatregelen worden versoepeld, de inspanningen op het gebied van testing en sequencing, isolatie, tracering van contacten, quarantaine en vaccinatie moeten worden verdubbeld om de situatie onder controle te houden en ervoor te zorgen dat de tendensen in dalende lijn blijven gaan; dat noch de testing, noch het toedienen van vaccins een vervanging is voor het naleven van maatregelen zoals het behouden van een afstand houden en het dragen van mondmaskers in openbare ruimten of in de inrichtingen van de gezondheidszorg;

Overwegende dat ons land sinds 13 oktober 2020 op nationaal niveau in alarmniveau 4 (zeer hoge alertheid) zit;

Overwegende dat het daggemiddelde van de nieuwe vastgestelde besmettingen met het coronavirus COVID-19 in België over de voorbije zeven dagen een daling kende tot 1875 bevestigde positieve gevallen op 4 juni 2021;

Overwegende dat op 4 juni 2021 in totaal 1063 patiënten getroffen door COVID-19 worden behandeld in de Belgische ziekenhuizen; dat op diezelfde datum in totaal 364 patiënten worden behandeld op de diensten van de intensieve zorg; dat deze cijfers toelaten bepaalde maatregelen te versoepelen;

Overwegende dat de incidentie op 4 juni 2021 over een periode van 14 dagen 239 op 100.000 inwoners bedraagt; dat het reproductiegetal op basis van de nieuwe hospitalisaties 0,981 bedraagt;

Overwegende dat de bezettingsgraad van de ziekenhuizen, in het bijzonder van de diensten van de intensieve zorg, hoog blijft; dat de druk op de ziekenhuizen en op de continuïteit van de niet-COVID-19-zorg nog steeds reëel is en dat dit een negatief effect heeft op de volksgezondheid; dat een aantal ziekenhuizen zich nog steeds bevindt in fase 2A van het ziekenhuisnoodplan;

Overwegende dat de variant B.1.1.7 dominant is geworden in België; dat deze variant besmettelijker is en daardoor het virus nog vlotter kan circuleren onder de bevolking;

Overwegende dat de vaccinatiecampagne van start is gegaan en dat dit al een duidelijk effect heeft op de besmettingen van de 65-plussers en ook de bredere bevolking wordt gevaccineerd; dat een vaccinatiegraad van 80% werd bereikt bij de personen met een risicoprofiel; dat het aantal ziekenhuisopnames en overlijdens daardoor afneemt;

Overwegende dat het van belang is dat er een maximale coherentie bestaat bij het nemen van maatregelen voor de handhaving van de openbare orde, teneinde de efficiëntie ervan te maximaliseren; dat deze maatregelen dienen te gelden voor het ganse grondgebied; dat de lokale overheden evenwel de mogelijkheid hebben om, rekening houdend met de epidemiologische toestand op hun grondgebied, strengere maatregelen te nemen voor zover die proportioneel en in de tijd beperkt zijn;

Overwegende de urgentie en het risico voor de volksgezondheid die het coronavirus COVID-19 met zich meebrengt voor de bevolking;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen treft;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 wordt overgedragen van mens op mens via de lucht; dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;

Overwegende dat moet worden vermeden dat nieuwe mutaties en varianten van het coronavirus die een invloed kunnen hebben op de werkzaamheid van de vaccins ontstaan of zich verspreiden; dat de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 20 mei 2021 aangeeft dat de variant B.1.617 (de Delta variant) reeds werd vastgesteld in minstens 26 landen van de Europese Regio van de WHO; dat deze nog onderzocht wordt; dat deze zich snel kan verspreiden en dominant zou kunnen worden in Europa; dat daarom maatregelen nodig zijn om de verdere verspreiding van deze varianten op het Belgisch grondgebied tegen te gaan; dat bijgevolg de uitzondering op het invullen en ondertekenen van het Passagier Lokalisatie Formulier en het kunnen voorleggen van een negatief testresultaat, voorzien voor de reizigers waarvan de reis geen gebruik van een vervoerder inhoudt en waarvan het verblijf in België niet langer duurt dan 48 uur of waarvan het voorafgaand verblijf buiten België niet langer heeft geduurd dan 48 uur, niet van toepassing is op de personen die zich op enig moment tijdens de 14 dagen voor hun aankomst in België bevonden hebben op het grondgebied van Brazilië, Zuid-Afrika of India;

Overwegende dat, gezien wat voorafgaat, bepaalde bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, nog steeds een specifieke bedreiging vormen voor de volksgezondheid en aan beperkingen dienen te worden onderworpen;

Overwegende dat de maatregelen houdende een beperking en omkadering van samenscholingen nog steeds onontbeerlijk en proportioneel zijn om het fundamentele recht op leven en gezondheid van de bevolking te vrijwaren; dat kinderen tot en met 12 jaar, voor wat betreft het maximum aantal toegelaten personen bij bijeenkomsten, steeds worden meegeteld, tenzij uitdrukkelijk anders wordt gesteld;

Overwegende dat het verbod op samenscholingen op de openbare weg en in de openbare ruimte van meer dan vier personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, tussen middernacht en 5 uur 's morgens bijdraagt tot een vermindering van het aantal festiviteiten, ontmoetingen en het gebruik van alcohol in de openbare ruimte onder omstandigheden waarin de maatregelen betreffende de social distancing of het dragen van mondmaskers niet worden toegepast; dat deze beperking aldus bijdraagt tot een vermindering van het aantal besmettingen en van de snelheid waarmee het virus wordt overgedragen; dat op de openbare weg en in de openbare ruimte overdag samenscholingen zijn toegelaten tot tien personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, behoudens de voorziene uitzonderingen;

Overwegende dat deze beperkingen, gezien de nog steeds kwetsbare gezondheidssituatie, noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de situatie opnieuw snel verslechtert en om ervoor te zorgen dat de inspanningen van de gehele bevolking en van alle betrokken sectoren, met inbegrip van de economische en de gezondheidssector, niet teniet worden gedaan;

Overwegende dat er evenwel rekening moet worden gehouden met het mentale welzijn van de bevolking en de voortgang van de vaccinatiecampagne; dat, om die reden, meer activiteiten opnieuw toegelaten zijn, onder andere in de culturele en evenementensector; dat ook niet-professionele sportieve wedstrijden, zowel binnen als buiten, opnieuw worden toegestaan voor een beperkt aantal deelnemers; dat de beperking van het aantal deelnemers in de niet-professionele sportsector kan worden gerechtvaardigd door het feit dat de naleving van de sanitaire maatregelen moeilijker kan worden gegarandeerd gelet op de beperktere omkadering; dat het aantal niet-professionele sportieve wedstrijden en sporttrainingen bovendien hoger ligt dan het aantal professionele sportieve wedstrijden en sporttrainingen; dat de versoepelingen tot slot gradueel worden doorgevoerd, waarbij het opportuun wordt geacht om in eerste instantie meer toe te laten voor professionele sporters; dat het voor professionele sporters mogelijk moet zijn hun beroep uit te oefenen;

Overwegende dat in de private ruimte samenscholingen zijn toegelaten tot 50 personen, met inbegrip van de kinderen tot en met 12 jaar, behoudens de voorziene uitzonderingen; dat bijvoorbeeld ook recepties en banketten opnieuw kunnen plaatsvinden; dat indien professionele horeca-activiteiten worden uitgeoefend, specifieke regels moeten worden nageleefd, behalve bij dienstverlening aan huis aangezien de dienstverlener in de thuisomgeving niet kan instaan voor de naleving van de toepasselijke regels; dat de naleving van die specifieke regels in de andere gevallen uiterst sterk wordt aanbevolen;

Overwegende dat om dezelfde redenen het aanbieden van goederen en diensten aan en in huis opnieuw wordt toegelaten, alsook de dienstverlening waarbij de afstand van 1,5 meter tussen de dienstverlener en de consument niet kan worden gegarandeerd gelet op de aard van de dienstverlening ;

Overwegende dat het risico op besmetting buiten kleiner is; dat in deze fase buitenactiviteiten daarom in de mate van het mogelijke de voorkeur moeten krijgen; dat daarom evenementen buiten met meer aanwezigen kunnen plaatsvinden dan binnen;

Overwegende dat de gunstige evolutie van de gezondheidssituatie toelaat dat de meeste activiteiten, met inbegrip van de binnenactiviteiten van de horecasector, opnieuw worden toegelaten middels de naleving van bepaalde precieze modaliteiten, in het bijzonder betreffende de luchtkwaliteit en de openingsuren; dat ook de protocollen van toepassing blijven;

Overwegende dat het gebruik van luchtkwaliteitsmeters (CO2) nodig blijkt om de bevolking te beschermen tegen de verhoogde besmettingsrisico's in bepaalde besloten inrichtingen of ruimtes, in het bijzonder in de fitnesscentra en in de besloten ruimten van de eet- en drankgelegenheden in de horecasector, omdat daar, door de aard van de activiteiten die er worden uitgeoefend (bijvoorbeeld het uitoefenen van intensieve sporten, het feit veel en luid te praten, te eten, te drinken, desgevallend in combinatie met de consumptie van alcohol), bijzonder veel aërosolen zich verspreiden, in tegenstelling tot wat het geval is in andere inrichtingen, zoals bijvoorbeeld de inrichtingen van de culturele, recreatieve en evenementensector, de gebouwen der erediensten en de winkels; dat deze meters dienen te worden geïnstalleerd op een centrale plaats, en niet naast een deur, raam of ventilatiesysteem; dat er minstens één luchtkwaliteitsmeter aanwezig dient te zijn in elke afzonderlijke ruimte waar eten en dranken worden bereid en geserveerd of waar wordt gesport;

Overwegende dat de geplande evenementen in het kader van het Europees Kampioenschap Voetbal worden onderworpen aan de algemene regels die gelden voor evenementen; dat de epidemiologische impact van activiteiten buiten lager is dan van activiteiten binnen; dat de voorkeur wordt gegeven om de wedstrijden van het EK op grote schermen buiten te laten volgen, door maximum 400 personen per locatie waar het evenement plaatsvindt; dat de bevoegde gemeentelijke overheden en politiediensten erop toezien dat voor deze evenementen de aangewezen preventiemaatregelen voorzien worden;

Overwegende dat het maximum aantal toegelaten personen tijdens de erediensten gelijk is aan het maximum aantal personen dat toegelaten is tijdens evenementen indien de bevoegde gemeentelijke overheid dit heeft toegelaten na raadpleging van de CERM of desgevallend de CIRM; dat de CERM en de CIRM toestaan te evalueren of dergelijke activiteiten op een veiligere manier kunnen worden georganiseerd;

Overwegende dat deze gunstige ontwikkeling het ook mogelijk maakt opnieuw dynamische betogingen toe te staan; dat de naleving van de procedures en protocollen die van toepassing zijn op evenementen evenwel moeilijker kan worden gegarandeerd bij dynamische betogingen; dat het aantal deelnemers dat bij dynamische betogingen is toegestaan derhalve tot 200 moet worden beperkt ; dat statische betogingen daarentegen kunnen plaatsvinden met 400 deelnemers;

Overwegende dat het, gelet op deze versoepelingen, niet langer nodig is om een specifieke bepaling te voorzien voor professionele activiteiten die fysieke aanwezigheid vereisen gericht op mensen met specifieke zorg- en ondersteuningsnoden, georganiseerd door erkende instanties binnen de eerstelijnsgezondheidszorg, preventieve gezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg en thuiszorg;

Overwegende dat onder "open terras" moet worden begrepen een onderdeel van een inrichting die behoort tot de horecasector of van een professionele traiteur- of cateringonderneming dat gelegen is buiten de besloten ruimte daarvan, waar de open lucht vrij kan circuleren, waar men zitgelegenheid biedt en waar dranken en spijzen voor directe consumptie worden aangeboden; dat het terras minstens over één volledige zijde geopend dient te zijn, ongeacht de weersomstandigheden, en dat een voldoende ventilatie dient te worden verzekerd; dat een overdekt terras waarbij één of meerdere zijden volledig open zijn, dus ook kan beantwoorden aan de definitie van een open terras; dat de open zijde niet deels mag worden afgesloten, zoals bijvoorbeeld met een windscherm of zonnewering; dat een terras in een gesloten ruimte, zoals bijvoorbeeld in een winkelcentrum, niet kan worden beschouwd als een open terras;

Overwegende dat bij het uitoefenen van horeca-activiteiten in principe een maximum van vier personen per tafel is toegestaan, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld; dat een huishouden dat groter is dan vier personen evenwel een tafel mag delen, ongeacht de grootte van dat huishouden;

Overwegende dat ook wordt voorzien dat een aantal andere activiteiten, zoals het bezoeken van een inrichting die behoort tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector, voortaan mogelijk zijn voor gezelschappen bestaande uit maximum vier personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld; dat binnen deze gezelschappen de regels van social distancing niet dienen te worden gerespecteerd; dat de regels van social distancing wel dienen te worden gerespecteerd ten aanzien van de andere aanwezige gezelschappen; dat dezelfde regel geldt in het kader van de toegelaten samenscholingen, behalve indien dat niet mogelijk is omwille van de aard van de activiteit;

Overwegende dat een huishouden maximum vier personen tegelijk binnen in huis of in een toeristisch logies mag ontvangen; dat kinderen tot en met 12 jaar in dit kader niet worden meegeteld; dat sterk wordt aanbevolen de preventieve maatregelen maximaal na te leven, zoals het bewaren van afstand, maskerdracht, handhygiëne en ventilatie door het openen van ramen en deuren;

Overwegende dat de maatregel houdende een beperking van het aantal duurzaam onderhouden nauwe contacten niet langer geldt; dat het echter sterk aangeraden blijft om de nauwe contacten te beperken;

Overwegende dat, voor de toepassing van dit besluit, onder "huishouden" moet worden begrepen de personen die onder hetzelfde dak wonen; dat hiermee ook wordt gedoeld op de nieuwe gezinsvormen, zoals nieuw samengestelde gezinnen of andere situaties waarbij de betrokkenen strikt genomen niet onafgebroken onder hetzelfde dak wonen;

Overwegende dat de regels specifiek voor huishoudens steeds moeten worden toegepast rekening houdende met het recht op eerbiediging van het privéleven; dat bijvoorbeeld niet wordt verwacht van de verantwoordelijken of het personeel van een horeca-inrichting dat zij nagaan of het inderdaad om de leden van eenzelfde huishouden gaat;

Overwegende dat het ook voor de personen werkzaam in een onderneming opnieuw mogelijk moet zijn om zich op welbepaalde momenten en met respect voor de preventiemaatregelen naar de arbeidsplaats te begeven; dat de doelstelling van de terugkeermomenten er onder andere uit bestaat om de personen werkzaam in een onderneming voor wie telethuiswerk verplicht is en die lijden onder deze situatie en onder het gebrek aan sociale contacten toe te laten één werkdag per week terug te keren naar de arbeidsplaats, op vrijwillige basis en met bepaalde beperkingen; dat voor een dergelijk terugkeermoment in de KMO's waar minder dan tien personen werkzaam zijn een uitzondering moet worden voorzien op de beperking tot 20% van de telethuiswerkers, om ook in deze KMO's tegemoet te kunnen komen aan deze doelstelling;

Overwegende dat nog steeds een beroep wordt gedaan op het verantwoordelijkheidsgevoel en de geest van solidariteit van elke burger om de regels van social distancing na te leven en om alle gezondheidsaanbevelingen toe te passen; dat de regels van social distancing in het bijzonder betrekking hebben op het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen personen, maar ook bijvoorbeeld op een bijzondere aandacht voor hygiëne bij niezen en hoesten ;

Overwegende dat de hygiënemaatregelen essentieel blijven;

Overwegende dat buitenactiviteiten waar mogelijk de voorkeur krijgen; dat, indien dit niet mogelijk is, de ruimtes voldoende moeten worden verlucht;

Overwegende dat de gezondheidssituatie op regelmatige basis wordt geëvalueerd; dat dit betekent dat striktere maatregelen nooit zijn uitgesloten, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt aangevuld met de bepalingen onder 20° en 21°, luidende : "20° "openbare ruimte" : de openbare weg en de voor het publiek toegankelijke plaatsen, met inbegrip van plaatsen die afgesloten en overdekt zijn; 21° "private ruimte" : de ruimte die niet behoort tot de openbare ruimte.".

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 2.§ 1. Telethuiswerk is verplicht bij alle ondernemingen, verenigingen en diensten, met inbegrip van de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage 1 van dit besluit, voor alle personen bij hen werkzaam, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening.

De werkgevers bezorgen de personen werkzaam in hun vestigingseenheden, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie, die niet kunnen telethuiswerken een attest of elk ander bewijsstuk dat de noodzaak van hun aanwezigheid op de arbeidsplaats bevestigt.

De werkgevers registreren maandelijks, via het elektronische registratiesysteem dat door de Rijksdienst Sociale Zekerheid ter beschikking wordt gesteld op de portaalsite van de sociale zekerheid, per vestigingseenheid het totale aantal personen dat er werkzaam is en het aantal personen dat een functie uitoefent die onmogelijk kan worden volbracht via telethuiswerk. Deze aangifte heeft betrekking op de situatie op de eerste werkdag van de maand en moet uiterlijk worden ingediend op de zesde kalenderdag van de maand. Als het totale aantal personen werkzaam in de vestigingseenheid en het aantal personen dat daar een functie uitoefent die onmogelijk kan worden volbracht via telethuiswerk, niet is gewijzigd sinds de laatste geldige aangifte, is de werkgever niet verplicht een nieuwe aangifte te doen.

De in het derde lid bedoelde registratieplicht is niet van toepassing op : -de KMO's waar minder dan vijf personen werkzaam zijn, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie; - de werkgevers uit de bouw-, schoonmaak en vleessector voor hun werknemers die onder de toepassing vallen van de verplichte registratie van aanwezigheid zoals bedoeld in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikelen 31bis tot 31octies en in de programmawet van 10 augustus 2015, artikelen 4 tot 11 en hun uitvoeringsbesluiten; - de inrichtingen bedoeld in artikel 2, 1° van het samenwerkingsakkoord van 16 februari 2016 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, waarmee instemming werd verleend door de wet van 1 april 2016; - de werkgevers in de gezondheidszorg als bedoeld in artikel 40 van de wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie; - alle onderwijsinstellingen voor zowel het personeel dat de inrichtende machten zelf betalen en aangeven bij de RSZ, als het personeel dat via een Gemeenschapsministerie betaald wordt en bij de RSZ wordt aangegeven. Deze uitzondering geldt niet voor universiteiten, privé-scholen en andere opleidingsinstellingen die de lonen van al het personeel zelf betalen. § 1bis. In afwijking van § 1, eerste lid, mogen de ondernemingen, verenigingen en diensten zoals bedoeld in § 1, eerste lid, voor de personen bij hen werkzaam, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie, waarvoor het telethuiswerk verplicht is, terugkeermomenten inplannen, mits naleving van de regels bedoeld in paragraaf 2 en onder de volgende voorwaarden : - een onderling akkoord tussen deze ondernemingen, verenigen en diensten en de personen die bij hen werkzaam zijn, wat betekent deze personen niet verplicht kunnen worden om deel te nemen aan de terugkeermomenten; - het doel moet het bevorderen van het psychosociaal welzijn en de teamgeest van deze personen zijn; - deze personen moeten vooraf de nodige instructies krijgen over alle maatregelen die noodzakelijk zijn om de terugkeer veilig te laten verlopen; - deze personen moeten geïnformeerd worden dat ze in geen geval mogen terugkeren naar de arbeidsplaats als ze zich ziek voelen of ziektesymptomen vertonen of zich in een quarantainesituatie bevinden; - de werkgever mag hieraan, voor zijn werknemers, geen enkel gevolg verbinden; - de verplaatsing van en naar de arbeidsplaatsen tijdens de piekuren van het openbaar vervoer of via carpooling moet zo veel mogelijk vermeden worden; - de beslissing om terugkeermomenten te organiseren moet gebeuren met inachtneming van de regels van het sociaal overleg in de onderneming, waarbij alle voorwaarden worden afgetoetst.

Deze terugkeermomenten mogen maximum één werkdag per week per persoon bedragen. Per dag mag maximum 20% van de personen voor wie telethuiswerk overeenkomstig de eerste paragraaf verplicht is, tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn.

Voor de KMO's waar minder dan tien personen werkzaam zijn, mogen maximum vijf personen van diegenen voor wie het telethuiswerk overeenkomstig § 1 verplicht is, tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn. § 2. De ondernemingen, verenigingen en diensten, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, nemen tijdig passende preventiemaatregelen om de regels van social distancing te garanderen en een maximaal niveau van bescherming te bieden.

Deze passende preventiemaatregelen zijn veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en/of organisatorische aard zoals bepaald in de "Generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan", die ter beschikking wordt gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau, en/of andere passende maatregelen die minstens een gelijkwaardig niveau van bescherming bieden. Collectieve maatregelen hebben steeds voorrang op individuele maatregelen.

Deze passende preventiemaatregelen worden op het niveau van de onderneming, vereniging of dienst, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, uitgewerkt en genomen met inachtneming van de geldende regels van het sociaal overleg, en in overleg met de diensten voor preventie en bescherming op het werk.

Deze ondernemingen, verenigingen en diensten, informeren de personen die bij hen werkzaam zijn tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken hun een passende opleiding. Ze informeren ook derden tijdig over de geldende preventiemaatregelen.

Werkgevers, werknemers en derden zijn ertoe gehouden de in de onderneming, vereniging of dienst geldende preventiemaatregelen toe te passen. § 3. De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg zijn belast met het informeren en begeleiden van werkgevers en werknemers van de ondernemingen, verenigingen en diensten, zoals bedoeld in § 1, eerste lid,, en overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek met het toezien op de naleving van de verplichtingen die er gelden overeenkomstig de paragrafen 1 en 2."

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 1°, worden de woorden "en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding" opgeheven; 2° in het tweede lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt : "2° een afstand van 1,5 meter tussen elke groep bedoeld in het vierde lid wordt gegarandeerd;"; 3° in het tweede lid, wordt de bepaling onder 3° opgeheven; 4° in het tweede lid, wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt : "5° indien de voor het publiek toegankelijke vloeroppervlakte minder dan 20 m2 bedraagt, is het toegelaten ofwel om twee consumenten te ontvangen, mits een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon gegarandeerd is, ofwel om een groep bedoeld in het vierde lid te ontvangen;"; 5° in het tweede lid, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt : "7° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker in de onderneming of vereniging is verplicht in de voor het publiek toegankelijke ruimtes, en indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd wegens de aard van de uitgeoefende activiteit worden daarenboven ook andere persoonlijke beschermingsmiddelen sterk aanbevolen, onverminderd artikel 25;"; 6° in het tweede lid, wordt de bepaling onder 8° vervangen als volgt : "8° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden en dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, eveneens voor wat betreft personen die buiten de inrichting wachten;"; 7° in het tweede lid, wordt de bepaling onder 13° vervangen als volgt : "13° de openbare ruimten, met inbegrip van de terrassen in de openbare ruimte, worden georganiseerd overeenkomstig de voorschriften bepaald door de lokale overheden;"; 8° in het tweede lid, wordt de bepaling onder 14° opgeheven;9° het derde lid wordt vervangen als volgt : "In afwijking van het tweede lid, 4°, mogen fotografen in hun lokalen vier personen tegelijkertijd ontvangen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld. Ze mogen meer dan vier personen ontvangen voor zover ze behoren tot hetzelfde huishouden."; 10° er wordt een vierde lid toegevoegd, luidende : "De consumenten mogen worden ontvangen in groepen van maximum twee personen, kinderen tot en met 12 jaar en begeleiders van personen die nood hebben aan begeleiding niet meegeteld.Groepen van meer dan twee personen zijn toegestaan voor zover ze behoren tot hetzelfde huishouden. ".

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 6.§ 1. Bij het professioneel uitoefenen van horeca-activiteiten kunnen afhaalmaaltijden en -dranken worden aangeboden en geleverd tot ten laatste 23.30 uur. § 2. Bij het professioneel uitoefenen van horeca-activiteiten dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd, onverminderd de toepasselijke protocollen, behoudens in geval van dienstverlening aan huis : 1° de uitbater informeert de klanten, personeelsleden en derden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen;2° de uitbater organiseert zich zodanig dat samenscholingen worden vermeden en dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, eveneens voor wat betreft de personen die buiten de inrichting wachten;3° de uitbater stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de klanten;4° de uitbater neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;5° de openbare ruimten, met inbegrip van de terrassen in de openbare ruimte, worden georganiseerd overeenkomstig de voorschriften bepaald door de lokale overheden;6° de tafels worden zo geplaatst dat een afstand van minstens 1,5 meter tussen de tafelgezelschappen wordt gegarandeerd;7° een maximum van vier personen per tafel is toegestaan, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld;8° enkel zitplaatsen aan tafel zijn toegestaan;9° elke persoon moet aan zijn eigen tafel blijven zitten, onder voorbehoud van de bepalingen onder 11° en 12° ;10° de klanten en personeelsleden dragen een mondmasker of elk ander alternatief in stof overeenkomstig artikel 25;11° buffetten zijn toegestaan;12° er is geen enkele bediening aan de bar toegestaan, met uitzondering van eenmanszaken; 13° de openingsuren zijn beperkt van 05.00 uur tot 23.30 uur; 14° indien het een open terras betreft, is minstens één volledig zijde van het terras te allen tijde geopend en dient het een voldoende ventilatie te verzekeren;15° tenzij het een open terras betreft, mag het geluidsniveau 80 decibels niet overschrijden. In afwijking van het eerste lid, 7°, mag een huishouden een tafel delen, ongeacht de grootte van dat huishouden.

Tenzij het een open terras betreft, is het gebruik van een luchtkwaliteitsmeter (CO2) in de eet- en drankgelegenheden van de horecasector verplicht en dient deze op een voor de bezoeker duidelijk zichtbare plaats geïnstalleerd te worden. De luchtkwaliteitsrichtnorm is 900 ppm CO2. Tussen 900 ppm en 1200 ppm dient de uitbater te beschikken over een actieplan om compenserende luchtkwaliteits- of luchtzuiveringsmaatregelen te verzekeren. Boven 1200 ppm dient de inrichting onmiddellijk gesloten te worden.

Tenzij het een open terras betreft, is per afgescheiden receptie of banket een groep van maximum van 50 klanten toegelaten.

Dienstverlening aan huis in het kader van de activiteiten bedoeld in deze paragraaf is toegelaten tot uiterlijk 23.30 uur.".

Art. 5.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 7.Het collectief gebruik van waterpijpen is verboden in voor het publiek toegankelijke plaatsen."

Art. 6.In artikel 7bis van hetzelfde besluit wordt de eerste paragraaf opgeheven.

Art. 7.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 8.§ 1. In de inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd, onverminderd de toepasselijke protocollen : 1° de uitbater of organisator informeert de bezoekers, personeelsleden en derden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen;2° een afstand van 1,5 meter tussen elke groep bedoeld in het tweede lid wordt gegarandeerd;3° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker in de onderneming of vereniging is verplicht in de voor het publiek toegankelijke ruimtes, en indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd wegens de aard van de uitgeoefende activiteit worden daarenboven ook andere persoonlijke beschermingsmiddelen sterk aanbevolen, onverminderd artikel 25;4° de inrichting organiseert zich zodanig dat samenscholingen worden vermeden en dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, eveneens voor wat betreft de personen die buiten de inrichting wachten;5° de openbare ruimten, met inbegrip van de terrassen in de openbare ruimte, worden georganiseerd overeenkomstig de voorschriften bepaald door de lokale overheden;6° de uitbater of organisator stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de bezoekers;7° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;8° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting; 9° de openingsuren zijn beperkt van 05.00 uur tot 23.30 uur.

Bezoekers mogen worden ontvangen in groepen van maximum vier personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de activiteit. Groepen van meer dan vier personen zijn toegestaan voor zover ze behoren tot hetzelfde huishouden.

In fitnesscentra is het gebruik van een luchtkwaliteitsmeter (CO2) verplicht en dient deze op een voor de bezoeker duidelijk zichtbare plaats geïnstalleerd te worden. De luchtkwaliteitsrichtnorm is 900 ppm CO2. Tussen 900 ppm en 1200 ppm dient de uitbater te beschikken over een actieplan om compenserende luchtkwaliteits- of luchtzuiveringsmaatregelen te verzekeren. Boven 1200 ppm dient de inrichting onmiddellijk gesloten te worden. § 2. De discotheken en dancings zijn gesloten voor het publiek, behalve voor wat betreft de organisatie van de activiteiten die toegelaten zijn overeenkomstig dit besluit.".

Art. 8.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt : "5° bezoekers mogen worden ontvangen in groepen van maximum vier personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld;"; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende : "In afwijking van het eerste lid, 5°, worden groepen van meer dan vier personen toegestaan voor zover ze behoren tot hetzelfde huishouden.".

Art. 9.In artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "22.00 uur" vervangen door de woorden "23.30 uur".

Art. 10.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 11.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 13.Markten, met inbegrip van jaarmarkten, braderijen, brocante- en rommelmarkten, en kermissen kunnen enkel plaatsvinden na toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid en met naleving van de volgende regels : 1° het maximum aantal bezoekers dat wordt toegelaten op een markt of kermis bedraagt 1 bezoeker per 1,5 lopende meter aan elke zijde van het kraam of de attractie;2° de markt- en kermiskramers en hun personeel dragen tijdens het uitbaten van hun kraam of attractie een mondmasker of elk alternatief in stof overeenkomstig artikel 25;3° de bevoegde gemeentelijke overheid stelt middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking bij de in- en uitgangen van de markt of de kermis;4° de markt- en kermiskramers stellen middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking van hun personeel en hun klanten;5° de markt- en kermiskramers kunnen enkel voeding of dranken aanbieden met naleving van de regels voorzien in artikel 6;6° er wordt een organisatie of een systeem ingevoerd om te controleren hoeveel bezoekers er op de markt of de kermis aanwezig zijn;7° er wordt een éénrichtingsverkeersplan opgesteld, met afzonderlijke toe- en uitgangen tot en van de markt of de kermis, tenzij er in uitzonderlijke omstandigheden een gemotiveerde afwijking wordt toegestaan door de bevoegde lokale overheid, die een alternatieve oplossing bepaalt. Bezoekers mogen worden ontvangen in groepen van maximum vier personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld. Groepen van meer dan vier personen zijn toegestaan voor zover ze behoren tot hetzelfde huishouden.

Onverminderd artikel 5 en onverminderd de opdrachten van de hulp- en interventiediensten, wordt de toegang tot de markten en de kermissen door de bevoegde lokale overheid op dusdanige wijze georganiseerd, zodat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke groep bedoeld in het tweede lid, evenals de passende preventiemaatregelen die minstens gelijkwaardig zijn aan deze van de "Gids voor de opening van de handel".".

Art. 12.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 14.§ 1. Tussen 0.00 uur en 05.00 uur 's morgens zijn samenscholingen op de openbare weg en in de openbare ruimte van meer dan vier personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, verboden.

Tussen 05.00 uur 's morgens en 0.00 uur zijn samenscholingen op de openbare weg en in de openbare ruimte van meer dan tien personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, verboden, onder voorbehoud van artikel 15. § 2. In de private ruimte zijn samenscholingen van meer dan 50 personen verboden, onder voorbehoud van de artikelen 15 en 15bis. § 3. In afwijking van de eerste paragraaf, mogen de leden van eenzelfde huishouden zich samen bevinden op de openbare weg en in de openbare ruimte, ongeacht de grootte van dat huishouden.".

Art. 13.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 14bis, luidende : "

Art. 14bis.Tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de activiteit, worden in het kader van de toegelaten samenscholingen en activiteiten groepen gevormd van maximum vier personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld. Tijdens eenzelfde samenscholing of activiteit mogen deze groepen niet wisselen van samenstelling. Groepen van meer dan vier personen zijn toegestaan voor zover ze behoren tot hetzelfde huishouden."

Art. 14.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 15.§ 1. Een maximum van 200 deelnemers mag dynamische betogingen bijwonen die plaatsvinden op de openbare weg, waar de social distancing kan worden gerespecteerd, en die voorafgaand werden toegelaten door de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16.

Een maximum van 400 deelnemers mag statische betogingen bijwonen die plaatsvinden op de openbare weg, waar de social distancing kan worden gerespecteerd, en die voorafgaand werden toegelaten door de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16. § 2. Een of meerdere groepen van maximum 50 personen tot en met 24 juni 2021 en van maximum 100 personen vanaf 25 juni 2021, de begeleiders niet meegeteld, mag deelnemen aan activiteiten in georganiseerd verband, in het bijzonder georganiseerd door een club of vereniging, steeds in aanwezigheid van een meerderjarige trainer, begeleider of toezichter.

Tijdens de activiteiten bedoeld in het eerste lid zijn de volgende regels van toepassing, onverminderd de toepasselijke protocollen : 1° de personen die samenkomen in het kader van deze activiteiten moeten in eenzelfde groep blijven en mogen niet samen worden gezet met de personen van een andere groep;2° tot en met 24 juni 2021 mogen de activiteiten enkel plaatsvinden zonder overnachting;3° in afwijking van paragraaf 5, mag elke deelnemer tot en met 18 jaar vergezeld worden door maximum één lid van hetzelfde huishouden. § 3. De professionele sportieve wedstrijden en de professionele sporttrainingen kunnen plaatsvinden zonder beperking van het aantal deelnemers.

Een maximum van 50 personen binnen of 100 personen buiten mag deelnemen aan niet-professionele sportieve wedstrijden en niet-professionele sporttrainingen. § 4. Een maximum van 100 personen, kinderen tot en met 12 jaar, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mag tegelijkertijd aanwezig zijn bij de volgende activiteiten in de gebouwen die hiervoor bestemd zijn, onafhankelijk van het aantal ruimtes binnen het gebouw : 1° de burgerlijke huwelijken;2° de collectieve uitoefening van de eredienst en de collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging;3° de individuele uitoefening van de eredienst en de individuele uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging;4° het individueel of collectief bezoek aan een gebouw voor de eredienst of een gebouw voor niet-confessionele morele dienstverlening. Een maximum van 100 personen, kinderen tot en met 12 jaar en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mag tegelijkertijd aanwezig zijn bij begrafenissen en crematies in afzonderlijke ruimtes van de gebouwen die hiervoor bestemd zijn.

Een maximum van 200 personen, kinderen tot en met 12 jaar, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mag tegelijkertijd aanwezig zijn bij de volgende activiteiten : 1° het bezoek aan een begraafplaats in het kader van een uitvaartceremonie ;2° de activiteiten bedoeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°, voor zover deze buiten worden georganiseerd op de plaatsen die hiervoor bestemd zijn, desgevallend overeenkomstig het toepasselijke protocol. In afwijking van het eerste, tweede en derde lid, zijn de maximale aantallen personen bepaald in paragraaf 5 van toepassing na toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16.

Tijdens de activiteiten bedoeld in deze paragraaf dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd, onverminderd de toepasselijke protocollen : 1° de uitbater of organisator informeert de aanwezigen tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen;2° een afstand van 1,5 meter tussen elke groep bedoeld in artikel 14bis, wordt gegarandeerd;3° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker is verplicht en het dragen van andere persoonlijke beschermingsmiddelen wordt steeds sterk aanbevolen;4° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden en dat de regels van social distancing kunnen worden gerespecteerd eveneens voor wat betreft de personen die buiten de inrichting of de gebouwen wachten;5° de uitbater of organisator stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de aanwezigen;6° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;7° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting;8° fysieke aanrakingen tussen personen zijn verboden, behalve tussen de leden van een groep bedoeld in artikel 14bis of van eenzelfde huishouden;9° bij blootstelling van het lichaam tijdens begrafenissen en crematies dient een afstand van 1,5 meter gerespecteerd te worden ten opzichte van het blootgestelde lichaam. § 5. Een zittend publiek van maximum 200 personen mag evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen bijwonen, voor zover deze binnen worden georganiseerd met naleving van de modaliteiten voorzien in artikel 8, § 1 en het toepasselijke protocol, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16. Indien horeca-activiteiten worden uitgeoefend, moeten de regels voorzien in artikel 6 worden nageleefd, met uitzondering van artikel 6, § 2, eerste lid, 15°.

Een publiek van maximum 400 personen mag evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen bijwonen, voor zover deze buiten worden georganiseerd met naleving van de modaliteiten voorzien in artikel 8, § 1 en in het toepasselijke protocol, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16. Indien horeca-activiteiten worden uitgeoefend, moeten de regels voorzien in artikel 6 worden nageleefd, met uitzondering van artikel 6, § 2, eerste lid, 15°.

De evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen en congressen kunnen enkel plaatsvinden tussen 05.00 uur en 23.30 uur. § 6. De handelsbeurzen zijn toegelaten met naleving van de modaliteiten voorzien in artikel 5 en in het toepasselijke protocol."

Art. 15.Artikel 15bis van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 15bis.Ieder huishouden mag maximum vier personen tegelijkertijd binnen in huis of in een toeristisch logies ontvangen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld.".

Art. 16.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "artikel 15, §§ 8, 9 en 10" worden vervangen door de woorden "artikel 15, § 1, § 4, vierde lid, en § 5"; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende : "Evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen bedoeld in artikel 15, § 5, eerste lid, kunnen enkel worden toegelaten voor een zittend publiek van 75% van de CIRM-capaciteit, zonder 200 personen te overschrijden, voor zover deze binnen worden georganiseerd.".

Art. 17.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 18.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt : "1° de professionele reizen van vervoerspersoneel, vracht- en cargopersoneel en zeevarenden, de sleepbootbemanning, de loodsen en het industrieel personeel tewerkgesteld in de offshore windmolenparken, mits zij in het bezit zijn van een attest uitgereikt door de werkgever;"; 2° in paragraaf 5 wordt een derde lid toegevoegd, luidende : "De uitzondering op de verplichting om het Passagier Lokalisatie Formulier in te vullen en te ondertekenen voorzien in het eerste lid voor de reizigers waarvan de reis geen gebruik van een vervoerder inhoudt en waarvan het verblijf in België niet langer duurt dan 48 uur of waarvan het voorafgaand verblijf buiten België niet langer heeft geduurd dan 48 uur, is niet van toepassing op de personen die zich op enig moment tijdens de 14 dagen voor hun aankomst in België bevonden hebben op het grondgebied van een land bepaald in paragraaf 2, eerste lid."; 3° in paragraaf 7 wordt een tweede lid toegevoegd, luidende : "De uitzondering op de verplichting om te beschikken over een negatief testresultaat voorzien in het eerste lid voor de reizigers waarvan de reis geen gebruik van een vervoerder inhoudt en waarvan het verblijf in België niet langer duurt dan 48 uur of waarvan het voorafgaand verblijf buiten België niet langer heeft geduurd dan 48 uur, is niet van toepassing op de personen die zich op enig moment tijdens de 14 dagen voor hun aankomst in België bevonden hebben op het grondgebied van een land bepaald in paragraaf 2, eerste lid."; 4° in paragraaf 8 wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt : "2° de leerlingen, studenten en stagiairs die minstens één keer per week naar België reizen in het kader van hun grensoverschrijdende studies of stage;"; 5° in paragraaf 8 wordt een tweede lid toegevoegd, luidende : "De uitzonderingen voorzien in het eerste lid, 1°, vierde streepje, 2° en 3° zijn niet van toepassing op de personen die zich op enig moment tijdens de 14 dagen voor hun aankomst in België bevonden hebben op het grondgebied van een land bepaald in paragraaf 2, eerste lid.".

Art. 19.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2 wordt het derde streepje vervangen als volgt : "op personen onderling die elkaar ontmoeten in het kader van artikel 15bis;"; 2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een vijfde streepje, luidende : "op personen onderling die behoren tot een groep zoals bedoeld in artikel 5, vierde lid, artikel 6, § 2, 7°, artikel 8, § 1, tweede lid, artikel 9, eerste lid, 5°, artikel 13, tweede lid en artikel 14bis;"; 3° paragraaf 2 wordt aangevuld met een zesde streepje, luidende : "indien dit onmogelijk is omwille van de aard van de activiteit."; 4° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, luidende : " § 4.In afwijking van de eerste paragraaf moeten de begeleiders en de deelnemers vanaf 13 jaar, in het kader van de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, de onderlinge afstand van 1,5 meter respecteren in de mate van het mogelijke.".

Art. 20.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 23, § 2" vervangen door de woorden "artikel 23, §§ 2 en 4"; 2° in het tweede lid wordt de bepaling onder 9° vervangen als volgt : "9° tijdens de evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en sporttrainingen en congressen;"; 3° er wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende : "Het mondmasker of elk alternatief in stof mag occasioneel worden afgezet om te eten en te drinken, en wanneer het dragen ervan onmogelijk is omwille van de aard van de activiteit.".

Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 9 juni 2021.

Brussel, 4 juni 2021.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^