Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 05 maart 2003
gepubliceerd op 06 mei 2003

Ministerieel besluit betreffende het bedrag van de administratieve geldboetes bedoeld in artikel 91bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022345
pub.
06/05/2003
prom.
05/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/05/2003022345/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 2003. - Ministerieel besluit betreffende het bedrag van de administratieve geldboetes bedoeld in artikel 91bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971


De Minister van Sociale Zaken, Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op artikel 91bis, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 24 december 1999 en bij de wet van 10 augustus 2001;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen van 15 juni 1998 en 21 mei 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 30 april 1999;

Gelet op het advies 29.157/1 van de Raad van State, gegeven op 23 september 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting op 5 februari 2003, Besluit :

Artikel 1.In dit ministerieel besluit moet worden verstaan onder : - de wet : de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 almede de besluiten en verordeningen ter uitvoering ervan; - het koninklijk besluit van 21 december 1971 : het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971; - de toezichthoudende overheid : de in artikel 87 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 bedoelde ambtenaren; - het Fonds : het Fonds voor arbeidsongevallen; - de verzekeringsondernemingen : de verzekeringsondernemingen bedoeld in artikel 49 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971; - dag : kalenderdag; - de ambtenaren : de ambtenaren bedoeld in artikel 87 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.

Art. 2.De administratieve geldboete, bedoeld in artikel 91bis, § 1, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, kan worden opgelegd overeenkomstig de volgende barema's : 1° 125 euro tot 1.250 euro : - per dag, indien verzekeringscontracten of schadegevallen niet, onvolledig, of in strijd met artikel 8 van het koninklijk besluit van 21 december 1971 ingeschreven zijn per afzonderlijk beheer op een lijst, een kaartsysteem of enig ander repertorium; - per dag, voor de gegevens, inlichtingen of bescheiden die niet, onvolledig of niet op de vereiste wijze werden meegedeeld aan de toezichthoudende overheid, en die zijn bedoeld in de artikelen 10, 11 en 13 van het koninklijk besluit van 21 december 1971; - per dag, voor de verzekeringscontracten waarin de in artikel 9 van het koninklijk besluit van 21 december 1971 bedoelde artikelen van de wet niet zijn aangehaald; - per dag, voor het niet toepassen van artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 december 1976 tot uitvoering van artikel 59quater van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971; - per dag, voor het niet doen van de aangifte bedoeld in artikel 8 van het voormelde koninklijk besluit van 30 december 1976; - per dag, voor het niet toepassen van artikel 8 van het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot uitvoering van artikel 59quinquies van de arbeidsongeallenwet van 10 april 1971; - per dag, voor het niet meedelen, volgens de regels die ter uitvoering van artikel 3 zijn vastgesteld, van de gegevens bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1987 houdende organisatie en werking van een centrale gegevensbank bij het Fonds voor arbeidsongevallen; - per dag, voor het niet toepassen van artikel 5 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 tot uitvoering van artikel 51ter van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971; 2° 188 euro tot 1.875 euro : - a) per dag, voor de opgezegde of geschorste verzekeringscontracten waarvoor de verzekeraar de in artikel 57 van het koninklijk besluit van 21 december 1971 bedoelde inlichtingen niet aan het Fonds verstrekt; - per dag, voor het niet toepassen van artikel 66ter, tweede lid, van het koninklijk besluit van 21 december 1971; - per dag, voor het niet versturen aan het fonds van de beslissing waarbij de tenlasteneming van het ongeval wordt geweigerd, zoals voorgeschreven door artikel 63, § 1, eerste lid van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971; - b) per dag, voor het onvolledig meedelen van gegevens, inlichtingen, bescheiden, dossiers of verzekeringscontracten aan de toezichthoudende overheid; - per dag, voor de bescheiden, dossiers of verzekeringscontracten die in strijd zijn met de wet.

De in punt b) vermelde geldboetes worden slechts opgelegd in zoverre zij niet uitdrukkelijk in de punten 1°, 2°, a), 3° en 4° zijn opgenomen; 3° 375 euro tot 3.750 euro : - per dag, voor de gegevens, inlichtingen of bescheiden die wetens onjuist werden meegedeeld aan de toezichthoudende overheid, en die zijn bedoeld in de artikelen 10, 11 en 13 van het koninklijk besluit van 21 december 1971; - per dag, indien de overeenkomsten niet beantwoorden aan de bepalingen van het artikel 49 van de wet en van artikel 9 van het koninklijk besluit van 21 december 1971; - per dag, voor het niet of het onvolledig naleven van de in artikel 65, achtste lid, van de wet bedoelde verplichting. 4° 5.000 euro tot 50.000 euro : - per dag, voor het niet of het onvolledig naleven van de in artikel 88bis, tweede lid, van de wet bedoelde verplichting.

Art. 3.De administratieve geldboetes worden met 5 pct. verhoogd per schijf van 2.500.000 euro premieincasso van de tak arbeidsongevallen aangewend voor de toepassing van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 van het laatste afgesloten boekjaar van de verzekeringsonderneming.

Art. 4.De bedragen die verkregen worden door dit besluit toe te passen worden zo nodig teruggebracht tot 3 % van de technische en financiële opbrengsten met een maximumbedrag van 1.250.000 euro. In geval van herhaling van dezelfde overtreding binnen een termijn van 5 jaar wordt dit maximumbedrag verhoogd met 5 % van de technische en financiële opbrengsten met een maximumbedrag van 1.875.000 euro.

Brussel, 5 maart 2003.

F. VANDENBROUCKE

^