Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 05 mei 1999
gepubliceerd op 12 mei 1999

Ministerieel besluit tot goedkeuring van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 21 april 1999 tot wijziging van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten

bron
ministerie van financien
numac
1999003280
pub.
12/05/1999
prom.
05/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/05/1999003280/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 MEI 1999. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 21 april 1999 tot wijziging van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten


De Minister van Financiën, Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende de organisatie van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 14 september 1997, inzonderheid op artikel 4, Besluit :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegd besluit van het Comité van het Rentenfonds van 21 april 1999 tot wijziging van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 april 1999.

Brussel, 5 mei 1999.

J.-J. VISEUR

Bijlage bij het ministerieel besluit van 5 mei 1999 Besluit van het Comité van het Rentenfonds tot wijziging van het marktreglement van de secundaire buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten Het Comité van het Rentenfonds, Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en belegingsadviseurs, inzonderheid op artikel 32, § 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende de organisatie van de secundaire buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, zoals gewijzigd door de besluiten van het Comité van het Rentenfonds van 6 november 1997, 16 maart 1998, 30 november 1998 en 25 januari 1999;

Overwegende dat het past de vereffeningstermijn voor verrichtingen met betrekking tot lineaire obligaties met veranderlijke rentevoet onverwijld aan te passen aan de termijn die over het algemeen wordt toegepast op andere markten voor dit type van obligaties, zodat een zekere harmonisatie van de systemen wordt verzekerd met het oog op de goede werking van de secundaire markt van de effecten van de Staatsschuld;

Overwegende dat het bijgevolg past het marktreglement van de secundaire buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten te wijzigen, Besluit :

Artikel 1.In artikel 27, 1° van het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten vervallen de woorden « lineaire obligaties met veranderlijke rentevoet of ».

In artikel 27, 2°, van hetzelfde besluit, vervallen de woorden « andere dan deze bedoeld in 1° ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ministerieel besluit dat het goedkeurt van kracht wordt.

Brussel, 21 april 1999.

De Voorzitter van het Comité, J.P. ARNOLDI

^