Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 05 mei 2020
gepubliceerd op 09 juni 2020

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 26 september 2016 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 april 2009 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt

bron
waalse overheidsdienst
numac
2020030966
pub.
09/06/2020
prom.
05/05/2020
ELI
eli/besluit/2020/05/05/2020030966/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 MEI 2020. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 26 september 2016Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 26/09/2016 pub. 10/11/2016 numac 2016027303 bron waalse overheidsdienst Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 april 2009 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt sluiten tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/04/2009 pub. 24/06/2009 numac 2009202661 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt sluiten betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt


De Minister van Landbouw, Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, de artikelen D.4° en D.134, eerste lid, 1° tot 5° en 8° ;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/04/2009 pub. 24/06/2009 numac 2009202661 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt sluiten betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, inzonderheid op de artikelen 3, § 2, tweede lid, 5 en 7, 4° ;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 september 2016Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 26/09/2016 pub. 10/11/2016 numac 2016027303 bron waalse overheidsdienst Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 april 2009 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt sluiten tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/04/2009 pub. 24/06/2009 numac 2009202661 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt sluiten betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt;

Gelet op het rapport van 20 maart 2020 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten tot uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het overleg tussen de gewestelijke Regeringen en de federale overheid van 20 februari 2020;

Gelet op advies nr. 67.167/4 van de Raad van State, gegeven op 27 april 2020, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.Bij dit besluit wordt Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2020/177 van de Commissie van 11 februari 2020 tot wijziging van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG van de Raad, Richtlijnen 93/49/EEG en 93/61/EEG van de Commissie en Uitvoeringsrichtlijnen 2014/21/EU en 2014/98/EU wat betreft plaagorganismen bij planten op zaden en ander plantaardig teeltmateriaal omgezet.

Art. 2.In het ministerieel besluit van 26 september 2016Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 26/09/2016 pub. 10/11/2016 numac 2016027303 bron waalse overheidsdienst Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 april 2009 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt sluiten tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/04/2009 pub. 24/06/2009 numac 2009202661 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt sluiten betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, wordt artikel 20 vervangen door wat volgt: "

Art. 20.§ 1. Een prebasismoederplant of prebasismateriaal is bij visuele inspectie van de faciliteiten, velden en partijen vrij bevonden van de in de bijlagen I en II vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen en, overeenkomstig de voorschriften van bijlage IV, voor het geslacht of de soort in kwestie.

De visuele inspectie bedoeld in lid 1 wordt door de Dienst en, in voorkomend geval, door de leverancier uitgevoerd.

De Dienst en, in voorkomend geval, de leverancier voeren bemonstering en toetsing uit van de prebasismoederplant of het prebasismateriaal voor de in bijlage II vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen en, overeenkomstig de voorschriften van bijlage IV, voor het geslacht of de soort in kwestie en de categorie.

Bij twijfel over de aanwezigheid van de in bijlage I vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voeren de verantwoordelijke officiële instantie en, in voorkomend geval, de leverancier bemonstering en toetsing uit van de prebasismoederplant of het prebasismateriaal in kwestie. § 2. Voor de in paragraaf 1 bedoelde bemonstering en toetsing passen de lidstaten de protocollen van de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee, hierna "EPPO" genoemd, of andere internationaal erkende protocollen toe Wanneer dergelijke protocollen niet bestaan, worden de desbetreffende protocollen toegepast die in het Waalse Gewest zijn vastgesteld. De Dienst stelt de in het Waalse Gewest erkende protocollen op verzoek ter beschikking van de andere lidstaten van de Europese Unie, van de andere Gewesten en van de Commissie.

De Dienst en, indien van toepassing, de leverancier zenden de monsters ter toetsing aan laboratoria die door Dienst overeenkomstig artikel 47 zijn erkend. § 3. In geval van een positief toetsingsresultaat voor een of meerdere van de in de bijlagen I en II vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor het geslacht of de soort in kwestie, verwijdert de leverancier de aangetaste prebasismoederplant of het prebasismateriaal uit de nabijheid van andere prebasismoederplanten en ander prebasismateriaal krachtens artikel 13, § 2, of artikel 14, § 2, of neemt deze passende maatregelen krachtens bijlage IV. § 4. De maatregelen om ervoor te zorgen dat de eisen van paragraaf 1 worden nageleefd, zijn opgenomen in bijlage IV voor het geslacht of de soort in kwestie en de categorie. § 5. Paragraaf 1 is niet van toepassing op prebasismoederplanten en prebasismateriaal tijdens cryobewaring.".

Art. 3.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 26.§ 1. Een basismoederplant of basismateriaal is bij visuele inspectie van de faciliteiten, velden en partijen vrij bevonden van de in de bijlagen I en II vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen en, overeenkomstig de voorschriften van bijlage IV, voor het geslacht of de soort in kwestie.

De visuele inspectie bedoeld in lid 1 wordt door de Dienst en, in voorkomend geval, door de leverancier uitgevoerd.

De Dienst en, in voorkomend geval, de leverancier voeren bemonstering en toetsing uit van de basismoederplant of het basismateriaal voor de in bijlage II vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen en, overeenkomstig de voorschriften van bijlage IV, voor het geslacht of de soort in kwestie en de categorie.

Bij twijfel over de aanwezigheid van de in bijlage I vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voeren de verantwoordelijke officiële instantie en, in voorkomend geval, de leverancier bemonstering en toetsing uit van de basismoederplant of het basismateriaal in kwestie. § 2. Voor de in paragraaf 1 bedoelde bemonstering en toetsing passen de lidstaten de protocollen van de EPPO of andere internationaal erkende protocollen toe. Wanneer dergelijke protocollen niet bestaan, worden de desbetreffende protocollen toegepast die in het Waalse Gewest zijn vastgesteld. In dat geval stelt de Dienst, op verzoek, deze protocollen erkend op het niveau van het Waalse Gewest ter beschikking van de andere lidstaten van de Europese Unie, van de andere Gewesten en van de Commissie.

De Dienst en, indien van toepassing, de leverancier zenden de monsters ter toetsing aan laboratoria die door Dienst overeenkomstig artikel 47 zijn erkend. § 3. In geval van een positief toetsingsresultaat voor een of meerdere van de in de bijlagen I en II vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor het geslacht of de soort in kwestie, verwijdert de leverancier de aangetaste basismoederplant of het basismateriaal uit de nabijheid van andere basismoederplanten en ander basismateriaal krachtens artikel 25, § 7, of artikel 25, § 8, of neemt deze passende maatregelen krachtens bijlage IV. § 4. De maatregelen om ervoor te zorgen dat de eisen van paragraaf 1 worden nageleefd, zijn opgenomen in bijlage IV voor het geslacht of de soort in kwestie en de categorie. § 5. Paragraaf 1 is niet van toepassing op basismoederplanten en basismateriaal tijdens cryobewaring.

Art. 4.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 31.§ 1. Een gecertificeerde moederplant of gecertificeerd materiaal is bij visuele inspectie van de faciliteiten, velden en partijen vrij bevonden van de in de bijlagen I en II vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen en, overeenkomstig de voorschriften van bijlage IV, voor het geslacht of de soort in kwestie.

De visuele inspectie bedoeld in lid 1 wordt door de Dienst en, in voorkomend geval, door de leverancier uitgevoerd.

De Dienst en, in voorkomend geval, de leverancier voeren bemonstering en toetsing uit van de gecertificeerde moederplant of het gecertificeerd materiaal voor de in bijlage II vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen en, overeenkomstig de voorschriften van bijlage IV, voor het geslacht of de soort in kwestie en de categorie.

Bij twijfel over de aanwezigheid van de in bijlage I vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voeren de verantwoordelijke officiële instantie en, in voorkomend geval, de leverancier bemonstering en toetsing uit van de gecertificeerde moederplant of het gecertificeerd materiaal in kwestie. § 2. Voor de in paragraaf 1 bedoelde bemonstering en toetsing passen de lidstaten de protocollen van de EPPO of andere internationaal erkende protocollen toe. Wanneer dergelijke protocollen niet bestaan, worden de desbetreffende protocollen toegepast die in het Waalse Gewest zijn vastgesteld. In dat geval stelt de Dienst, op verzoek, deze protocollen erkend op het niveau van het Waalse Gewest ter beschikking van de andere lidstaten van de Europese Unie, van de andere Gewesten en van de Commissie. § 3. In geval van een positief toetsingsresultaat voor een of meerdere van de in de bijlagen I en II vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor het geslacht of de soort in kwestie, verwijdert de leverancier de aangetaste gecertificeerde moederplant of het gecertificeerd materiaal uit de nabijheid van andere gecertificeerde moederplanten en ander gecertificeerd materiaal krachtens artikel 30, § 7, of artikel 30, § 8, of neemt deze passende maatregelen krachtens bijlage IV. § 4. De maatregelen om ervoor te zorgen dat de eisen van paragraaf 1 worden nageleefd, zijn opgenomen in bijlage IV voor het geslacht of de soort in kwestie en de categorie. § 5. Paragraaf 1 is niet van toepassing op gecertificeerde moederplanten en gecertificeerd materiaal tijdens cryobewaring.".

Art. 5.In artikel 32, § 2, van hetzelfde besluit wordt 3° vervangen als volgt : "3° tenzij anders aangegeven, in het geval van gecertificeerde fruitgewassen.".

Art. 6.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 36.§ 1. De leverancier van CAC-materiaal moet dit materiaal bij visuele inspectie van de faciliteiten, velden en partijen tijdens de productiefase nagenoeg vrij hebben bevonden van de in de bijlagen I en II vermelde plaagorganismen voor het geslacht of de soort in kwestie, tenzij in bijlage IV anders is bepaald.

De leverancier voert bemonstering en toetsing uit van de geïdentificeerde bron van het materiaal of het CAC-materiaal voor de in bijlage II vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen en, overeenkomstig de voorschriften van bijlage IV, voor het geslacht of de soort in kwestie en de categorie.

Bij twijfel over de aanwezigheid van de in bijlage I vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voert de leverancier bemonstering en toetsing uit van de desbetreffende geïdentificeerde bron van materiaal of CAC-materiaal.

CAC-teeltmateriaal en CAC-fruitgewassen in partijen, na de productiefase, worden slechts in de handel gebracht indien zij vrij zijn bevonden van tekenen of symptomen van de in de bijlagen I en II vermelde plaagorganismen na visuele inspectie door de leverancier.

De leverancier voert de maatregelen uit om ervoor te zorgen dat de eisen van paragraaf 1 worden nageleefd krachtens bijlage IV voor het geslacht of de soort in kwestie en de categorie. § 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing op CAC-materiaal tijdens cryobewaring".

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 37/1 ingevoegd: "

Art. 37/1.In aanvulling op de in de artikelen 19, 20, 21, 26, 27, 31, 32 et 36, vermelde gezondheidsvoorschriften en voorschriften voor de grond, worden teeltmateriaal en fruitgewassen geproduceerd overeenkomstig de in bijlage IV opgenomen voorschriften voor productielocaties, productieplaatsen of gebieden om de aanwezigheid van de in die bijlage vermelde gereguleerde niet-quarantaineorganismen voor het geslacht of de soort in kwestie te beperken.".

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt de bijlagen I tot IV vervangen door de bijlage die bij dit besluit gaat.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 31 mei 2020.

Namen, 5 mei 2020.

W. BORSUS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^