Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 06 februari 2007
gepubliceerd op 13 februari 2007

Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Raad van beroep bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie in het raam van de evaluatiecyclus

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2007002016
pub.
13/02/2007
prom.
06/02/2007
ELI
eli/besluit/2007/02/06/2007002016/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 FEBRUARI 2007. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Raad van beroep bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie in het raam van de evaluatiecyclus


De Minister van Ambtenarenzaken, Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot invoering van een evaluatiecyclus in de federale overheidsdiensten, inzonderheid op de artikelen 22, 23, 24 en 25;

Gelet op het ministerieel besluit van 9 januari 2007 tot aanwijzing of erkenning van de leden van de Raad van beroep bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie in het raam van de evaluatiecyclus;

Overwegende dat het voor de goede werking van dit orgaan geboden is een huishoudelijk reglement vast te stellen dat de inwendige werking van deze Raad van beroep regelt;

Gelet op het ontwerp van huishoudelijk reglement dat ter goedkeuring aan de voorzitters van deze Raad van beroep werd voorgelegd, Besluit :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de Raad van beroep bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie in het raam van de evaluatiecyclus, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit, met het bijgevoegde huishoudelijk reglement, treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 6 februari 2007.

C. DUPONT

Bijlage Huishoudelijk Reglement van de Raad van beroep bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie in het raam van de evaluatiecyclus

Artikel 1.Wanneer een beroep wordt ingesteld, zendt de voorzitter van het directiecomité waaronder de appellant ressorteert, of zijn gemachtigde, het volledig geïnventariseerd dossier over aan de griffier-rapporteur bij de raad van beroep in het raam van de evaluatiecyclus. Dit dossier moet alle stukken betreffende de aangevochten evaluatie bevatten.

Art. 2.Onmiddellijk na de ontvangst van het dossier, bevestigt de griffier-rapporteur die ontvangst aan deze voorzitter, of aan diens gemachtigde.

Binnen vijf kalenderdagen na de inleiding van het beroep zendt de griffier-rapporteur het volledig dossier van de zaak aan de leden van de raad van beroep.

Indien nodig vraagt hij bijkomende stukken op in opdracht van de voorzitter van de raad van beroep.

Art. 3.De raad van beroep vergadert op de datum door de voorzitter bepaald, die onmiddellijk wordt meegedeeld aan de voorzitter van het directiecomité, of aan diens gemachtigde.

De zitting moet plaatshebben binnen vijftien kalenderdagen nadat de zaak bij de raad van beroep aanhangig werd gemaakt; ingeval van vertraging wegens overmacht motiveert de voorzitter de redenen hiervan aan de voorzitter van het directiecomité, of aan diens gemachtigde.

Zodra de voorzitter de datum van de zitting heeft bepaald, roept de griffier-rapporteur de leden van de raad van beroep en de appellant op om ter zitting te verschijnen.

Deze oproeping vermeldt dat het dossier ter inzage ligt in de griffie van de departementale raad van beroep.

Ten aanzien van appellant gebeurt de oproeping per aangetekende brief, waarbij de lijst van de leden van de raad van beroep, die zijn opgeroepen voor het onderzoek van de zaak, tevens wordt betekend.

Art. 4.De griffier-rapporteur deelt het verslag over de zaak mee aan de voorzitter, aan de leden van de raad van beroep en aan de appellant en diens verdediger.

Art. 5.De opgeroepen leden zijn verplicht de zitting bij te wonen.

Indien deze leden een wettige reden van verhindering hebben, moeten zij aan de voorzitter, via de griffier-rapporteur, schriftelijk de reden van hun afwezigheid meedelen binnen drie werkdagen volgend op de datum van de oproeping.

Art. 6.De appellant verschijnt persoonlijk voor de raad van beroep; hij mag worden bijgestaan door een verdediger naar zijn keuze, die hoe dan ook geen deel mag uitmaken van de raad van beroep.

De naam van de verdediger wordt zo spoedig mogelijk aan de griffier-rapporteur meegedeeld.

Art. 7.De voorzitter van de raad van beroep leidt de debatten.

Indien de voorzitter het nodig zou achten, kan hij opdragen dat notulen over het verloop van de zitting worden opgemaakt.

Art. 8.Het gemotiveerd advies van de raad van beroep vermeldt het resultaat van de geheime stemming, met opgave van het aantal positieve en negatieve stemmen.

Dit advies, ondertekend door de voorzitter en de griffier-rapporteur, wordt, binnen de vijftien kalenderdagen na de zitting, aan de voorzitter van het directiecomité meegedeeld, alsook per aangetekende brief aan appellant, met kopie van het advies ter attentie van de leden van de raad van beroep.

Art. 9.Het secretariaat en het archief van deze raad van beroep worden opgedragen aan de griffie van de departementale raad van beroep, gevestigd in de FOD Personeel en Organisatie, waar de belanghebbenden inzage kunnen nemen.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 6 februari 2007 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Raad van beroep bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie in het raam van de evaluatiecyclus.

Brussel, 6 februari 2007.

De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT

^