Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 06 mei 2009
gepubliceerd op 05 augustus 2009

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 februari 2005 tot uitvoering van bepaalde bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen

bron
vlaamse overheid
numac
2009035716
pub.
05/08/2009
prom.
06/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/06/2009035716/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Economie, Wetenschap en Innovatie


6 MEI 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 februari 2005 tot uitvoering van bepaalde bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen


De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse handel, Gelet op het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, gewijzigd bij het decreet van 20 februari 2009;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, gewijzigd bij het besluit van 6 mei 2009;

Gelet op het ministerieel besluit van 22 februari 2005 tot uitvoering van bepaalde bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 20 oktober 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 maart 2009 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor grote ondernemingen in geval van crisis;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 15 juni 2007, 28 juni 2007, 10 oktober 2007, 14 november 2007, 5 september 2008, 22 september 2008, 6 januari 2009 en 30 januari 2009, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het ministerieel besluit van 22 februari 2005 tot uitvoering van bepaalde bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen wordt vervangen door wat volgt : « Artikel. 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° werkdag : elke dag waarop in België de bankkantoren geopend zijn, behalve zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag;2° eerdere oproepen : één of meerdere oproepen die binnen een termijn van twintig maanden voor de publicatie van de desbetreffende oproep gepubliceerd werden en die gericht waren op ondernemingen die tot de doelgroep van de desbetreffende oproep behoren;3° toegekend waarborgbedrag : het voorwaardelijke waarborgbedrag dat ter uitvoering van een bepaalde oproep aan een waarborghouder wordt toegekend, rekening houdend met de verdeling en eventuele latere terugname en/of herverdelingen, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad ;4° nieuwe kandidaat-waarborghouder : een kandidaat-waarborghouder aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen nog geen waarborgen werden toegekend; 5° gebruikt waarborgbedrag : het totale bedrag aan verbintenissen van K.M.O.'s, waarvoor door een bepaalde waarborghouder een formulier B is ingediend, dat door Waarborgbeheer NV is ontvangen en dat op een in dit besluit te bepalen datum niet de status « geweigerd » of « zonder voorwerp » heeft.

De definities, vermeld in artikel 2 van het Waarborgdecreet, in artikel 1 en 40 van het Tweede Waarborgbesluit, en in artikel 1, punt 2, van de de-minimisverordening, zijn ook van toepassing in dit besluit. »

Art. 2.In artikel 3, § 4, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « gesloten » wordt geschrapt;2° de woorden « § 1 » worden vervangen door de woorden « § 2 ».

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 4.De kandidaat-waarborghouder aan wie overeenkomstig artikel 10 van het Waarborgdecreet een waarborg wordt toegekend, moet Waarborgbeheer NV onmiddellijk op de hoogte brengen van alle mogelijke wijzigingen van de hoedanigheden, professionele activiteiten, procedures en voorwaarden waarop zijn erkenning als waarborghouder gebaseerd is en die vereist zijn door het Waarborgdecreet, het tweede Waarborgbesluit, dit besluit en de raamovereenkomst. Hij moet Waarborgbeheer NV in voorkomend geval alle relevante bewijsstukken bezorgen. »

Art. 4.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 5.§ 1. De minister kent waarborgen toe, namens de Vlaamse Regering, na kennisname van het advies van Waarborgbeheer NV. De toekenning van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, dat te verdelen is naar aanleiding van een oproep, verloopt in vijf verdeelrondes, die hierna beschreven worden.

In elke verdeelronde wordt een percentage van het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, verdeeld onder de kandidaat-waarborghouders. Als na de verdeling binnen een bepaalde verdeelronde een deel van het te verdelen percentage van het in de oproep beschikbaar gestelde maximumbedrag aan waarborgen niet volledig werd verdeeld, wordt dat surplus overgeheveld naar de volgende verdeelronde.

In geen geval zal het bedrag aan waarborgen dat aan een kandidaat-waarborghouder wordt toegekend, het door de kandidaat-waarborghouder gevraagde waarborgbedrag overschrijden.

Als een kandidaat-waarborghouder in een verdeelronde zijn gevraagde waarborgbedrag bereikt, wordt die kandidaat-waarborghouder niet in beschouwing genomen voor de berekeningen in de volgende verdeelrondes. 1° In een eerste verdeelronde wordt maximaal 10 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, verdeeld.Het exacte percentage (A) van het maximumbedrag van het geheel van de waarborgen dat zal worden verdeeld, wordt berekend aan de hand van de volgende formule : A = 100 x(B/C), waarbij : B = het aantal nieuwe kandidaat-waarborghouders;

C = het totale aantal kandidaat-waarborghouders.

Het bedrag aan waarborgen, dat wordt berekend op basis van het hiervoor vermelde percentage van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, wordt gelijk verdeeld tussen alle nieuwe kandidaat-waarborghouders. 2° In een tweede verdeelronde wordt maximaal 15 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, eventueel vermeerderd met het surplus uit de eerste verdeelronde, bedoeld in 1°, verdeeld onder kandidaat-waarborghouders aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen al waarborgen werden toegekend en die op de datum van de publicatie van de oproep al een gebruikt waarborgbedrag hebben onder eerdere oproepen. De waarborgen zullen in de tweede verdeelronde verdeeld worden aan de hand van een puntensysteem.

Iedere kandidaat-waarborghouder aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen al waarborgen werden toegekend en die op de datum van de publicatie van de oproep al een gebruikt waarborgbedrag heeft onder eerdere oproepen, krijgt een puntenscore toegekend op basis van de volgende berekening : A = 100 x (B/ C), waarbij : A = score van de kandidaat-waarborghouder;

B = het in de eerdere oproepen door de betrokken kandidaat-waarborghouder gebruikte waarborgbedrag tot op de datum van de publicatie van de oproep;

C = het in eerdere oproepen aan de betrokken kandidaat-waarborghouder toegekende waarborgbedrag.

Het verkregen percentage A wordt vertaald in een puntenscore aan de hand van de onderstaande tabel. Hoe hoger de score uit de bovenstaande berekening is, hoe meer punten de kandidaat-waarborghouder zal verkrijgen.

Deel a : basis :


0-10 % :

0 punten;

11-20 % :

1 punt;

21-30 % :

2 punten;

31-40 % :

3 punten;

41-50 % :

5 punten;

51-60 % :

7 punten;

61-70 % :

9 punten;

71-80 % :

12 punten;

81-90 % :

15 punten;

91-100 % :

18 punten.

Deel b : bonus :


61-75 % :

1 punt extra;

76-90 % :

3 punten extra;

91-100 % :

5 punten extra.

De totale puntenscore is de som van de toe te kennen punten uit deel a en, in voorkomend geval, de extra punten uit deel b.

Aan de hand van de verkregen puntenscore wordt het in deze verdeelronde te verdelen waarborgbedrag onder de kandidaat-waarborghouders, die in deze verdeelronde in beschouwing worden genomen, verdeeld op basis van de volgende formule : A = (B x C ) / D, waarbij : A = het in deze verdeelronde toe te kennen waarborgbedrag aan een kandidaat-waarborghouder aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen al waarborgen werden toegekend en die op de datum van de publicatie van de oproep al een gebruikt waarborgbedrag heeft onder eerdere oproepen;

B = het in deze verdeelronde te verdelen waarborgbedrag;

C = de aan een kandidaat-waarborghouder toegekende puntenscore;

D = de som van de puntenscores die aan alle kandidaat-waarborghouders, die in deze verdeelronde in beschouwing worden genomen, werd toegekend. 3° In een derde verdeelronde wordt maximaal 60 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, eventueel vermeerderd met het surplus uit de tweede verdeelronde bedoeld in 2°, verdeeld tussen de kandidaat-waarborghouders aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen al waarborgen werden toegekend en die op de datum van de publicatie van de oproep al een gebruikt waarborgbedrag hebben onder eerdere oproepen. Voor iedere kandidaat-waarborghouder die aan de bovenvermelde omschrijving voldoet, wordt het percentage berekend op basis van de volgende formule : A = (BxC)/D, waarbij : A = het in deze verdeelronde aan de betrokken kandidaat-waarborghouder toe te kennen waarborgbedrag;

B = het in deze verdeelronde te verdelen totale waarborgbedrag;

C = het gebruikte waarborgbedrag van de betrokken kandidaat-waarborghouder in de eerdere oproepen tot op de datum van de publicatie van de oproep;

D = de som van de gebruikte waarborgbedragen onder de eerdere oproepen tot op de datum van de publicatie van de oproep van alle kandidaat-waarborghouders die in deze verdeelronde in beschouwing worden genomen. 4° In een vierde verdeelronde wordt maximaal 5 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, eventueel vermeerderd met het surplus uit de derde verdeelronde bedoeld in 3°, verdeeld tussen de kandidaat-waarborghouders aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen al waarborgen werden toegekend en die al een gebruikt waarborgbedrag hebben onder eerdere oproepen. Het waarborgbedrag in de vierde verdeelronde wordt verdeeld onder de betrokken kandidaat-waarborghouders op basis van een benchmark. De parameters van de benchmark zullen samen met de desbetreffende oproep door de minister bekendgemaakt worden. Ze kunnen onder meer de volgende elementen omvatten : - het waarborgpercentage; - de rentevoet; - het opzeggingspercentage; - een kwaliteitsscore; - de recuperaties; - de kosten en erelonen. 5° Het resterend saldo van het ter beschikking gestelde waarborgbedrag wordt door de minister verdeeld onder de betrokken kandidaat-waarborghouders na gemotiveerd advies van Waarborgbeheer NV. Het advies van Waarborgbeheer NV en de beslissing van de minister zijn in ieder geval mee gebaseerd op de motivering van het door de kandidaat-waarborghouder gevraagde bedrag aan waarborgen. Die motivering moet onder meer uitgaan van gegevens over de positie van de kandidaat-waarborghouder op de kredietmarkt met betrekking tot K.M.O.'s, strategie, specialisatie, landelijke spreiding en dichtheid van zijn kantorennet, zoals aangegeven op formulier A. § 2. Als het totaal van het door de kandidaat-waarborghouders gevraagde bedrag aan waarborgen lager is dan het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, kan het restant van het ter beschikking gestelde bedrag alsnog worden verdeeld onder de kandidaat-waarborghouders, overeenkomstig de bij de initiële toekenning toepasselijke verdeelsleutel, zoals bepaald in de oproep, tenzij het anders vermeld is in de oproep. De minister zal de kandidaat-waarborghouders op de hoogte brengen van de toekenningsprocedure van het restant. § 3. De minister kan, na gemotiveerd advies van Waarborgbeheer NV, afwijkingen toestaan van de procedures en criteria, vermeld in dit artikel. § 4. 1° Overeenkomstig artikel 11, § 5, van het Waarborgdecreet kan het toegekende waarborgbedrag van een waarborghouder geheel of gedeeltelijk worden teruggenomen als tijdens periodieke evaluaties, zoals vastgelegd in de oproep, wordt vastgesteld dat het effectief gebruikte waarborgpercentage van de waarborghouder lager is dan de minimumgrens. 2° Het effectief gebruikte waarborgpercentage (EGWP) wordt berekend als volgt : EGWP = 100 x (A/B), waarbij : A = het binnen de oproep door de waarborghouder gebruikte waarborgbedrag tot op de datum die tien dagen voorafgaat aan de datum van de evaluatie; B = het aan de waarborghouder toegekende waarborgbedrag. 3° De minimumgrens (MinG) wordt berekend als volgt : MinG = A - B, waarbij : A = het lineair gebruikte waarborgpercentage; B = het percentage B, zoals vastgelegd in de oproep, dat ook wordt toegepast voor de berekening van de maximumgrens.

Het lineair gebruikte waarborgpercentage (LGWP) wordt berekend als volgt : LGWP = 100 x (A/B), waarbij : A = het aantal verstreken dagen sinds de toekenning van de waarborg tot aan de datum die tien dagen voorafgaat aan de datum van de evaluatie;

B = het totale aantal dagen van de oproep. 4° Het teruggenomen waarborgbedrag (TerugWB) dat overeenkomstig deze bepaling kan worden teruggenomen, wordt berekend als volgt : TerugWB = (MinG - EGWP) x toegekend waarborgbedrag. § 5. 1° Overeenkomstig artikel 11, § 5, van het Waarborgdecreet kan de som van de teruggenomen waarborgbedragen van alle waarborghouders herverdeeld worden onder de waarborghouders van wie tijdens periodieke evaluaties, zoals vastgelegd in de oproep, is gebleken dat het effectief gebruikte waarborgpercentage hoger ligt dan de maximumgrens. 2° De maximumgrens (MaxG) wordt berekend als volgt : MaxG = A + B, waarbij : A = het lineair gebruikte waarborgpercentage; B = het percentage B, zoals vastgelegd in de oproep, dat ook wordt toegepast voor de berekening van de minimumgrens. 3° Het teruggenomen waarborgbedrag wordt herverdeeld als volgt : - 50 % van het te herverdelen bedrag aan waarborgen wordt gelijk verdeeld onder alle waarborghouders van wie tijdens periodieke evaluaties, zoals vastgelegd in de oproep, is gebleken dat het door hen effectief gebruikte waarborgpercentage hoger ligt dan de maximumgrens; - 50 % van het te herverdelen bedrag aan waarborgen wordt proportioneel verdeeld onder alle waarborghouders van wie tijdens periodieke evaluaties, zoals vastgelegd in de oproep, is gebleken dat het door hen effectief gebruikte waarborgpercentage hoger is dan de maximumgrens, in verhouding tot het aandeel van elk van die waarborghouders in het totaalbedrag aan waarborgen dat binnen de oproep door al die waarborghouders samen al gebruikt is tot op de datum die tien dagen voorafgaat aan de datum van de evaluatie. »

Art. 5.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord « toegestane » vervangen door het woord « toegekende ».

Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het woord « zevende » vervangen door het woord « zesde »;2° aan § 4, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt : « Controle over de vennootschap moet geïnterpreteerd worden overeenkomstig artikel 5 tot en met 9 van het Wetboek van Vennootschappen.» ; 3° in paragraaf 4 wordt het derde lid opgeheven.

Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Formulier B moet volledig en correct ingevuld aangetekend of elektronisch met een digitaal certificaat naar Waarborgbeheer NV worden gestuurd. De bijlagen die eventueel bij formulier B moeten worden gevoegd, moeten samen met formulier B naar Waarborgbeheer NV worden gestuurd. De bijlagen kunnen desgewenst aangetekend worden verstuurd.

Waarborgbeheer NV kan de indieningswijze nader regelen en gemotiveerde afwijkingen toestaan van de gestelde regels voor de wijze van indiening van het formulier en de bijlagen. »

Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt punt 1° vervangen door wat volgt : « 1° akkoordbrieven die naar de klant gestuurd zijn, of de overeenkomsten waarbij de financieringsovereenkomsten of andere verrichtingen werden toegestaan, en eventuele aanvullingen daarop of addenda daarbij;»; 2° in § 1, 2°, wordt het woord « verslag » vervangen door de woorden « het kredietverslag en de kredietbeslissing »;3° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.Formulier C moet volledig en correct ingevuld aangetekend of elektronisch met een digitaal certificaat naar Waarborgbeheer NV worden gestuurd. De bijlagen die bij formulier C gevoegd moeten worden, moeten samen met formulier C naar Waarborgbeheer NV worden gestuurd. De bijlagen kunnen desgewenst aangetekend worden verstuurd.

Waarborgbeheer NV kan de indieningswijze nader regelen en afwijkingen toestaan van de gestelde regels voor de wijze van indiening van het formulier en de bijlagen. »

Art. 9.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De controle kan bij Waarborgbeheer NV, bij de waarborghouder of, indien nodig, bij de kredietnemer worden uitgevoerd.

De controle wordt via e-mail met leesbevestiging en per brief ten minste vijf werkdagen vooraf aangekondigd aan de waarborghouder. In de aankondiging worden de te controleren dossiers opgesomd en wordt ook een indicatie gegeven van het tijdstip waarop de controle zal aanvangen.

De waarborghouder kan een gemotiveerd verzoek tot uitstel richten tot Waarborgbeheer NV » ; 2° In paragraaf 3 worden de woorden « artikel 33 » vervangen door de woorden « artikel 32 ».

Art. 10.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 14.§ 1. Waarborgbeheer NV kan op eigen initiatief overgaan tot de vroegtijdige afsluiting van een dossier. Ze baseert zich daarbij op redenen van sociale of (bedrijfs)economische aard of op een onevenwicht dat ontstaan is of dreigt te ontstaan tussen kosten en recuperaties.

Waarborgbeheer NV brengt de gemotiveerde beslissing binnen tien werkdagen nadat ze genomen is, aangetekend of elektronisch met een digitaal certificaat ter kennis van de waarborghouder. § 2. Als er volgens de waarborghouder een onevenwicht ontstaan is of dreigt te ontstaan tussen kosten en recuperaties, of wegens sociale of (bedrijfs)economische redenen kan de waarborghouder een gemotiveerd verzoek indienen bij Waarborgbeheer NV om een dossier vroegtijdig af te sluiten.

De waarborghouder richt zijn gemotiveerde aanvraag tot afsluiting van een dossier aangetekend of elektronisch met een digitaal certificaat aan Waarborgbeheer NV. Waarborgbeheer NV onderzoekt na de ontvangst van een verzoek tot afsluiting van een dossier of het dossier voor afsluiting in aanmerking komt.

Als ze van oordeel is dat er redelijkerwijs nog recuperaties van de K.M.O. mogelijk zijn of dat er in de toekomst aanleiding zou kunnen bestaan tot herroeping van een provisionele betaling aan de waarborghouder, besluit Waarborgbeheer NV dat het dossier vooralsnog niet kan worden afgesloten.

Waarborgbeheer NV brengt haar gemotiveerde beslissing over de aanvraag tot afsluiting van een dossier ter kennis van de waarborghouder binnen een maand na de ontvangst van de aanvraag tot afsluiting. »

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk III Bijzondere regeling voor de waarborgen van de grote ondernemingen ».

Art. 12.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 15.De bepalingen van hoofdstuk I tot en met II zijn van overeenkomstige toepassing voor de waarborgen voor de verbintenissen van grote ondernemingen die voortvloeien uit financieringovereenkomsten of andere verrichtingen, tot op de dag waarop het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2008 betreffende erkenning van een financiële crisis en tot afwijking van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, overeenkomstig artikel 7 van dit besluit, buiten werking treedt.

In afwijking van artikel 5, § 1, worden de waarborgen naar aanleiding van de eerste oproep voor de grote ondernemingen voorwaardelijk als volgt toegekend. In geen geval zal het bedrag aan waarborgen dat aan een kandidaat-waarborghouder wordt toegekend, het door de kandidaat-waarborghouder gevraagde waarborgbedrag overschrijden. 1° In een eerste verdeelronde wordt 60 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, gelijk verdeeld tussen alle kandidaat-waarborghouders.Als na de eerste verdeelronde nog een surplus aan waarborgen beschikbaar is, wordt dat overgeheveld naar de tweede verdeelronde. 2° In een tweede verdeelronde wordt de overblijvende 40 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, eventueel vermeerderd met het surplus uit de eerste verdeelronde, bedoeld in 1°, door de minister verdeeld onder de betrokken kandidaat-waarborghouders, na gemotiveerd advies van Waarborgbeheer NV.Het advies van Waarborgbeheer NV en de beslissing van de minister zijn in ieder geval mee gebaseerd op de motivering van het door de kandidaat-waarborghouder gevraagde bedrag aan waarborgen.

Die motivering moet onder meer uitgaan van gegevens over de positie van de kandidaat-waarborghouder op de kredietmarkt met betrekking tot K.M.O.'s, strategie, specialisatie, landelijke spreiding en dichtheid van zijn kantorennet, zoals aangegeven op formulier A. »

Art. 13.Aan bijlage I, gevoegd bij hetzelfde besluit, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° de motivatie van een waarborghouder voor zijn verwachte grotere productie in de nieuwe oproep.»

Art. 14.In bijlage II, punt 6°, gevoegd bij hetzelfde besluit, wordt punt d) vervangen door wat volgt : « d) de waarborghouder verklaart dat hij er op geen enkele manier toe zal bijdragen, noch door bepaalde handelingen te stellen, noch door bepaalde handelingen na te laten, dat het risico voor het Vlaamse Gewest wordt verzwaard in het kader van de door hem toegestane waarborg.

Meer in het bijzonder, zonder daartoe beperkt te zijn, verklaart de waarborghouder dat hij alleen tot vrijgave van een zekerheid zal overgaan onder de voorwaarden en conform de regels die door de waarborghouder gehanteerd worden in vergelijkbare omstandigheden voor soortgelijke financieringsovereenkomsten of andere verrichtingen die niet onder de toepassing van de waarborg worden gebracht, en als voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld in de tussen de waarborghouder en Waarborgbeheer NV gesloten raamovereenkomst. »

Art. 15.In bijlage III, gevoegd bij hetzelfde besluit, worden in punt 3° de volgende woorden geschrapt : « andere dan ten gevolge van uitwinning van specifiek gevestigde waarborgen.» .

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de datum van de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen.

Brussel, 6 mei 2009.

De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Mevr. P. CEYSENS

^