Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 07 juli 2006
gepubliceerd op 13 oktober 2006

Ministerieel besluit betreffende de aanvragen om vaststelling of aanpassing van de bedrijfstoeslagrechten in 2005 door het gebruik van de nationale reserve ter uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006 tot invoering van de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2006203314
pub.
13/10/2006
prom.
07/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/07/2006203314/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 JULI 2006. - Ministerieel besluit betreffende de aanvragen om vaststelling of aanpassing van de bedrijfstoeslagrechten in 2005 door het gebruik van de nationale reserve ter uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006 tot invoering van de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid


De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, laatst gewijzigd bij de bijzondere wet van 12 augustus 2003;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 319/2006 van de Commissie van 20 februari 2006;

Gelet op Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 658/2006 van de Commissie van 27 april 2006;

Gelet op Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 659/2006 van de Commissie van 27 april 2006;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006 tot invoering van de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 30 maart 2004 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij;

Gelet op de notificatie door België d.d. 29 juli 2004 in hoofde van artikelen 58, § 1, 64, § 1, en 70, § 1, punt a), 2de streepje, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

Gelet op het overleg van 12 juni 2006 tussen de gewestregeringen en de federale overheid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de verplichting om zich onverwijld te schikken naar de in de aanhef bedoelde verordeningen van de Raad en de Commissie;

Overwegende dat wat betreft het gebruik van de nationale reserve voor de toekenning van bedrijfstoeslagrechten, de voorwaarden om in aanmerking te komen voor die rechten nader moeten worden bepaald voor de landbouwers die zich bevinden in bijzondere toestanden of bij herstructurerings- en/of ontwikkelingsprogramma's en dat vaststellings- of aanpassingsvoorwaarden m.b.t. die rechten moeten worden bepaald;

Overwegende dat voor het kalenderjaar 2005 de landbouwers die in aanmerking wensen te komen voor die rechten uit de nationale reserve, hun aanvraag moeten indienen uiterlijk op 31 maart 2005 en ingelicht moeten worden over de toekenningsvoorwaarden en -modaliteiten;

Overwegende dat om de aanvragen om vaststelling of aanpassing van de bedrijfstoeslagrechten door het gebruik van de nationale reserve efficiënt te controleren, de werkelijkheid van gehele of gedeeltelijke bedrijfsoverdrachten moet geverifieerd worden door het bestuur wanneer dergelijke overdrachten worden ingeroepen;

Overwegende dat met het oog op vereenvoudiging, de al ter beschikking van het bestuur gestelde gegevens moeten worden gebruikt;

Overwegende dat in het kader van de aanvragen om vaststelling of aanpassing van bedrijfstoeslagrechten door het gebruik van de nationale reserve, het bewijs van het bestaan van een huurovereenkomst kan worden geleverd door alle wettelijke middelen, getuigen en vermoedens inbegrepen en dat derhalve het gebruik van de gronden zoals aangegeven door de landbouwers in hun oppervlakteaangifte een vermoeden vormt van het bezit van die gronden door laatstgenoemden;

Overwegende dat de oppervlakteaangiften ter beschikking van het bestuur worden gesteld en dat derhalve voornoemd element verifieerbaar is;

Overwegende dat er in boetes is voorzien bij slechte toepassing van de nieuwe rechtstreekse bedrijfstoeslagregeling of bij niet-naleving van de termijnen opgelegd bij de Europese regelgeving voor de instelling van dat stelsel;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996, Besluit :

Artikel 1.Naast de bestaande definities van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van 29 september 2003 van de Raad en Verordeningen (EG) nr. 795/2004 en 796/2004 van 21 april 2004 van de Commissie, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder : 1° "recht" : recht op de bedrijfstoeslag zoals bedoeld in artikel 43 van Verordening (EG) nr.1782/2003; 2° "feitelijke vererving" : vererving, vastgelegd via de regels van het erfrecht;3° "verwachte vererving" : overname bij schenking onder levenden;4° "productie-eenheidsnummer" : het door het bestuur gebruikte enige nummer ter identificatie van het geheel van de functioneel samenhangende middelen, met inbegrip van de gebouwen, opslaginfrastructuren, gekweekte dieren en gronden die voor de landbouwer nodig zijn om één of meerdere landbouwactiviteiten uit te oefenen.

Art. 2.De landbouwer die zich in een bijzondere situatie bevindt en die in 2005 een aanvankelijke aanvraag indient om de vaststelling of aanpassing van zijn rechten door gebruik van de nationale reserve, overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006 tot invoering van de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, moet zijn aanvraag met redenen omkleden overeenkomstig de voorschriften van het bestuur. De aanvraag kan alleen gegrond zijn op één of eventueel verschillende situaties bedoeld in artikel 3. Alle vereiste voorwaarden betreffende het betrokken element moeten vervuld zijn.

Deze bepaling is ook van toepassing op de landbouwers in gebieden waar herstructurerings- en/of ontwikkelingsprogramma's gaande zijn.

De motivering van de aanvankelijke aanvraag van de landbouwer moet worden ingediend d.m.v. het door het bestuur ter beschikking gestelde standaardformulier.

Wanneer de landbouwer-aanvrager of, in voorkomend geval, overdrager een groepering van natuurlijke personen is of een rechtspersoon met verschillende beheerders, moeten alle betrokken personen het aanvraagformulier ondertekenen.

Art. 3.§ 1. Wat betreft de in artikel 2 bedoelde aanvragen die in 2005 ingediend zijn, kunnen vier situaties in aanmerking worden genomen : 1° de investeringen in productiecapaciteit;2° de aankoop of huur van grond;3° de toepassing van herstructureringsprogramma's;4° de administratieve akten en gerechtelijke beslissingen. § 2. Het geheel van de rechten van de landbouwers die vastgesteld of aangepast zijn door gebruik van de nationale reserve moet elk jaar worden gebruikt tijdens een periode van vijf jaar vanaf de toekenning daarvan, overeenkomstig artikel 18 van voornoemd besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006.

Bij aanpassing van de bestaande rechten is het eerste lid echter niet van toepassing op rechten waarvoor de verhoging van de eenheidswaarde lager of gelijk is aan 20 %.

Art. 4.§ 1. Wanneer de motivering van de aanvraag in 2005 om vaststelling of aanpassing van de rechten door gebruik van de nationale reserve gegrond is op investeringen in productiecapaciteit, moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn : - de landbouwer heeft geïnvesteerd in productiecapaciteit betreffende de steunregelingen voor de dierensector, die opgenomen zijn in de berekening van de rechten, de zgn. ontkoppelde regelingen, met uitzondering van de regelingen bedoeld in het derde lid van artikel 2 van de Waalse Regering van 23 februari 2006; - de betrokken investeringen betreffen de bouw, renovatie en aankoop van voor veehouderij bestemde gebouwen; - de investering moet gelijk zijn aan minstens 12.500 euro in voor veehouderij bestemde gebouwen in de rundersector of 1.250 euro in dergelijke gebouwen in de schapensector; - de investering geeft geen recht op betalingen op grond van ontkoppelde regelingen tijdens de referentieperiode; - de investering moet uitgevoerd zijn uiterlijk op 15 mei 2004; - in geval van bouw, uitrusting of renovatie moeten de facturen betreffende de uitgevoerde werken opgemaakt zijn tussen 1 januari 2000 en 15 mei 2004 en moeten conform zijn met de fiscale regelgeving; - in geval van aankoop van een gebouw, mag het niet gebruikt zijn door de landbouwer tijdens de referentieperiode en moet de aankoopakte ondertekend zijn uiterlijk op 15 mei 2004 of indien de aankoop nog niet heeft plaatsgevonden, moet de voorlopige koopakte ondertekend zijn uiterlijk op 15 mei 2004; - in geval van aankoop van een gebouw, mag de landbouwer-aanvrager geen aanvraag om herziening van de voorlopige rechten hebben ingediend indien die gegrond zou zijn op een feitelijke vererving, een verwachte vererving, een erfopvolging bij wege van huuroverdracht, een fusie of splitsing van bedrijven of een privaatrechtelijke contractuele clausule bij grondoverdracht zoals bedoeld in artikel 3, paragraaf 21, punten 3°, 5° en 9°, van voornoemd besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006; - de som van de verkregen steun in de rundvleessector voor het of de ontkoppelde steunregelingen of van de steun in de schapensector voor de premieperiode 2004 moet hoger zijn met ten minste 30 % dan het gemiddelde van de verleende steun tijdens de referentieperiode. § 2. De landbouwer-aanvrager moet het in artikel 2, derde lid, bedoelde standaardformulier indienen nadat hij er de vereiste samenvattende tabel(len) van de facturen op heeft ingevuld.

De motivering van de aanvraag moet vergezeld zijn van de volgende bewijsstukken die noodzakelijk zijn voor de behandeling van die aanvraag : - in geval van bouw, uitrusting of renovatie, een afschrift van de facturen betreffende de verrichte werken met duidelijke vermelding van, o.a., het factuurnummer, de datum, de naam en het adres van de landbouwer alsook het BTW-nummer; - in geval van aankoop van een gebouw, een afschrift van de eigendoms- of aankoopakte of in voorkomend geval, van de voorlopige koopakte voorzover de landbouwer een afschrift van de aankoopakte meedeelt binnen 10 dagen na het opmaken daarvan en op voorwaarde dat de landbouwer zich ertoe verbindt. § 3. In geval van motivering gegrond op investeringen in productiecapaciteit, wanneer aan de in §§ 1 en 2 bedoelde voorwaarden voldaan is, wordt het in artikel 37, eerste paragraaf, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde referentiebedrag berekend door vervanging van de referentiebedragen betreffen de steun voor schapen en/of geiten door de gegevens betreffende de in 2004 verleende steun voor runderen en/of varkens.

Art. 5.§ 1. Wanneer de motivering van de aanvraag in 2005 om vaststelling of aanpassing van de rechten door gebruik van de nationale reserve gegrond is op de aankoop of huur van grond, worden enkel de drie volgende toestanden erkend door het bestuur : 1° de feitelijke of verwachte vererving van een bedrijf of een gedeelte daarvan dat tijdens de referentieperiode en uiterlijk op 15 mei 2004 aan een derde persoon was verhuurd;2° de aankoop van grond uiterlijk op 15 mei 2004;3° de langdurige huur van het geheel of een gedeelte van een bedrijf tussen 1 januari 2003 en 15 mei 2004. § 2. In geval van motivering gegrond op de aankoop of huur van grond moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn : - de overdrager van de betrokken grond was de eigenaar daarvan; - in geval van feitelijke of verwachte vererving werd de betrokken grond verhuurd aan één of meerdere derden; - de landbouwer-aanvrager mag de betrokken oppervlakte niet hebben aangegeven tijdens het geheel of een gedeelte van de referentieperiode; - in geval van aankoop, feitelijke of verwachte vererving of van huur nadat de verpachter de pacht opgezegd heeft met het oog op een persoonlijke exploitatie, ter uitvoering van artikel 7 van de pachtwet, moet die oppervlakte door de landbouwer-aanvrager aangegeven zijn in zijn oppervlakteaangifte 2005; - in andere gevallen moet die oppervlakte door de landbouwer-aanvrager aangegeven zijn in zijn oppervlakteaangiften 2004 en 2005; - de betrokken oppervlakte moet gelijk zijn aan minstens 2 hectaren; - de door de landbouwer-aanvrager aangegeven totale oppervlakte 2005 moet gelijk of hoger zijn dan het voorlopig genotificeerde aantal hectaren zoals bedoeld in artikel 43, paragraaf 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, verhoogd met de betrokken oppervlakte; - het gemiddelde aantal hectaren zoals bedoeld in artikel 43, § 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 moet verhoogd zijn met minstens 5 % van de betrokken oppervlakte; - wat betreft de betrokken oppervlakte mag, geheel of gedeeltelijk, geen aanvraag om herziening van de voorlopige rechten ingediend worden indien die gegrond zou zijn op een feitelijke of verwachte vererving, een erfopvolging bij wege van huuroverdracht, een fusie of splitsing van bedrijven of een privaatrechtelijke contractuele clausule bij grondoverdracht zoals bedoeld in artikel 3, paragraaf 2, punten 3°, 5° en 9°, van voornoemd besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006. § 3. De landbouwer-aanvrager moet het in artikel 2, derde lid, bedoelde standaardformulier indienen met vermelding van het aantal hectaren waarvan hij het genot heeft overgenomen krachtens de betrokken vererving, aankoop of huur van grond.

De motivering van de aanvraag moet vergezeld zijn van de volgende bewijsstukken die noodzakelijk zijn voor de behandeling van die aanvraag : - een orthofotoplan waarop alle percelen die het voorwerp uitmaken van de betrokken vererving, aankoop of huur van grond, staan getekend en in het rood genummerd; - in geval van feitelijke of verwachte vererving, een notarieel attest of een afschrift van de verervings- of schenkingsakte; - in geval van aankoop van grond, een afschrift van de eigendoms- of aankoopakte of in voorkomend geval, van de voorlopige koopakte, uiterlijk op 15 mei 2004 ondertekend, voorzover de landbouwer een afschrift van de aankoopakte meedeelt binnen 10 dagen na het opmaken daarvan en op voorwaarde dat de landbouwer zich ertoe verbindt; - in geval van langdurige huur van het geheel of een gedeelte van een bedrijf, hetzij het afschrift van de pacht, ondertekend voor de notaris vóór 15 mei 2004, hetzij het afschrift van een onderhandse huurovereenkomst, uiterlijk op 15 mei 2004 ondertekend en geregistreerd vóór de indieningsdatum van de aanvankelijke aanvraag om rechten uit de nationale reserve bedoeld in artikel 5 van voornoemd besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006. § 4. In geval van motivering niet gegrond op de aankoop van grond, wanneer de in §§ 1 tot 3 bedoelde voorwaarden zijn vervuld, wordt het aan de landbouwer toegekende aantal rechten verhoogd met een aantal rechten dat gelijk is aan het door het bestuur in aanmerking genomen aantal hectaren, waarvan hij het genot heeft overgenomen krachtens de betrokken vererving, aankoop of huur van grond.

Dat aantal hectaren wordt vermenigvuldigd met coëfficiënt 0,83, "premiewaardigheidspercentage" genoemd. De waarde van elk van die toegekende rechten uit de nationale reserve stemt overeen met het gewestelijke gemiddelde, namelijk 252,60 euro, verminderd met de verlagingen zoals bedoeld in artikelen 41 tot 42 van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Art. 6.§ 1. Wanneer de motivering van de aanvraag in 2005 om vaststelling of aanpassing van de rechten door gebruik van de nationale reserve gegrond is op de toepassing van herstructureringsprogramma's, worden enkel de drie volgende toestanden erkend door het bestuur : 1° als gevolg van een officiële ruilverkaveling heeft de landbouwer een lagere oppervlakte gekregen dan die waarover hij beschikte vóór die ruilverkaveling;2° als gevolg van een onteigening in het algemeen belang of van een wijziging van bestemming in het gewestplan, mag ten minste één van de grondpercelen, aangegeven door de landbouwer en in aanmerking genomen voor de berekening van zijn aantal hectaren zoals bedoeld in artikel 43, § 1, van Verordening (EG) nr.1782/2003, niet meer uitgebaat worden tussen 1 januari 2000 en de indieningsdatum van de aanvankelijke aanvraag om rechten uit de nationale reserve, zoals bedoeld in artikel 5 van voornoemd besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006; 3° als gevolg van aankoop door een provincie, gemeente, intercommunale vennootschap of natuurreservaat, mag ten minste één van de grondpercelen, aangegeven door de landbouwer en in aanmerking genomen voor de berekening van zijn aantal hectaren zoals bedoeld in artikel 43, § 1, van Verordening (EG) nr.1782/2003, niet meer uitgebaat worden tussen 1 januari 2000 en de indieningsdatum van de aanvankelijke aanvraag om rechten uit de nationale reserve, zoals bedoeld in artikel 5 van voornoemd besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006. § 2. In geval van motivering gegrond op de toepassing van herstructurerings- en/of ontwikkelingsprogramma's moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn : - de aanvraag betreft enkel gewone rechten; - de landbouwer moet alle rechten waarvan hij het genot heeft, aangeven wanneer hij zijn aanvankelijke aanvraag om rechten uit de nationale reserve indient; - de verloren oppervlakten worden niet aangegeven in 2005 noch tijdens de daaropvolgende jaren; - de verhouding tussen de totale oppervlakte van de percelen die aangegeven zijn met bestemmingscodes A, X en I in de oppervlakteaangifte en steunaanvraag 2005 en het aantal hectaren zoals bedoeld in artikel 43, paragraaf 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 moet hoger of gelijk zijn aan 0,5 en lager zijn dan 1. § 3. De landbouwer-aanvrager moet het in artikel 2, derde lid, bedoelde standaardformulier indienen met vermelding van het aantal hectaren waarvan hij het genot heeft verloren krachtens de toepassing van het betrokken herstructureringsprogramma.

In geval van officiële ruilverkaveling moeten de volgende bewijsstukken gevoegd worden bij de motivering van de aanvraag : - een afschrift van de door het Comité tot aankoop van onroerende goederen opgemaakte ruilverkavelings- of bedrijfsuitwisselingsakte; - een orthofotoplan waarop het of de betrokken percelen staan getekend en in het rood genummerd.

Als gevolg van een onteigening in het algemeen belang of van een wijziging van bestemming in het gewestplan, moeten de volgende bewijsstukken gevoegd worden bij de motivering van de aanvraag : - voor elk betrokken perceel, een afschrift van de onteigeningsakte of van de beslissing tot wijziging van het gewestplan; - een orthofotoplan waarop het of de betrokken percelen staan getekend en in het rood genummerd; - een tabel met de betrokken percelen tijdens de jaren van de referentieperiode.

In geval van aankoop door een provincie, gemeente, intercommunale vennootschap of natuurreservaat, moeten de volgende bewijsstukken worden gevoegd bij de motivering van de aanvraag : - voor elk betrokken perceel, een afschrift van de aankoopakte; - een orthofotoplan waarop het of de betrokken percelen staan getekend en in het rood genummerd; - een tabel met de betrokken percelen tijdens de jaren van de referentieperiode. § 4. In geval van motivering gegrond op de toepassing van herstructurerings- en/of ontwikkelingsprogramma's, wanneer de in §§ 1 tot 3 bedoelde voorwaarden zijn vervuld, wordt het aan de landbouwer toegekende totaalaantal rechten verminderd met het aantal rechten overeenstemmend met de door de landbouwer verloren oppervlakten en wordt de eenheidswaarde van de rechten verhoogd en berekend overeenkomstig artikel 7, § 4, van Verordening (EG) nr. 795/2004.

Art. 7.Wanneer de motivering van de aanvraag in 2005 om vaststelling of aanpassing van de rechten door het gebruik van de nationale reserve gegrond is op een administratieve akte of op een gerechtelijke beslissing, worden enkel de vonnissen in aanmerking genomen die uiterlijk 31 maart 2005 geveld zijn.

Art. 8.De overtredingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten.

Daarnaast kunnen overtredingen van de geldende rechtsvoorschriften leiden tot inhoudingen van de premies conform Verordening (EG) nr. 796/2004.

Art. 9.Op straffe van verval of nietigheid moet elk beroep tegen een beslissing genomen overeenkomstig dit besluit bij aangetekende brief worden ingediend bij het bestuur binnen de maand na de kennisgeving van de beslissing.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005.

Namen, 7 juli 2006.

B. LUTGEN

^