Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 07 oktober 1997
gepubliceerd op 31 oktober 1997

Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 23 september 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022744
pub.
31/10/1997
prom.
07/10/1997
ELI
eli/besluit/1997/10/07/1997022744/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 OKTOBER 1997. Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 23 september 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers


De Minister van Sociale Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers;

Gelet op het gemotiveerd advies van het Basisoverlegcomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, gegeven op 10 april 1997;

Gelet op het advies van de Afgevaardigde van de Minister van Financiën bij het Beheerscomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, gegeven op 15 april 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 22 juli 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 22 juli 1997, Besluit :

Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 september 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werkenmers worden onderverdeeld als volgt : A. Administratief personeel De betrekking van sociaal inspecteur-directeur kan bezoldigd worden in de weddeschaal 13 B; 2 van de 7 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B; 5 van de 14 betrekkingen van sociaal inspecteur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 23 van de 67 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 1 van de 4 betrekkingen van vertaler-revisor wordt bezoldigd in de weddeschaal 10 C;

De betrekking van industrieel ingenieur kan bezoldigd worden in de weddeschaal 10 C;

De betrekking van geneesheer kan bezoldigd worden in de weddeschaal 10 E of 10 F; 7 van de 47 betrekkingen van eerstaanwezend sociaal controleur worden bezoldigd in de weddeschaal 28 J; 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 I; 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 F; 2 van de 10 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent worden bezoldigd in de weddeschaal 28 F; 1 van de 3 betrekkingen van eerstaanwezend boekhouder kan worden bezoldigd in de weddeschaal 28 D; 26 van de 96 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B; 23 van de 116 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 F; 30 van de 116 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 H; 9 van de 116 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 I; 16 van de 56 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 C; 12 van de 56 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 D; 3 van de 56 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E. B. Technisch personeel De betrekking van hoofdtechnicus kan bezoldigd worden in de weddeschaal 22 B;

C. Meesters-, vak- en dienstpersoneel 5 van de 11 betrekkingen van geschoold arbeider worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E.

Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 30 juni 1995 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers worden opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 23 september 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers.

Brussel, 7 oktober 1997.

Mevr. M. DE GALAN

^