Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 07 september 2007
gepubliceerd op 19 september 2007

Ministerieel besluit tot wijziging van meerdere bepalingen betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités voor officieren en onderofficieren

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2007007264
pub.
19/09/2007
prom.
07/09/2007
ELI
eli/besluit/2007/09/07/2007007264/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 2007. - Ministerieel besluit tot wijziging van meerdere bepalingen betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités voor officieren en onderofficieren


De Minister van Landsverdediging, Gelet op de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 41, eerste lid, vervangen bij de wet van 28 december 1990;

Gelet op de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 39bis, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994 en gewijzigd bij de wetten van 22 maart 2001 en 16 juli 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 november 2002 en 23 september 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 maart 2003 en 23 september 2004;

Gelet op het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 5 november 2002 en 23 september 2004, op artikel 9, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002, op artikel 10, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 27 oktober 1976, 22 juli 1996, 5 november 2002 en 23 september 2004, op artikel 10bis, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, op de artikelen 12 en 13, § 1, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, op artikel 13, § 2, op artikel 14, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, op artikel 14bis, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, op artikel 15, § 3, tweede lid, op artikel 16, eerste lid, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en op artikel 24, derde lid, vervangen bij het ministerieel besluit van 25 juni 1991;

Gelet op het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités, inzonderheid op artikel 14, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 8 april 2003 en 23 september 2004;

Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, afgesloten op 18 juli 2007;

Gelet op advies nr 43.531/2 van de Raad van State, gegeven op 4 september 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomites

Artikel 1.In artikel 2 van het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, 6°, wordt vervangen als volgt : « 6° een verlof geniet, bedoeld in hoofdstuk IV van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht of als vaste afgevaardigde bij een syndicale organisatie is vrijgesteld;"; 2° paragraaf 1, 8°, vervangen bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, wordt vervangen als volgt : « ter beschikking is gesteld overeenkomstig de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever of overeenkomstig de bepalingen van artikel 18 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier;»; 3° paragraaf 1, 9°, wordt opgeheven;4° paragraaf 2, tweede lid, vervangen bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, wordt vervangen als volgt : « Kan zich wraken degene die voor één van de in artikel 828 van het gerechtelijk wetboek opgesomde redenen, de mening is toegedaan dat het hem niet mogelijk is een kandidaat volkomen onpartijdig te beoordelen. Wanneer een wrakingsgrond wordt ingeroepen, wordt de beslissing hierover genomen door de directeur-generaal human resources.

De directeur-generaal human resources kan de wraking verwerpen indien degene die een wrakingsgrond inroept, geen schriftelijk bewijs of geen schriftelijk begin van bewijs levert van de wrakingsgrond. »

Art. 2.In artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "en het intermachtencomité" vervallen;2° het woord "interkorpsencomités" wordt vervangen door de woorden "interkorpsen- en intermachtencomités".

Art. 3.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, a, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, wordt vervangen als volgt : « a.als vaste leden : 1° de chef defensie en de vice-chef defensie;2° de directeur-generaal human resources;3° de luitenant-generaals van de landmacht; 4° de commandant van de landcomponent;"; 2° in § 1, b, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002, worden de woorden "als tijdelijke leden" vervangen door de woorden "als tijdelijke leden en behorend tot hetzelfde korps als de officieren wier kandidatuur wordt onderzocht";3° in § 2, vervangen bij het ministerieel besluit van 27 oktober 1976, worden de woorden "oudstbenoemde generaal-majoor of de officier met de meeste anciënniteit" vervangen door de woorden "generaal-majoor of de officier met de meeste anciënniteit, benoemd of aangesteld,";4° paragraaf 3, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 22 juli 1996, wordt opgeheven.

Art. 4.In artikel 10bis van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid, a, wordt vervangen als volgt : « a.als vaste leden : 1° de chef defensie en de vice-chef defensie;2° de directeur-generaal human resources;3° de opperofficieren van de medische dienst;4° de commandant van de medische component; 5° de officier met de meeste anciënniteit, benoemd of aangesteld, in de hoogste graad van het korps waaruit geen van de hierboven bedoelde officieren komen;"; 2° het eerste lid, b, wordt vervangen als volgt : « b.als tijdelijke leden en behorend tot hetzelfde korps als de officieren wier kandidatuur wordt onderzocht : 1° wanneer het comité de kandidaturen voor de graad van kolonel onderzoekt, twee officieren benoemd in de graad van kolonel;2° wanneer het comité de kandidaturen voor de graad van luitenant-kolonel onderzoekt, twee officieren benoemd in de graad van kolonel en twee officieren benoemd in de graad van luitenant-kolonel;3° wanneer het comité de kandidaturen voor de graad van majoor onderzoekt, een officier benoemd in de graad van kolonel, een officier benoemd in de graad van luitenant-kolonel en twee officieren benoemd in de graad van majoor.»; 3° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Bij ontstentenis van officieren van het medisch ondersteunend korps die voldoen aan de eisen om als tijdelijk lid zitting te hebben, worden officieren van het medisch technisch korps aangewezen om hun aantal aan te vullen.»

Art. 5.In artikel 12 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder a wordt vervangen als volgt : « a.als vaste leden : 1° de chef defensie en de vice-chef defensie;2° de directeur-generaal human resources;3° de opperofficieren van de luchtmacht;4° de commandant van de luchtcomponent; 5° de officier met de meeste anciënniteit, benoemd of aangesteld, in de hoogste graad van het korps waaruit geen van de hierboven bedoelde officieren komen;"; 2° in de bepaling onder b worden de woorden "als tijdelijke leden" vervangen door de woorden "als tijdelijke leden en behorend tot hetzelfde korps als de officieren wier kandidatuur wordt onderzocht";3° het artikel wordt aangevuld met de volgende leden : « Bij ontstentenis van officieren van het korps van het varend personeel die voldoen aan de eisen om als tijdelijk lid zitting te hebben, worden officieren van het korps van het licht vliegwezen aangewezen om hun aantal aan te vullen. Bij ontstentenis van officieren van het korps van het licht vliegwezen die voldoen aan de eisen om als tijdelijk lid zitting te hebben, worden officieren van het korps van het varend personeel aangewezen om hun aantal aan te vullen. ».

Art. 6.In artikel 13 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, a, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, wordt vervangen als volgt : « a.als vaste leden : 1° de chef defensie en de vice-chef defensie;2° de directeur-generaal human resources;3° de opperofficieren van de marine;4° de commandant van de marinecomponent; 5° de officier met de meeste anciënniteit, benoemd of aangesteld, in de hoogste graad van het korps waaruit geen van de hierboven bedoelde officieren komen;"; 2° in § 1, b, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002, worden de woorden "als tijdelijke leden" vervangen door de woorden "als tijdelijke leden en behorend tot hetzelfde korps als de officieren wier kandidatuur wordt onderzocht";3° in § 2, worden de woorden "zeemacht bij loting" vervangen door het woord "marine".

Art. 7.Artikel 14 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 14.Worden opgeroepen om zitting te nemen in het interkorpsencomité van het krijgsmachtdeel : 1° de chef defensie en de vice-chef defensie;2° de directeur-generaal human resources;3° de luitenant-generaals van het krijgsmachtdeel en, voor de marine, de divisieadmiraal met de meeste anciënniteit in deze graad;4° de officier met de meeste anciënniteit, benoemd of aangesteld, in de hoogste graad van het korps waaruit geen van de in 3° bedoelde officieren komen;5° de commandant van de component, behorend tot het krijgsmachtdeel;6° om het voorgeschreven aantal leden te bereiken wordt, in voorkomend geval, een beroep gedaan op de opperofficieren met de meeste anciënniteit van de andere krijgsmachtdelen. In het interkorpsencomité van de luchtmacht moet de pariteit worden gerealiseerd tussen de officieren behorend tot het korps van het varend personeel of het korps van het licht vliegwezen, en de officieren behorend tot het korps van het niet-varend personeel. Er wordt geen rekening gehouden met de officieren bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, om de pariteit te bepalen. Hiertoe worden, in aanvulling van de officieren bedoeld in het eerste lid, 3°, 4° en 5°, in voorkomend geval, de officieren met de meeste anciënniteit, benoemd of aangesteld, in de hoogste graad van de luchtmacht opgeroepen. Deze pariteit is evenwel niet vereist tussen de officieren van het korps van het varend personeel en de officieren van het korps van het licht vliegwezen. »

Art. 8.Artikel 14bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 14bis.Worden opgeroepen om zitting te nemen in het intermachtencomité : 1° de chef defensie en de vice-chef defensie;2° de directeur-generaal human resources;3° de luitenant-generaals;4° de officieren die directeur-generaal of onderstafchef zijn;5° de officier met de meeste anciënniteit, benoemd of aangesteld, in de hoogste graad van het krijgsmachtdeel dat geen officier telt zoals bedoeld in 3° en 4°.»

Art. 9.In artikel 15, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervallen de woorden ", de in § 1 vermelde officieren uitgezonderd".

Art. 10.Artikel 16, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 5 november 2002, wordt opgeheven.

Art. 11.In artikel 24, derde lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 25 juni 1991, worden de woorden "proces verbaal" vervangen door de woorden "proces-verbaal". HOOFDSTUK II. - Wijziging van het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités

Art. 12.In artikel 14 van het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 8 april 2003 en 23 september 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, 6°, wordt vervangen als volgt : « 6° een verlof geniet, bedoeld in hoofdstuk IV van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht of als vaste afgevaardigde bij een syndicale organisatie is vrijgesteld;"; 2° paragraaf 1, 8°, wordt vervangen als volgt : « ter beschikking is gesteld overeenkomstig de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever of overeenkomstig de bepalingen van artikel 18 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier;»; 3° paragraaf 1, 9°, wordt opgeheven;4° paragraaf 2, tweede lid, vervangen bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, wordt vervangen als volgt : « Kan zich wraken degene die voor één van de in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen, de mening is toegedaan dat het hem niet mogelijk is een kandidaat volkomen onpartijdig te beoordelen. Wanneer een wrakingsgrond wordt ingeroepen, wordt de beslissing hierover genomen door de directeur-generaal human resources.

De directeur-generaal human resources kan de wraking verwerpen indien degene die een wrakingsgrond inroept, geen schriftelijk bewijs of geen schriftelijk begin van bewijs levert van de wrakingsgrond. » HOOFDSTUK III. - Slotbepaling

Art. 13.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 7 september 2007.

A. FLAHAUT

^