Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 augustus 2003
gepubliceerd op 13 augustus 2003

Ministerieel besluit houdende bijzondere maatregelen inzake de elektronische aangifte voor communautair en gemeenschappelijk douanevervoer in het kader van het geautomatiseerd systeem inzake douanevervoer

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2003003441
pub.
13/08/2003
prom.
08/08/2003
ELI
eli/besluit/2003/08/08/2003003441/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 AUGUSTUS 2003. - Ministerieel besluit houdende bijzondere maatregelen inzake de elektronische aangifte voor communautair en gemeenschappelijk douanevervoer in het kader van het geautomatiseerd systeem inzake douanevervoer


De Minister van Financiën, Gelet op Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 881/2003 van de Commissie van 21 mei 2003 (2), inzonderheid op artikel 354;

Gelet op de beschikking nr. 210/97/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 19 december 1996 (3), gewijzigd door de beschikking nr. 105/2000/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 1999 (4), inzonderheid op artikel 8;

Gelet op de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987 (5), laatst gewijzigd door het besluit nr. 1/2001 van de Gemengde Commissie EG-EVA "Gemeenschappelijk douanevervoer" van 7 juni 2001 (6), inzonderheid op artikel 18 van Aanhangsel I;

Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen gecoördineerd op 18 juli 1977 (7), gewijzigd door de wet van 22 december 1989 (8), inzonderheid op de artikelen 9 en 10;

Gelet op het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen (9), inzonderheid op artikel 8bis;

Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie, gegeven op 18 juni 2003;

Gelet op advies nr. 35.657/2 van de Raad van State, gegeven op 9 juli 2003;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Overwegende dat op de met het geautomatiseerd systeem inzake doorvoer uitgeruste douanekantoren de verplichting bestaat de aangiften inzake communautair en gemeenschappelijk douanevervoer op elektronische wijze in te dienen, maar dat de economische operatoren om gegronde redenen uitstel moeten kunnen bekomen voor het elektronisch indienen van die aangiften;

Overwegende dat wegens de voormelde beschikking van het Europees Parlement en van de Raad en de voor de douane te vermijden ernstige werkoverlast het niet kan worden toegelaten na 30 juni 2003 nog aangiften inzake communautair en gemeenschappelijk douanevervoer te aanvaarden die met gebruikmaking van het formulier enig document zijn opgesteld, dat het voormeld uitstel daarom tot die datum zou dienen te worden beperkt;

Overwegende dat voormeld uitstel tot 30 juni 2003 moet kunnen worden verleend door de minister of zijn gemachtigde, maar dat die bevoegdheid in de door hem te bepalen gevallen ook door hem moet kunnen worden afgestaan aan de gewestelijke directeur van de Administratie der douane en accijnzen in wiens ambtsgebied de aanvrager is gevestigd;

Overwegende dat de minister of zijn gemachtigde bij wijze van overgangsmaatregel, maatregelen moet kunnen nemen om de naleving van de specifieke communautaire bepalingen op het stuk van de automatisering van de regeling communautair en gemeenschappelijk douanevervoer te verzekeren, wanneer blijkt dat in uitzonderlijke gevallen sommige aangevers ook na 30 juni 2003 niet in staat zouden zijn aangiften inzake voormelde regelingen op elektronische wijze in te dienen, met dien verstande dat de uitwerking van die maatregelen uiterlijk op 30 september 2003 moet zijn beëindigd;

Overwegende dat de minister of zijn gemachtigde, teneinde onnodige investeringen in hoofde van de aangevers te vermijden wegens de situatie dat de partnerlanden, die de voormelde Overeenkomst inzake douanevervoer hebben ondertekend, binnen afzienbare tijd tot de Europese Unie zullen toetreden, ondernemingen die uitsluitend zich in het EG-vrije verkeer bevindende goederen met gebruikmaking van de vereenvoudigde procedure bij vertrek verzenden ter bestemming van die landen, op verzoek van die ondernemingen, moet kunnen vrijstellen van de verplichting tot het elektronisch indienen van de aangifte inzake gemeenschappelijk douanevervoer;

Overwegende dat bovendien de minister of zijn gemachtigde, met het oog op het verzekeren van de continuïteit van de regeling communautair en gemeenschappelijk douanevervoer, alle vereiste maatregelen moet kunnen nemen om een noodprocedure in te stellen in geval van disfunctioneren van het geautomatiseerd systeem inzake doorvoer, Besluit :

Artikel 1.Artikel 8bis van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 23 oktober 2002, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 8bis.1. In de douanekantoren, die zijn uitgerust met het geautomatiseerd systeem inzake douanevervoer, moeten de aangiften inzake communautair en gemeenschappelijk douanevervoer op elektronische wijze worden ingediend.

Het in vorig lid vermelde geautomatiseerd systeem inzake communautair en gemeenschappelijk douanevervoer is het geautomatiseerd systeem dat voor communautair en gemeenschappelijk douanevervoer is aangesloten op het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijk systeem interface (CCN/CSI) van de Europese Gemeenschap. 2. De aangifte moet worden verricht met gebruikmaking van het Systeem voor Automatische Dedouanering in België en Luxemburg (Sadbel), bedoeld in artikel 8, dan wel met een ander door de minister of zijn gemachtigde ter beschikking gesteld automatisch gegevensverwerkend systeem of een systeem waarvan de voorwaarden voor de aansluiting zijn aanvaard door de minister of zijn gemachtigde.3. De minister of zijn gemachtigde bepaalt de praktische voorschriften die voor de werking en de controle van het geautomatiseerd systeem inzake communautair en gemeenschappelijk douanevervoer in België nodig zijn.4. De minister of zijn gemachtigde kan, op gemotiveerd verzoek van de aangever, toelating verlenen de aangiften inzake communautair en de gemeenschappelijk douanevervoer op in lid 1 bedoelde douanekantoren nog tot uiterlijk 30 juni 2003 met gebruikmaking van het formulier enig document in te dienen.5. De minister of zijn gemachtigde kan, in de door hem bepaalde gevallen voorschrijven dat de in lid 4 bedoelde toelating wordt verleend door de gewestelijke directeur van de Administratie der douane en accijnzen in wiens ambtsgebied de aanvrager is gevestigd.6. De minister of zijn gemachtigde kan, in uitzonderlijke gevallen, voor wat betreft de periode van 1 juli 2003 tot 30 september 2003, overgangsmaatregelen treffen met het oog op het verzekeren van de naleving van de communautaire reglementering betreffende het geautomatiseerd systeem inzake communautair en gemeenschappelijk douanevervoer.7. De minister of zijn gemachtigde kan in België gevestigde ondernemingen, die uitsluitend zich in het EG-vrije verkeer bevindende goederen met gebruikmaking van de vereenvoudigde procedure bedoeld in de artikelen 65 tot 70 van aanhangsel I bij de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987 (5) verzenden ter bestemming van partnerlanden die deze overeenkomst hebben ondertekend en binnen afzienbare tijd zullen toetreden tot de Europese Unie, op verzoek van die ondernemingen, vrijstelling verlenen van de verplichting om de aangifte inzake gemeenschappelijk douanevervoer elektronisch in te dienen.8. De minister of zijn gemachtigde kan, teneinde de continuïteit van de regeling communautair en gemeenschappelijk douanevervoer te verzekeren, alle nodige maatregelen nemen om een noodprocedure in te stellen in geval van disfunctioneren van het geautomatiseerd systeem inzake doorvoer.»

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 22 april 2003.

Brussel, 8 augustus 2003.

D. REYNDERS _______ Nota's (1) PBEG van 11 oktober 1993, nr.L 253. (2) PBEG van 29 mei 2003, nr.L 134. (3) PBEG van 4 februari 1997, nr.L 33. (4) PBEG van 19 februari 2000, nr.L 13. (5) PBEG van 13 augustus 1987, nr.L 226. (6) PBEG van 21 juni 2001, nr.L 165. (7) Belgisch Staatsblad van 21 september 1977.(8) Belgisch Staatsblad van 29 december 1989. (9) Belgisch Staatsblad van 5 november 1998.

^