Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 juli 1999
gepubliceerd op 15 september 1999

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 april 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de lokale dienstencentra en tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 mei 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de regionale dienstencentra

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999036200
pub.
15/09/1999
prom.
08/07/1999
ELI
eli/besluit/1999/07/08/1999036200/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur


8 JULI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 april 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de lokale dienstencentra en tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 mei 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de regionale dienstencentra


De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, inzonderheid artikel 24 § 2, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 28 september 1998 en 19 december 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, inzonderheid op de artikelen 1 tot en met 3 van bijlage II en op de artikelen 1 tot en met 3 van bijlage III;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 april 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de lokale dienstencentra;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 mei 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de regionale dienstencentra;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, Besluit :

Artikel 1.In het ministerieel besluit van 30 april 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de lokale dienstencentra wordt een artikel 9bis toegevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 9bis.Afwijkingen op artikel 9 zijn mogelijk als blijkt dat zowel het regionaal dienstencentrum als het lokaal dienstencentrum die beiden op een zelfde inplantingsplaats opgericht worden of zijn, reeds een werking hadden uitgebouwd op datum van de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, en als tezelfdertijd voor beide voorzieningen kan aangetoond worden dat zij hun werkzaamheden inrichten in duidelijk onderscheiden lokalen. »

Art. 2.In het ministerieel besluit van 10 mei 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de regionale dienstencentra wordt een artikel 13bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. : 13bis. Afwijkingen op artikel 13 zijn mogelijk als blijkt dat zowel het lokaal dienstencentrum als het regionaal dienstencentrum die beiden op een zelfde inplantingsplaats opgericht worden of zijn, reeds een werking hadden uitgebouwd op datum van de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, en als tezelfdertijd voor beide voorzieningen kan aangetoond worden dat zij hun werkzaamheden inrichten in duidelijk onderscheiden lokalen. »

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Brussel, 8 juli 1999.

L. MARTENS

^