Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 oktober 2003
gepubliceerd op 19 november 2003

Ministerieel besluit houdende oprichting en samenstelling van de tussenoverlegcomités en van de basisoverlegcomités bij de Regie der Gebouwen

bron
regie der gebouwen
numac
2003002183
pub.
19/11/2003
prom.
08/10/2003
ELI
eli/besluit/2003/10/08/2003002183/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 OKTOBER 2003. - Ministerieel besluit houdende oprichting en samenstelling van de tussenoverlegcomités en van de basisoverlegcomités bij de Regie der Gebouwen


De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid de artikelen 10 en 11, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 1983 en 8 juli 1989;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op de artikelen 34, 37, 38 en 41 tot 43;

Gelet op het gemotiveerd advies van het tussenoverlegcomité van de Regie der Gebouwen, gegeven op 19 juni 2003, Besluit : HOOFDSTUK I. - Oprichting van de Comités

Artikel 1.De volgende comités worden opgericht bij de Regie der Gebouwen, hieronder « Regie » genoemd : A. Tussenoverlegcomité van de Regie der Gebouwen;

B. Tussenoverlegcomité van de Vlaamse buitendiensten;

C. Tussenoverlegcomité van de Waalse buitendiensten;

D. Tussenoverlegcomité van de Brusselse buitendiensten;

E. Basisoverlegcomité voor de diensten gehuisvest in het gebouw van de Hoofdzetel van de Regie der Gebouwen;

F. Een basisoverlegcomité in elke buitendienst die niet gehuisvest is in het gebouw van de hoofdzetel. HOOFDSTUK II. - De tussenoverlegcomités

Art. 2.De Directeur-generaal der Gebouwen is voorzitter van het tussenoverlegcomité van de Regie der Gebouwen.

Wanneer de Minister tot wiens bevoegdheid de Regie der Gebouwen behoort, of zijn Kabinetschef, de vergadering bijwoont, zit hij ze voor.

De eventuele tweetalig adjunct van de Directeur-generaal der Gebouwen en de ambtenaar-generaal van de Afdeling Personeel en Organisatie maken deel uit van de afvaardiging van de Overheid.

Het hoofd van de Dienst Personeel van de Afdeling Personeel en Organisatie van de Regie der Gebouwen woont de vergadering bij fals technicus.

De voorzitter wijst de andere leden van de afvaardiging van de overheid aan en eventueel ook andere technici afhankelijk van de agenda van de vergadering.

Een personeelslid van de Organisatie- en Productiviteitscel van de Afdeling Personeel en Organisatie organiseert en verzorgt het

secretariaat.

De ambtenaar-generaal van de Afdeling Personeel en Organisatie is plaatsvervangend voorzitter.

Art. 3.Het tussenoverlegcomité van de Vlaamse buitendiensten vergadert onder het co-voorzitterschap van de ambtenaren-generaal van de Vlaamse Diensten I en de ambtenaar-generaal van de Vlaamse Diensten II. Hetzelfde co-voorzitterschap bestaat tussen de ambtenaren-generaal van de Waalse diensten I en Waalse diensten II voor het tussenoverlegcomité van de Waalse buitendiensten. Voor het tussenoverlegcomité van de Brusselse buitendiensten bestaat er co-voorzitterschap tussen de ambtenaren-generaal van de Brusselse diensten I en de Brusselse diensten II samen met de ambtenaar-generaal voor de Internationale Instellingen.

De co-voorzitters wijzen in gezamenlijk akkoord de andere leden van de afvaardiging van de overheid aan en eventueel ook technici afhankelijk van de agenda van de vergadering.

Het secretariaat van de drie gewestelijke tussenoverlegcomités wordt georganiseerd en verzorgd onder het gezag van de adviseur van de gemene administratieve diensten voorzien in dat gewest die ook telkens ambtshalve deel uitmaakt van de delegatie van de overheid. HOOFDSTUK III. - De basisoverlegcomités

Art. 4.Ieder basisoverlegcomité bedoeld in artikel 1, F van dit besluit staat onder het voorzitterschap van het diensthoofd van de betrokken directie der Gebouwen.

De Voorzitter wijst de leden van de afvaardiging van de overheid aan en eventueel ook technici afhankelijk van de agenda van de vergadering. Hij wijst tevens de secretaris aan evenals de administratieve dienst die het secretariaat organiseert.

De ambtenaar met de hoogste graad en die de hoogste graadanciënniteit telt, is plaatsvervangend voorzitter.

Art. 5.Het basisoverlegcomité voor de diensten gehuisvest in het gebouw van de Hoofdzetel van de Regie der Gebouwen vergadert onder het voorzitterschap van de ambtenaar-generaal van de Afdeling Personeel en Organisatie.

De voorzitter wijst de leden van de afvaardiging van de overheid aan en eventueel ook technici afhankelijk van de agenda van de vergadering. De Diensthoofden bevoegd voor de Dienst Personeel, de secties Algemene Zaken en Economaat van de Afdeling Personeel en Organisatie alsook het Diensthoofd van de Brusselse directie waarvan het gebouw van de hoofdzetel afhangt en de beheerder van dat gebouw maken deel uit van de afvaardiging van de overheid.

Een personeelslid van de Cel Organisatie en Productiviteit organiseert en verzorgt het secretariaat.

De ambtenaar-generaal onder wiens bevoegdheid het gebouw van de hoofdzetel van de Regie valt, is plaatsvervangend voorzitter. HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 6.De plaatsvervangende voorzitters van de comités bedoeld in de artikelen 4 en 5 maken van ambtswege deel uit van de afvaardiging van de overheid van de comités waartoe ze behoren.

Behalve het algemeen tussenoverlegcomité voor de Regie der Gebouwen, spreken de tussenoverlegcomités en de basisoverlegcomités zich niet uit over meer algemene problemen die verscheidene comités van hetzelfde niveau kunnen aanbelangen en die moeten worden behandeld door een comité van een hoger niveau. Evenmin spreken zij zich uit over problemen waarover reeds overleg op een hoger niveau plaatshad.

Zo behoort de aanstelling van de preventieadviseurs tot de uitsluitende bevoegdheid van het algemeen tussenoverlegcomité voor de Regie der Gebouwen.

Voor de goede orde hiertoe leggen zij vooraf de agenda van vergaderingen voor visum voor aan het secretariaat van het tussenoverlegcomité van de Regie der Gebouwen bedoeld in artikel 2 van dit besluit. Ingeval het bovenvermeld secretariaat er zich binnen de vijf werkdagen na ontvangst niet tegen verzet, mag de voorgestelde agenda behandeld worden. HOOFDSTUK V. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 7.Het ministerieel besluit van 22 november 1991 houdende oprichting en samenstelling van de tussenoverlegcomités en van de basisoverlegcomités bij de Regie der Gebouwen wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2003.

Brussel, 8 oktober 2003.

D. REYNDERS

^