Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 09 mei 2005
gepubliceerd op 08 juni 2005

Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels betreffende de toekenning van voorschotten op bepaalde vergoedingen

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2005007137
pub.
08/06/2005
prom.
09/05/2005
ELI
eli/besluit/2005/05/09/2005007137/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MEI 2005. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels betreffende de toekenning van voorschotten op bepaalde vergoedingen


De Minister van Landsverdediging, Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op artikel 10bis, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 6 maart 2005;

Gelet op het advies nr. 38.256/4 van de Raad van Staten gegeven op 12 april 2005, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « tijdelijke opdracht in het buitenland » : een dienstverplaatsing naar het buitenland, waarvan bij aanvang blijkt dat de duur de vijf maanden niet zal overschrijden;2° « vaste dienst in het buitenland » : een dienstperiode in het buitenland, waarvan bij aanvang blijkt dat de duur ervan minstens vijf ononderbroken maanden zal bedragen;3° « militair verbonden aan een diplomatieke post in het buitenland » : de officier met een benoeming waardoor hij, in het buitenland, aan een diplomatieke post of aan een post die met een diplomatieke post is gelijkgesteld, wordt verbonden, en het militair personeel waarover hij beschikt, voorzover dit personeel, wat het op hen van toepassing zijnde vergoedingsstelsel betreft, niet geassimileerd wordt met een militair in vaste dienst in het buitenland;4° « BFA » : de chef van de divisie financiële en begrotingsuitvoering van de algemene directie budget en financiën.

Art. 2.De militair, die een dienstverplaating uitvoert, kan, op eenvoudig verzoek, een voorschot op vergoedingen bekomen. Dit voorschot heeft maximaal betrekking op de eerste zestig dagen van de dienstverplaatsing.

Het bedrag van het voorschot is gelijk aan vijfenzeventig procent van het geschat bedrag van de vergoedingen, die in principe zullen verschuldig zijn voor de betrokken dienstverplaatsing. Voor een tijdelijke opdracht in het buitenland, kan evenwel, met toelating van de korpscommandant, het bedrag van het voorschot op negentig procent van het geschat bedrag van de vergoedingen worden gebracht.

Behalve afwijking toegestaan door BFA, wordt het voorschot betaald ten vroegste drie werkdagen vóór het vertrek.

Het bedrag van het voorschot wordt in mindering gebracht van het bedrag van de vergoedingen, verschuldigd voor de betrokken dienstverplaatsing.

Art. 3.§ 1. De militair die, in de deelstand « in hulpverlening » of « in operationele inzet », aan een opdracht deelneemt, kan, op eenvoudig verzoek, een voorschot bekomen op de forfaitaire dagvergoedingen bedoeld in artikel 23 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier. § 2. De militair, die aan de vredesoperatie van de Verenigde Naties in ex-Joegoslavië deelneemt, kan, op eenvoudig verzoek, een voorschot bekomen op de forfaitaire dagvergoedingen bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 december 1992 houdende toekenning van een vergoeding aan de militairen van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst die deelnemen aan de vredesoperatie van de Verenigde Naties in ex-Joegoslavië. § 3. De voorschotten bedoeld in §§ 1 en 2, worden per halve maand betaald, op de eerste en op de vijftiende dag van de maand. Een eerste voorschot kan, ten vroegste vijf werkdagen vóór de voorziene vertrekdatum, betaald worden.

Het maximumbedrag van een voorschot stemt overeen met vijf dagen van forfaitaire dagvergoedingen.

Het bedrag van het toegekende voorschot wordt in mindering gebracht van het bedrag van de vergoedingen, verschuldigd voor de betrokken periode.

Art. 4.De militair, die ingescheept is aan boord van een gecommissioneerde vlooteenheid, kan, op eenvoudig verzoek, voorschotten op vergoedingen bekomen.

De voorschotten worden per halve maand betaald, op de eerste en op de vijftiende dag van de maand.

Indien een inschepingsperiode eindigt tijdens de helft van een maand, wordt evenwel het voorschot voor deze halve maand op het einde van de inschepingsperiode betaald.

Het bedrag van de voorschotten is gelijk aan vijfenzeventig procent van het geschat bedrag van de vergoedingen, die in principe zullen verschuldigd zijn voor de betrokken inschepingsperiode.

Het bedrag van de toegekende voorschotten wordt in mindering gebracht van het bedrag van de vergoedingen, verschuldigd voor de betrokken inschepingsperiode.

Art. 5.§ 1. De militair, die aangewezen wordt om een vaste dienst in het buitenland uit te voeren, kan, op eenvoudig verzoek, een voorschot op vergoedingen bekomen.

Het maximumbedrag van het voorschot stemt overeen met driemaal het bedrag van de forfaitaire maandelijkse vergoeding voor vaste dienst bedoeld in artikel 6 van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, desgevallend verhoogd met de familiale aanvullende vergoeding bedoeld in artikel 9 van hetzelfde ministerieel besluit.

Het voorschot wordt ten vroegste één maand vóór de voorziene vertrekdatum betaald. Indien de militair meer dan één maand vóór de voorziene vertrekdatum kosten met betrekking tot deze inplaatsstelling moet dragen, kan evenwel BFA van deze regel afwijken.

Het bedrag van het voorschot wordt in mindering gebracht van het bedrag van de forfaitaire maandelijkse vergoeding voor vaste dienst, verschuldigd voor de betrokken maand, vanaf de derde volledige maand van verblijf in het buitenland, in tien maandelijkse gelijke gedeelten. § 2. In afwijking van § 1, indien de militair in vaste dienst is in het buitenland om daar deel te nemen aan een cursus of stage met een duur gelijk aan of van meer dan vijf maanden, stemt het maximumbedrag van het voorschot overeen met negentig procent van tweemaal het bedrag van de forfaitaire maandelijkse vergoeding voor vaste dienst bedoeld in artikel 6 van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, desgevallend verhoogd met de familiale aanvullende vergoeding bedoeld in artikel 9 van hetzelfde ministerieel besluit.

In dit geval, wordt het bedrag van het voorschot in mindering gebracht van het bedrag van de vergoedingen, verschuldigd voor de twee laatste volledige maanden van verblijf, in twee maandelijkse gelijke gedeelten.

Art. 6.De militair, aangewezen om verbonden te worden aan een diplomatieke post in het buitenland, kan, op eenvoudig verzoek, een voorschot op vergoedingen bekomen.

Het maximumbedrag van het voorschot stemt overeen met driemaal het bedrag van de maandelijkse vergoeding bepaald overeenkomstig het artikel 12 van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, desgevallend met aftrek van het gedeelte van de vergoeding, dat onderworpen is aan de inhouding voor de bedrijfsvoorheffing.

Het voorschot wordt ten vroegste één maand vóór de voorziene vertrekdatum betaald. Indien de militair meer dan één maand vóór de voorziene vertrekdatum kosten met betrekking tot deze inplaatsstelling moet dragen, kan evenwel BFA van deze regel afwijken.

Het bedrag van het voorschot wordt in mindering gebracht van het bedrag van de maandelijkse vergoeding, verschuldigd voor de betrokken maand, vanaf de derde volledige maand van verblijf in het buitenland, in tien maandelijkse gelijke gedeelten.

Art. 7.De militair in opdracht of in dienst in het buitenland, die om dringende en ernstige redenen naar zijn woonplaats of zijn verblijfplaats moet terugkeren, kan, op eenvoudig verzoek, een voorschot bekomen, om de kosten van zijn repatriëring te dekken.

Het bedrag van het voorschot wordt in mindering gebracht van het bedrag van de vergoedingen, verschuldigd voor de repatriëring.

Art. 8.§ 1. De militair, die met vaste dienst is in het buitenland, hierbij inbegrepen de perioden van cursussen of stages met een duur gelijk aan of meer dan vijf maanden, is, en die schoolkosten draagt voor de kinderen ten zijne laste, kan, op een door een staat van de geschatte uitgaven en door een inschrijvingsattest voor de cursussen gestaafde aanvraag, een voorschot op vergoedingen bekomen, dat het lopende schooljaar volledig dekt.

Het maximumbedrag van het voorschot stemt, per kind en per maand, overeen met het voorlopig bedrag van de aanvullende vergoeding voor schoolkosten, bepaald, naargelang het geval, overeenkomstig de artikelen 10 tot 12, of de artikelen 12bis en 12ter, van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland. Indien de militair, naar aanleiding van buitengewone schoolkosten, de toelating tot terugbetaling heeft bekomen van een bedrag hoger dan het maximumbedrag bedoeld in het tweede lid, wordt het totaal van deze buitengewone kosten evenwel in rekening genomen voor de berekening van het voorschot. § 2. De militair, die aan een diplomatieke post in het buitenland verbonden is een die kosten draagt voor het onderwijs van de kinderen ten zijne laste, kan, op een door een overzicht van de geschatte uitgaven en door een inschrijvingsattest voor de cursussen gestaafde aanvraag, een voorschot op vergoedingen bekomen, dat het lopende schooljaar volledig dekt.

Het maximumbedrag van het voorschot stemt, per kind, overeen met het maximumbedrag van de tussenkomst in de schoolkosten, toegepast door de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken op zijn ambtenaren van de carrières buitenlandse dienst. § 3. Naargelang van de van toepassing zijnde regels in de school, worden de voorschotten bedoeld in §§ 1 en 2, betaald : 1° hetzij in één keer vóór het begin van het schooljaar;2° hetzij in één keer bij het begin van het schooljaar;3° hetzij maandelijks en na vervallen termijn. De regularisatie van de toegekende voorschotten wordt, op basis van de door de militair geleverde bewijsstukken, op het einde van het schooljaar, uitgevoerd.

Art. 9.De militair, die, op basis van de bepalingen van artikel 33 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen, aanspraak kan maken op een vergoeding naar aanleiding van bijkomende kosten voor het onderwijs van de kinderen ten zijne laste, kan, op eenvoudig verzoek, een voorschot op vergoedingen bekomen tot dekking van het lopend schooljaar.

Het maximumbedrag van het voorschot stemt, naargelang het geval, overeen met hetzij het bedrag van de forfaitaire vergoeding voor internaatskosten, hetzij het maximumbedrag van de terugbetaling van de kosten voor schoolvervoer, bepaald in artikel 19 van het ministerieel besluit van 22 oktober 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen.

Het voorschot wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald.

De regularisatie van de toegekende voorschotten wordt, op basis van de door de militair geleverde bewijsstukken, op het einde van het schooljaar, uitgevoerd.

Art. 10.De militair, die aanspraak kan maken op de toekenning van de verhuisvergoeding bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 houdende toekenning van een verhuisvergoeding aan de militairen bij overbrenging van de gewone plaats van het werk, kan, op eenvoudig verzoek, een voorschot op vergoedingen bekomen.

Het maximumbedrag van het voorschot stemt overeen met vijfenzeventig procent van het geschat bedrag van de vergoeding.

Het voorschot wordt ten vroegste één maand vóór de voorziene verhuisdatum betaald.

Het bedrag van het voorschot wordt in mindering gebracht van het bedrag van de verhuisvergoeding, bepaald op basis van de door de militair geleverde bewijsstukken.

Art. 11.Er wordt geen enkel voorschot toegekend waarvan het bedrag lager is dan 125 EUR. Er wordt geen enkel voorschot toegekend voor een dienstactiviteit, indien de beslissing tot uitvoering nog niet definitief is.

Wanneer een dienstactiviteit, voor dewelke een voorschot werd toegekend, wordt geannuleerd, moet dit voorschot onmiddellijk volledig terugbetaald worden. Ieder voorschot toegekend voor een verhuis, die niet uitgevoerd werd binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de, door de militair opgegeven, voorziene verhuisdatum, met eveneens onmiddellijk volledig terugbetaald worden.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2005.

Brussel, 9 mei 2005.

A. FLAHAUT

^