Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 april 1998
gepubliceerd op 29 mei 1998

Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 24 maart 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1998014099
pub.
29/05/1998
prom.
10/04/1998
ELI
eli/besluit/1998/04/10/1998014099/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 APRIL 1998. - Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 24 maart 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart


De Minister van Vervoer, Gelet op het koninklijk besluit van 24 maart 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart;

Gelet op het met redenen omkleed advies van 25 maart 1996 uitgebracht door het basisoverlegcomité van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 7 mei 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 24 juli 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 24 juli 1997, Besluit :

Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 maart 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart worden onderverdeeld als volgt : Administratief personeel 1 van de 4 betrekkingen van adjunct-adviseur wordt bezoldigd in de weddeschaal 10C 2 van de 8 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22B 3 van de 13 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30F 3 van de 13 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30H 1 van de 13 betrekkingen van klerk wordt bezoldigd in de weddeschaal 30I

Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 14 december 1995 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 december 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 24 maart 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart.

Brussel, 10 april 1998.

M. DAERDEN

^