Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 april 2009
gepubliceerd op 15 mei 2009

Ministerieel besluit houdende aanwijzing, bij de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging, van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen inzake tuchtstraffen

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2009007088
pub.
15/05/2009
prom.
10/04/2009
ELI
eli/besluit/2009/04/10/2009007088/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 APRIL 2009. - Ministerieel besluit houdende aanwijzing, bij de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging, van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen inzake tuchtstraffen


De Minister van Landsverdediging, Gelet op de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 78, § 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 17ter, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 januari 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 oktober 1978 tot vaststelling van het statuut van het personeel van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap;

Gelet op het advies van de Directieraad, gegeven op 2 februari 2009;

Gelet op het protocol nr 63 van 26 maart 2009 van het Sectorcomité XIV;

Overwegende dat het noodzakelijk is de continuïteit van de tuchtprocedure te garanderen, Besluit :

Artikel 1.De ambtenaren van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging titularis van de klassen A1 tot A5 worden aangewezen als bevoegde hiërarchische meerderen om voorlopige voorstellen uit te brengen inzake tuchtstraffen in de hiërarchische lijn van het betrokken personeelslid.

Art. 2.§ 1. Indien in toepassing van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, de krachtens in artikel 1 aangewezen ambtenaar het voorlopig voorstel niet kan doen, worden de bevoegdheden inzake tuchtstraffen uitgeoefend door de ambtenaar van een hogere klasse die, in de hiërarchie van het betrokken personeelslid, het dichtst bij die van de aangewezen ambtenaar staat en die de voorwaarden vervult. § 2. Indien geen enkel personeelslid in de hiërarchie van het betrokken personeelslid aan de taalvereisten voldoet, wordt de bevoegdheid toegekend aan het personeelslid buiten de hiërarchie van het betrokken personeelslid, met de grootste anciënniteit in de klasse A4 en dat de taalvereisten vervult.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 21 november 1985 tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn op tuchtgebied bij de centrale dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 10 april 2009.

P. DE CREM

^