Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 december 2001
gepubliceerd op 28 maart 2002

Ministerieel besluit inzake kwaliteitszorg in de rusthuizen, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf, serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035324
pub.
28/03/2002
prom.
10/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/10/2002035324/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit inzake kwaliteitszorg in de rusthuizen, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf, serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening


De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Gelet op de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, gewijzigd bij de decreten van 23 februari 1994, 15 juli 1997 en 14 juli 1998;

Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999;

Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985 tot vaststelling van de normen waaraan een serviceflatgebouw, een woningcomplex met dienstverlening of een rusthuis moet voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 25 januari 1989, 17 april 1991, 19 januari 1994 en 18 december 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 maart 1999, 8 juni 1999, 17 december 1999 en 5 mei 2000;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 november 2001 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985 tot vaststelling van de normen waaraan een serviceflatgebouw, een woningcomplex met dienstverlening of een rusthuis moet voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen, en van de bijlage IV en V bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, Besluit :

Artikel 1.De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen voor de rusthuizen, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf, serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening worden vastgesteld zoals bepaald in de bijlage, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.Het kwaliteitshandboek moet minstens de volgende elementen bevatten: 1° een inleiding, met daarin de inhoudsopgave, een aantal algemene inlichtingen betreffende de voorziening, de vermelding van de verantwoordelijke die met het kwaliteitsbeleid is belast, en een document dat toelating geeft aan de gemachtigde ambtenaren van de Vlaamse overheid om ter plaatse alle activiteiten te verrichten die nodig zijn om de uitvoering van de bepalingen van het kwaliteitsdecreet in de voorziening te verifiëren en te evalueren;2° een weergave van het kwaliteitsbeleid waarin de opdrachtverklaring en het hulp- en dienstverleningsaanbod vervat is;3° een weergave van het kwaliteitssysteem met conditionele, operationele en garantie-elementen.

Art. 3.Het in artikel 2, 3° bedoelde kwaliteitssysteem moet minstens de volgende elementen bevatten: 1.1 Conditionele elementen 1.1.1 Organogram 1.1.2 Functieomschrijvingen 1.1.3 Overleg- en communicatiekanalen (serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening uitgezonderd) 1.1.4 Middelen: personeel, budget en kwaliteitsmethodieken 1.1.5 Vormingsbeleid (serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening uitgezonderd) 1.2 Operationele elementen Primaire processen 1.2.1 Procedure voor onthaal en opname 1.2.2 Procedure voor planning en organisatie van de begeleiding, verzorging en verpleging (incl. palliatieve zorg in de rusthuizen) (serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening uitgezonderd) 1.2.3 Procedure voor doorverwijzing 1.2.4 Procedure voor vrijwillig ontslag, verplicht ontslag en overlijden (centra voor dagverzorging uitgezonderd) 1.2.5 Procedure voor het verwerven en doorgeven van informatie m.b.t. de gebruiker 1.2.6 Klachtenprocedure 1.2.7 Procedure voor het vanuit een klachtenanalyse komen tot correctieve en preventieve maatregelen 1.2.8 Procedure voor collectieve inspraak van de gebruiker m.b.t. de algemene werking 1.2.9 Procedure voor het evalueren van de hulp- en dienstverlening door de gebruiker (in serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening enkel de dienstverlening) Secundaire processen 1.2.10 Procedure voor bereiding en distributie van voeding (niet voor serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening, tenzij ze zelf eten bereiden en/of dit zelf distribueren) 1.2.11 Procedure voor planning en organisatie van de schoonmaak 1.2.12 Procedure voor facturatie t.a.v. de gebruiker Managementprocessen 1.2.13 Procedure voor bespreken van functioneren van medewerkers 1.2.14 Procedure voor het beheren van de documenten van het handboek 1.3 Garantie-elementen 1.3.1 Procedure voor het plannen, uitvoeren, evalueren en bijsturen van de inhoud van het kwaliteitshandboek

Art. 4.De projecten en de activiteiten die in een kwaliteitsplanning worden opgenomen kunnen alle domeinen van het werken aan kwaliteit beslaan. Voor de werkjaren 2002, 2003 en 2004 zal de kwaliteitsplanning bestaan uit de aanmaak van het kwaliteitshandboek.

Vanaf 2005 kan de inhoud uitgebreid worden tot projecten en activiteiten, bedoeld om de kwaliteit te bepalen, te verbeteren, te beheersen en te borgen.

Voor de activiteiten of projecten die worden aangevat, worden de volgende elementen beschreven : 1° de projectdefinitie : omschrijving van de doelgroep, verantwoording en doelstellingen van het project;2° het stappenplan voor het doorlopen van het project;3° de voorbereiding, de invoering en de voortgangscontrole van het project;4° de deelnemers aan het project en hun bevoegdheden;5° het tijdpad;6° de ingezette middelen;7° de communicatie en de rapportering over het project. Vanaf 2005 moet jaarlijks in de kwaliteitsplanning worden beschreven welk(e) project(en) of activiteit(en) in het werken aan kwaliteit word(t)(en) opgenomen en met welk oogmerk.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Brussel, 10 december 2001.

De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld .

^