Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 juni 1999
gepubliceerd op 11 juni 1999

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 8 juni 1999 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de dioxineverspreiding en -besmetting

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016200
pub.
11/06/1999
prom.
10/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/10/1999016200/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JUNI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 8 juni 1999 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de dioxineverspreiding en -besmetting


De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990, het koninklijk besluit van 25 oktober 1995 en de wet van 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1999 betreffende tijdelijke maatregelen inzake de handel in landbouwproducten in gevolge de dioxinecontaminatie;

Gelet op het ministerieel besluit van 8 juni 1999 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de dioxineverspreiding en -besmetting;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat onverwijld maatregelen moeten worden genomen om elk risico op dioxineverspreiding en -besmetting bij de consument te vermijden en om onverwijld de reglementering aan te passen aan de toestand op het terrein, Besluit :

Artikel 1.Het artikel 1 van het ministerieel besluit van 8 juni 1999 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de dioxineverspreiding en -besmetting wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 1.Alle vervoer van dieren van de varkens- en rundersoort en van pluimvee en broedeieren, afkomstig van bedrijven onder bewarend beslag, is verboden. »

Art. 2.Het artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 5.In afwijking van de bepalingen van artikel 1, kan het vervoer van biggen afkomstig van bedrijven onder bewarend beslag, worden toegelaten door de inspecteur-dierenarts van het Ministerie van Middenstand en Landbouw. Het vervoer moet daartoe vergezeld zijn van een vervoerstoelating die het aantal en de identificatie van de biggen en hun bestemming vermeldt. Deze toelating wordt afgeleverd en afgestempeld door de Diensten van het Ministerie van Landbouw.

De biggen worden, eens ter bestemming, onder bewarend beslag geplaatst. »

Art. 3.Een artikel 6bis, luidend als volgt wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «

Artikel 6bis.In afwijking van de bepalingen van artikel 1, kan het vervoer van kalveren van minder dan 3 weken bestemd voor de vetmesting afkomstig van bedrijven onder bewarend beslag, worden toegelaten door de inspecteur-dierenarts van het Ministerie van Middenstand en Landbouw. Het vervoer moet daartoe vergezeld zijn van een vervoerstoelating die het aantal en de identificatie van de kalveren en hun bestemming vermeldt. Deze toelating wordt afgeleverd en afgestempeld door de Diensten van het Ministerie van Landbouw.

De kalveren worden, eens ter bestemming, onder bewarend beslag geplaatst. »

Art. 4.Dit besluit treeft in werking op 11 juni 1999.

Brussel, 10 juni 1999.

H. VAN ROMPUY

^