Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 mei 2005
gepubliceerd op 23 mei 2005

Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake de middelen die aangewend dienen te worden om gestolen mobiele eindapparatuur de toegang te ontzeggen tot mobiele communicatienetwerken

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2005011229
pub.
23/05/2005
prom.
10/05/2005
ELI
eli/besluit/2005/05/10/2005011229/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 MEI 2005. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake de middelen die aangewend dienen te worden om gestolen mobiele eindapparatuur de toegang te ontzeggen tot mobiele communicatienetwerken


De Minister van Werk en de Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 89, § 1, vervangen bij de wet van 19 december 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en de exploitatie van GSM-mobilofonienetten, inzonderheid op artikel 16, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 en bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS-1800-mobilofonienetten, inzonderheid op artikel 19, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2002;

Gelet op advies 38.173/4 van de Raad van State, gegeven op 23 maart 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Mobiele eindapparatuur : een product of relevant onderdeel ervan dat geschikt is voor telecommunicatie door uitzending en/of ontvangst van radiogolven waarbij gebruik wordt gemaakt van het aan aarde/ruimtecommunicatie toegewezen spectrum en dat gebruikt kan worden op het netwerk van de operatoren van aan het publiek aangeboden mobiele telecommunicatiediensten.2° Gebruikers : personen die van voor het publiek beschikbare telecommunicatiediensten gebruik maken of deze diensten aanbieden.3° EIR of Equipment Identity Register : een systeem met behulp waarvan de IMEI-identificatienummers (« International Mobile Equipment Identity ») van gestolen mobiele eindapparatuur kunnen worden opgeslagen in een centrale database en dat beheerd wordt door de GSM Association.4° CEIR : de centrale databank van het EIR opgericht in Dublin, Ierland.

Art. 2.De volgende ondernemingen maken gebruik van EIR door alle IMEI-identificatienummers van mobiele eindapparatuur die sinds 1 januari 2003 in het CEIR staan te downloaden en te blokkeren : 1° operatoren in de zin van artikel 89, § 1, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;2° verstrekkers van telecommunicatiediensten die daartoe de netwerken van een operator in de zin van artikel 89, § 1, van dezelfde wet geheel of gedeeltelijk gebruiken. Zij maken de nodige contractuele afspraken zodat mobiele eindapparatuur die het CEIR geregistreerd heeft als zijnde gestolen na 1 januari 2003 geen toegang krijgt tot de door hen gebruikte netwerken.

Art. 3.§ 1. De in artikel 2 vermelde ondernemingen stellen hun gebruikers : 1° minstens 1 maal per jaar individueel ter kennis van de gratis mogelijkheid om gestolen mobiele eindapparatuur te laten registeren in het CEIR;2° een voor alle ondernemingen identiek telefoonnummer ter beschikking, waarmee de gebruikers het IMEI-identificatienummer van hun mobiel eindapparaat kunnen laten registreren in het CEIR. De registratie bij het uniek telefoonnummer gebeurt op basis van de mededeling van de identiteit van de gebruiker en het IMEI-identificatienummer van zijn mobiele eindapparatuur die de gebruiker wil laten registreren in het CEIR. § 2. De in artikel 2 vermelde ondernemingen synchroniseren minstens eenmaal per dag hun relevante interne systemen met het CEIR.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking een maand na de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 10 mei 2005.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN

^