Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 september 2004
gepubliceerd op 24 september 2004

Ministerieel besluit betreffende tijdelijke maatregelen om het inbrengen en het verspreiden van bacterievuur Winsl. et al.) te voorkomen

bron
federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2004022748
pub.
24/09/2004
prom.
10/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/10/2004022748/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 SEPTEMBER 2004. - Ministerieel besluit betreffende tijdelijke maatregelen om het inbrengen en het verspreiden van bacterievuur (Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.) te voorkomen


De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen inzonderheid op artikel 2, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1994 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de noodzaak om dringend maatregelen ter bestrijding van bacterievuur te bepalen en de bufferzones af te bakenen, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « het Agentschap » : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen; 2° « het organisme » : het bacterievuur Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.; 3° « waardplanten » : planten en levende pollen voor bestuiving van : Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Ehrh., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Photinia davidiana (Dcne.) Cardot, Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L., met uitzondering van vruchten en zaden; 4° « bufferzone » : gebied waar een bijzondere bestrijdings- en controleregeling van toepassing is voor waardplanten van het organisme.

Art. 2.§ 1. Elke verantwoordelijke is gehouden onmiddellijk over te gaan tot het snoeien, het tegen de grond afzetten of, desnoods, het rooien van alle waardplanten die besmet zijn met het organisme. De gesnoeide, afgezette of gerooide plantendelen moeten onverwijld worden vernietigd volgens de instructies van het Agentschap. § 2. In alle hagen van Crataegus L., moeten de delen die zichtbare tekenen van besmetting met het organisme vertonen, onmiddellijk tegen de grond afgezet of gerooid worden, terwijl de overblijvende haag moet gesnoeid worden in de periode tussen 1 november en 1 maart. De hagen van Crataegus L., die geen zichtbare tekenen van besmetting met het organisme vertonen, mogen enkel tijdens diezelfde periode gesnoeid worden. § 3. Het Agentschap kan, indien de getroffen maatregelen onvoldoende of ondoeltreffend zijn, bijkomende maatregelen bevelen.

Art. 3.De gebieden opgenomen in de bijlage bij dit besluit worden als bufferzones voor het organisme beschouwd.

Art. 4.§ 1. In de bufferzones is het verboden Cotoneaster salicifolius en Cotoneaster x watereri en de daar bijhorende cultivars te planten of te houden. § 2. In andere gebieden dan bufferzones, is het verboden Cotoneaster salicifolius en Cotoneaster x watereri en de daar bijhorende cultivars te planten.

Art. 5.§ 1. In de bufferzones is het verboden waardplanten : - te telen in volle grond, onder glas of in container; - in de handel te brengen, te koop aan te bieden of te bewaren voor verkoop gedurende de periode van 1 april tot 1 november. § 2. Het Agentschap kan, op schriftelijke aanvraag van de betrokkene, een afwijking op § 1 toegestaan op voorwaarde dat er geen risico voor de verspreiding van het organisme bestaat en de betrokkene de onderrichtingen volgt en de bestrijdingsmaatregelen toepast die door het Agentschap opgelegd worden.

Art. 6.Het ministerieel besluit van 13 februari 1984 betreffende tijdelijke maatregelen om het inbrengen en het verspreiden van bacterievuur (Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.) te voorkomen, wordt opgeheven.

Art. 7.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord en vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse bepalingen en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 3 dat uitwerking heeft met ingang van 31 maart 2004.

Brussel, 10 september 2004.

R. DEMOTTE Bijlage De volgende gebieden worden als bufferzones inzake het organisme beschouwd : 1. het grondgebied van de gemeenten Beernem, Oostkamp, Wingene, Ruiselede, Eeklo, Kaprijke, Knesselare, Maldegem, Waarschoot, Aalter, Evergem, Zomergem, Lovendegem.2. het grondgebied van de gemeenten Laarne, Wetteren, Wichelen, Lede, Oosterzele, de deelgemeente Dikkelvenne behorende tot de gemeente Gavere, het gedeelte van de gemeente Destelbergen gelegen ten oosten van de weg R4.3. het grondgebied van de gemeente Brunehaut, de deelgemeenten Ere en Saint-Maur behorende tot de gemeente Doornik, de deelgemeenten Péronnes en Bruyelle behorende tot de gemeente Antoing.4. het grondgebied van de deelgemeente Herne behorende tot de gemeente Herne, de deelgemeenten Pepingen, Bellingen, Bogaarden en Beert behorende tot de gemeente Pepingen, de deelgemeente Saintes behorende tot de gemeente Tubize, de deelgemeenten Bierghes en Rebecq-Rognon behorende tot de gemeente Rebecq, de deelgemeente Lettelingen behorende tot de gemeente Edingen, de deelgemeente Hoves behorende tot de gemeente Silly.5. het grondgebied van de gemeenten Anderlues, de deelgemeenten Gosselies en Ransart behorende tot de gemeente Charleroi, de deelgemeenten Fleurus, Heppignies en Wangenies behorende tot de gemeente Fleurus, de gemeente Farciennes, de deelgemeenten Aiseau en Roselies behorende tot de gemeente Aiseau-Presles, de deelgemeenten Courcelles en Souvret behorende tot de gemeente Courcelles, de deelgemeenten Forchies-la-Marche en Fontaine-l'Evêque behorende tot de gemeente Fontaine-l'Evêque, de deelgemeenten Epinois, Buvrinnes, Waudrez en Bray behorende tot de gemeente Binche, de deelgemeente Mont-Sainte-Geneviève behorende tot de gemeente Lobbes. 6. het grondgebied van de gemeente Putte, het gedeelte van de gemeente Herselt gelegen ten noorden van de weg N19 en ten westen van de weg N152, het gedeelte van de gemeente Heist-o/d-Berg gelegen ten noorden van de weg N10 en ten zuiden van de weg N15, van de Oude Liersebaan, van de Herentalsesteenweg en van de Hulshoutsesteenweg, het gedeelte van de voormalige gemeente O.-L.-V.-Waver gelegen ten noorden van de Molenstraat en ten zuiden van de Berlaarbaan en ten oosten van de Bosstraat, het gedeelte van de gemeente Westerlo gelegen ten zuiden van de Industrieweg, van de Kathovenstraat en van de Gevaertlaan en ten westen van de weg N152, het gedeelte van de gemeente Berlaar gelegen ten zuiden van de Misstraat en van de spoorweg Aarschot-Lier en ten westen van de Smidstraat en van de Kegelstraat, het gedeelte van de gemeente Lier gelegen ten oosten van de Mechelbaan, van de Dorpsstraat, van de Bernard van Hoolstraat en van de Misstraat, het gedeelte van de gemeente Hulshout gelegen ten zuiden van de Grote Baan, van de Kerkstraat en van het Industriepark. 7. het grondgebied van de gemeenten Geetbets, Gingelom, Landen, Hélécine, Zoutleeuw, Linter, het gedeelte van de gemeente Alken gelegen ten noordwesten van de weg N80, het gedeelte van de gemeente Sint-Truiden gelegen ten westen van de weg N80, het gedeelte van de gemeente Halen gelegen ten zuiden van de weg N2, het gedeelte van de gemeente Tienen gelegen ten oosten van de weg N64 en ten zuidoosten van de weg R27 en ten noorden van de weg N3 en ten oosten van de weg N29, het gedeelte van de gemeente Hannut gelegen ten noorden van de weg N64, het gedeelte van de gemeente Kortenaken gelegen ten zuiden van de Heerbaan en ten westen van de Bauwelstraat en van de Baaistraat en ten noorden van de Dorpsstraat, van de Schansstraat en van het Dorpsplein en ten oosten van de Diestsestraat, het gedeelte van de gemeente Glabbeek gelegen ten oosten van de weg N29 en ten zuiden van de Zuurbemde, de deelgemeenten Webbekom en Schaffen behorende tot de gemeente Diest.8. het grondgebied van de deelgemeente Pepinster behorende tot de gemeente Pepinster, de deelgemeenten Fraipont en Nessonvaux behorende tot de gemeente Trooz, de deelgemeenten Louveigné, Dolembreux, Gomzé-Andoumont behorende tot de gemeente Sprimont, de deelgemeente Sougné-Remouchamps behorende tot de gemeente Aywaille, de deelgemeente Tilff behorende tot de gemeente Esneux. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 10 september 2004.

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^